Aangeboren slokdarm-atresie

De slokdarm vormt de verbinding tussen de mond en de maag. Voedsel wordt door de slokdarm geleid door middel van slikken en een regelmatige beweging van boven naar beneden. Bij een aangeboren slokdarm-atresie is sprake van een niet volledig aangelegde of een geheel ontbrekende slokdarm. De verbinding naar de maag is onvoldoende of ontbreekt helemaal. De aandoening wordt vaak na de geboorte ontdekt en moet met een operatie verholpen worden.

 Hoe herken je een slokdarmatresie?

  • Uitzonderlijk wordt het ontdekt op een echografie vóór de geboorte.
  • Meestal wanneer de eerste voeding gegeven wordt: de baby kan de melk (en soms ook het eigen speeksel) niet wegslikken.
  • Met een maagsonde tot in de maag raken, blijkt onmogelijk.

Er zijn verschillende vormen van een foutief aangelegde slokdarm. Deze verschillen hebben ook een andere behandeling nodig.

Bij de meest voorkomende vorm kan meestal kort na de geboorte een herstel uitgevoerd worden.

Als het defect tussen de 2 delen van de slokdarm te groot is, wordt er in 2 fases geopereerd. De baby wordt dan een tijd kunstmatig gevoed via een maagsonde. Na enkele maanden, als de baby en het maagje groter zijn, gebeurt het definitieve herstel.

Na het herstel is het de bedoeling om de voeding zo snel mogelijk weer op te starten. Bij een operatie vlak na de geboorte lukt dit meestal goed. Bij baby’s die een tijd kunstmatig gevoed werden, kan dit langer duren: de baby zal dan terug moeten leren drinken.

Ook na een operatie kunnen er nog problemen voorkomen:

Er kan een verhoogde neiging tot reflux optreden.

Het litteken tussen de 2 delen van de slokdarm kan de neiging hebben om wat samen te trekken: dit kan dan gastroscopisch opgerekt worden.