1. Startpagina SZF
  2. Gezondheidsencyclopedie
  3. A
  4. Aanpassingsstoornis

Aanpassingsstoornis

Wat is een aanpassingsstoornis?

Een aanpassingsstoornis is een psychische aandoening waarbij sprake is van aanhoudende stress na een ingrijpende verandering in iemands leven. De symptomen die je hebt bij deze stoornis zijn een reactie van je lichaam en geest die je binnen drie maanden op een stressfactor hebt gekregen. Bij aanhoudende stress functioneer je normaal gesproken al minder goed, maar heb je een aanpassingsstoornis, dan beïnvloedt de stress je leven ernstig. Een burn-out en overspannenheid zijn ook ziektes die vallen onder

De symptomen zijn afhankelijk van welke vorm van een aanpassingsstoornis je hebt. Deze symptomen komen het meest voor:

  • Depressie: sombere buien, weinig energie, emotioneel zijn.
  • Angst, nervositeit en rusteloosheid.
  • Gecombineerd angstig en depressief gedrag.
  • Gedragsproblematiek: negeren van normen en waarden, agressiviteit en/of brutaliteit.
  • Stress: lichamelijke klachten en verminderde prestaties.

Emotioneel en onaangepast gedrag.

De oorzaken van een aanpassingsstoornis zijn aanhoudende stress of een ingrijpende negatieve of positieve verandering in iemands leven. Dit kan bijvoorbeeld een scheiding, geboorte, huwelijk of het overlijden van een naaste zijn.

Er zijn verschillende vormen van deze stoornis, bij elke vorm kun je last hebben van andere symptomen.

  • Aanpassingsstoornis met depressieve stemmingen.
  • Aanpassingsstoornis met angst.
  • Aanpassingsstoornis met een combinatie van depressiviteit en angst.
  • Aanpassingsstoornis met gedragsstoornissen.
  • Aanpassingsstoornis met een combinatie van emotionele en gedragsstoornissen.

 Niet gespecificeerde aanpassingsstoornis.

Bij een niet gespecificeerde aanpassingsstoornis heb je last van stress, concentratieproblemen en lichamelijke klachten.

De diagnose stellen is soms lastig omdat de symptomen van een aanpassingsstoornis veel kunnen lijken op die van een depressie. Om het verschil te onderzoeken zal de arts op zoek gaan naar een stressfactor. Zodra deze stressfactor is weggenomen moeten de symptomen binnen zes maanden over zijn. Er zal voor het stellen van de diagnose een lichamelijk en psychiatrisch onderzoek plaatsvinden.

Soms wordt medicatie voorgeschreven, zoals antidepressiva of angstremmende medicatie om de eerste symptomen te verlichten. Daarna volgt een traject van therapie, dit is belangrijk omdat de symptomen anders kunnen terugkeren. Een aanpassingsstoornis wordt behandeld met cognitieve gedragstherapie. Bij cognitieve gedragstherapie leer je om te gaan met je eigen gedachten. Ook leer je ontspanningsoefeningen, het belang van een goede dagindeling, assertiviteit en omgaan met van conflicten. Dit zorgt ervoor dat je de meer controle hebt over stressvolle situaties. Cognitieve gedragstherapie volg je bij een psycholoog. De prognose van een aanpassingsstoornis is over het algemeen goed, de meeste patiënten herstellen binnen zes maanden.