Bijwerkingen van medicijnen

Wat zijn bijwerkingen van medicijnen?

Je slikt medicijnen om beter te worden. Maar soms krijg je bovenop de bestaande aandoening nieuwe klachten. Deze onbedoelde klachten door het slikken van medicijnen, noemen we ook wel bijwerkingen van medicijnen.

Hoe ontstaan deze bijwerkingen?

Simpel gezegd ontstaan medicijnbijwerkingen als volgt: de werkzame stoffen van een medicijn verspreiden zich door het hele lichaam. Als de werkzame stoffen de kwaal bereiken, dan treedt er een reactie op met de werkzame stoffen; de kwaal wordt bestreden. Maar omdat de werkzame stoffen door heel je lichaam zitten, kan er ook een lichamelijke reactie op een niet beoogde plek optreden. Zo kan het dus zijn dat je last krijgt van huiduitslag, als je bijvoorbeeld een medicijn tegen hoge bloeddruk gebruikt. Of dat je hartritme omhoog gaat als je astmamedicatie gebruikt.

Veelvoorkomende bijwerkingen van medicijnen

Ieder medicijn is anders en heeft daardoor zijn eigen specifieke bijwerkingen, maar sommige bijwerkingen komen regelmatig bij verschillende medicijnen voor. Veelvoorkomende bijwerkingen zijn:

  • Allergie en overgevoeligheid
  • Duizeligheid
  • Hoofdpijn

Maag- en darmklachten, als diarree en buikpijn

Gewenning houdt in dat je steeds een hogere dosis van het medicijn nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken. Bij een verslaving ben je lichamelijk of geestelijk afhankelijk geraakt van de medicatie. Zonder kun je niet meer functioneren.

Vaak is het voor jezelf moeilijk om te bepalen of jouw klacht een bijwerking is of bij je aandoening hoort. Wat je hierbij kan helpen, is het goed doorlezen van de bijsluiter. Doe dit voor aanvang van de medicijnkuur. Je huisarts moet je bij het uitschrijven van het recept ook informeren over de mogelijke neveneffect van het middel dat je gaat slikken. Als je een geneesmiddel bij de drogist of apotheek haalt, kun je aan de medewerkers vragen naar eventuele bijwerkingen.

Let op als je meerdere medicijnen tegelijk gebruikt!

Als je last hebt van meerdere kwalen, gebruik je vaak verschillende medicijnen tegelijkertijd. Tussen deze medicijnen kan een ongewenste interactie optreden. Zo kan de combinatie van medicijnen ervoor zorgen dat een bijwerking optreedt, terwijl die bijwerking niet voorkomt bij als je maar één van de twee medicijnen zou gebruiken. Daarnaast kan het ene geneesmiddel de bijwerking van het andere medicijn versterken. Apothekers en artsen zijn alert op dit soort ongewenste wisselwerkingen bij het verstrekken van meerdere geneesmiddelen. Maar het is goed om ook zelf een oogje in het zeil te houden.

In principe kan iedereen last krijgen van bijwerkingen, maar er zijn vier groepen die hier extra risico op lopen:

  • Sommige medicijnen kunnen de groei beïnvloeden, waardoor er een leeftijdsgrens voor bepaalde medicijnen is ingevoerd.
  • Dit omdat zij vaker meerdere medicijnen tegelijk gebruiken. Naarmate je ouder wordt, functioneren je nieren en lever minder. Hierdoor blijven de werkzame stoffen van een medicijn langer in je lichaam, met als gevolg dat de werking en bijwerking sterker kunnen worden.
  • Zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden. Sommige medicijnen kunnen een negatief effect hebben op de ontwikkeling van het ongeboren kind. Het kan bijvoorbeeld de groei belemmeren.
  • Vrouwen die borstvoeding geven. De werkzame stoffen van een medicijn worden door het hele lichaam verspreid en komen dus ook in de moedermelk terecht. De baby kan daardoor het medicijn via borstvoeding binnenkrijgen en dit kan schade veroorzaken bij het kind.

De meeste bijwerkingen gaan vanzelf weer over na een paar dagen, daarvoor heb je geen behandeling nodig. Je lichaam moet even wennen aan het medicijn. Als een bijwerking erg vervelend is of als je bang bent dat het ernstig is, kun je contact opnemen met je arts. Deze heeft meerdere manieren om je van je klachten af te helpen, zoals:

Verlagen medicijn dosis

Als eerste kan hij de dosis van je medicijn verlagen. Hierdoor worden je klachten meestal minder. Een nadeel is dat het medicijn in een lagere dosis vaak minder goed werkt.

Wisselen van medicijn

Als het verlagen van de dosis niet helpt, kan je arts besluiten over te gaan op een ander medicijn. Een ander medicijn heeft weer een andere werking in je lichaam en veroorzaakt niet dezelfde bijwerkingen.

Medicijngebruik staken

Als het wisselen van medicijn ook niet helpt, kan het noodzakelijk zijn om je medicijn te stoppen. Hierdoor gaan de klachten bijna altijd over. Sommige bijwerkingen kunnen door een lange werking van het medicijn nog wel dagen tot soms weken aanwezig zijn na het stoppen of veranderen van het medicijn.

Tenslotte kan je arts soms een ander medicijn voorschrijven dat de bijwerkingen vermindert. Dit kan nodig zijn als het belangrijk is dat je het medicijn toch blijft gebruiken. Als de bijwerking ernstig is, kan het nodig zijn dat je wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een behandeling van je klachten. Dit komt maar zeer zelden voor.

Met de volgende tips kun je bijwerkingen zoveel mogelijk voorkomen.

Lees voor gebruik de bijsluiter en let op de volgende punten:

  • Hoe je de medicijnen in moet nemen
  • Wanneer je de medicijnen moet innemen
  • Hoe vaak je de medicijnen moet innemen
  • Welke bijwerkingen je kunt verwachten
  • Wat je moet doen als je ze een keer vergeten bent
  • Hoe je de medicijnen moet bewaren

Als je nieuwe medicijnen voorgeschreven krijgt, terwijl je al andere medicijnen slikt, ga dan altijd na of je die wel tegelijkertijd kunt gebruiken. Soms kan de combinatie van medicijnen ervoor zorgen dat je last krijgt van bijwerkingen.

Pas nooit zelf de dosering van je medicijnen aan, maar doe dit uitsluitend in overleg met je arts of apotheker. De behandeling is namelijk precies op jouw situatie afgestemd.

Het opvolgen van deze adviezen biedt geen garantie dat je vrij blijft van medicijnbijwerkingen. Mocht je toch last krijgen van bijwerkingen, en heb je er veel last van, neem dan contact op met je arts of apotheker. Zij kunnen je adviseren over het voortzetten van de medicijnbehandeling en alternatieven bieden voor je huidige medicijnen.