Borstkanker (Mammacarcinoom)

Wat is borstkanker?

In het kort:

  • Bij borstkanker is er sprake van ongecontroleerde celdeling in en om het borstweefsel.
  • Mogelijke oorzaken van borstkanker zijn erfelijkheid en roken.
  • Bekende symptomen zijn een knobbeltje in de borst en veranderingen van de tepel.
  • De diagnose wordt gesteld met een mammografie, echografie of biopsie.
  • De behandeling kan onder andere bestaan uit een operatie, bestraling en chemotherapie.

Over borstkanker

Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vanaf veertig jaar neemt de kans op het krijgen van borstkanker toe. Borstkanker kan ook bij mannen voorkomen, maar dit is een stuk zeldzamer.

Je borst bestaat uit meerdere soorten onderdelen. Melkklieren maken melk aan en de melkgangen vervoeren deze melk naar de tepel. De vorm en stevigheid van de borst wordt verzorgd door bindweefsel en vetweefsel. Verder zitten er in de borst bloedvaten en lymfevaten. De bloedvaten voorzien de borsten van zuurstof en voedingsstoffen. De lymfevaten voeren afvalstoffen en eventuele ziekteverwekkers af naar de lymfeknopen waar ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt worden.

Borstkanker ontstaat meestal in de melkgangen en soms in de melkklieren. Ook in andere onderdelen van je borst kan kanker ontstaan, maar dit is zeer zeldzaam.

Er zijn verschillende soorten borstkanker:

  • Ductaal carcinoma in situ (DCIS): Dit kan een voorstadium zijn van borstkanker, waarbij alle cellen de vorm hebben van kankercellen. Ze hebben echter nog niet de kracht om uit te zaaien in omliggende weefsels.
  • Invasief ductaal carcinoom: de kanker is ontstaan in de melkgang van de borst en kan zich verspreiden. Dit is de meest voorkomende borstkanker.
  • Invasief lobulair carcinoom: deze soort borstkanker ontstaat in de melkklieren en is vaak te voelen als zwelling van de hele borst.
  • Lobulair carcinoma in situ: Dit kan een voorstadium zijn van borstkanker die ontstaat in de melkklieren.
  • Hormoongevoelig: hormonen zoals oestrogeen en progesteron kunnen de tumor stimuleren om te groeien.
  • Hormoonongevoelig: Als de tumor niet gestimuleerd wordt om te groeien door hormonen, wordt dit hormoonongevoelige borstkanker genoemd.
  • Her2/neu: Her2/neu wordt ook wel Humane Epidermale groeifactor Receptor 2 genoemd. Dit is een eiwit dat op cellen zit in het lichaam. Wanneer er te veel van dit eiwit aanwezig is kan de groei van de cellen gestimuleerd worden en kan er kanker ontstaan.
  • Triple negatieve borstkanker: de kankercellen zijn ongevoelig voor de hormonen oestrogeen, progesteron en het eiwit HER2 ontbreekt. Dit is drie keer negatief, vandaar de naam triple negatieve borstkanker.
  • Carcinoom betekent kwaadaardige tumor.

Borstkanker kan op verschillende manieren ontstaan en verspreidt zich ook op verschillende manieren. Borstkanker ontstaat op twee manieren:

  • Ductaal: de kanker is ontstaan in een melkgang.
  • Lobulair: de kanker is ontstaan in een melklier.

Ook kan borstkanker zich op verschillende manieren verspreiden:

  • In situ: dit is een voorstadium van kanker.
  • Invasief: de kankercellen verspreiden zich verder dan de plek waar ze zijn ontstaan.
  • Uitgezaaid: in dit stadium verspreidt de borstkanker zich buiten de borst.

Kanker ontstaat altijd doordat een cel zich ongecontroleerd begint te delen. Bij borstkanker is niet bekend waarom dit gebeurt. Er zijn wel een aantal factoren bekend die de kans op borstkanker kunnen vergroten:

• Erfelijkheid. In vijf tot tien procent van de gevallen is er sprake van een erfelijke vorm van borstkanker. Meestal ontstaat de kanker dan al voor het vijftigste levensjaar. Er zijn een aantal genen bekend die een verhoogde kans op borstkanker geven. De meeste bekende zijn: BRCA1, BRCA2 (BRCA staat voor BReast CAncer), CDH1 en CHEK2. Verder zijn er ook andere genen bekend, zoals TP53, ATM, PTEN en STK11/LKB.
• Hormonen. Langdurige, constante blootstelling aan het hormoon oestrogeen verhoogt de kans op borstkanker. Voorbeelden waarbij dit gebeurt zijn: vroeg beginnen met menstrueren (vóór twaalf jaar) en/of laat in de overgang komen, op latere leeftijd (na het dertigste levensjaar) het eerste kind krijgen of gebruik maken van de pil.
• Een ongezonde leefstijl. Denk hierbij aan roken, overmatig alcoholgebruik en/of te weinig lichaamsbeweging.

Het meest bekende symptoom bij borstkanker is een knobbeltje in de borst. Er zijn echter ook andere veranderingen aan de borst die kunnen wijzen op borstkanker:

• Een deukje of kuiltje in de huid
• Een ingetrokken tepel terwijl je dat normaal niet hebt
• Schilferingen of roodheid van de tepel
• Ongewone afscheiding of bloed uit de tepel
• Pijn in de borst die langdurig aanhoudt. Het klierweefsel voelt op de plaats van de pijn ook wat anders aan dan ergens anders in de borst.
• Een rode borst die warm aanvoelt. De huid van de borst kan op een sinaasappelschil lijken.
• Een wondje op de borst dat niet wil genezen
Het is raadzaam om regelmatig je borsten te onderzoeken op veranderingen.

Heb je een afwijking in je borst opgemerkt? Neem dan contact op met de huisarts. De huisarts zal de borst verder onderzoeken. Ook zal hij de lymfeklieren in je oksel en hals onderzoeken of ze gezwollen zijn. Soms volgt een doorverwijzing naar het ziekenhuis. Dit gebeurt ook wanneer er een afwijking is gevonden tijdens het preventief bevolkingsonderzoek. In veel ziekenhuizen zit tegenwoordig een mammapoli (mamma betekent borst) waar meerdere vervolgonderzoeken op dezelfde dag gedaan kunnen worden. Enkele onderzoeken die worden verricht zijn:

• Mammografie. Dit is een röntgenfoto van de borst. Als je naar de mammapoli bent gekomen vanwege een gevonden afwijking tijdens het preventief bevolkingsonderzoek, wordt er alsnog een mammografie gemaakt.
• Echografie. Dit is een techniek waarbij met behulp van geluidsgolven een beeld van de borsten wordt gemaakt. Het werkt hetzelfde als een echo bij zwangerschap. Met een echo kan de arts ook de klieren in de oksel nader bekijken.
• Hierbij worden cellen uit de borst weggezogen met een dunne naald. Deze cellen worden onder de microscoop bekeken om te zien of het kankercellen zijn of dat er mogelijk wat anders aan de hand is.
• Biopsie. Bij een biopsie wordt er onder lokale verdoving verdacht borstweefsel weggehaald. Dit weefsel wordt onder de microscoop onderzocht. Deze methode is vrijwel altijd nodig om een definitieve diagnose te kunnen stellen.

Wanneer de afwijking kwaadaardig blijkt te zijn, zullen er verschillende onderzoeken plaatsvinden om in kaart te brengen hoe groot de tumor is, of er omringend weefsel aangetast wordt en of er uitzaaiingen zijn. In de meeste gevallen geven de bovengenoemde onderzoeken alle informatie die nodig is.

Als de diagnose borstkanker gesteld is, wordt er een behandelplan opgesteld. Wat voor behandeling of combinatie van behandelingen je krijgt, is afhankelijk van de volgende factoren:

• Wat voor soort borstkanker je hebt
• Hoe groot de tumor is
• Of er uitzaaiingen zijn
• Je leeftijd
• Of je in de overgang bent

De behandelend arts zal met je bespreken voor welke behandeling(en) gekozen is. Enkele behandelingen die vaak worden uitgevoerd bij borstkanker zijn:

Operatie
Hierbij wordt de tumor door een chirurg verwijderd. Er zijn twee soorten operaties mogelijk: een borstamputatie en een borstbesparende operatie. Welke operatie wordt gekozen, is afhankelijk van de grootte van de tumor en of er meerdere tumoren in de borst zitten. Bij een borstamputatie wordt de hele borst weggehaald. Bij een borstbesparende operatie wordt alleen de tumor weggesneden met een deel van het omringende weefsel. Tijdens een operatie worden vaak ook lymfeklieren weggehaald die in verbinding staan met de tumor. Vervolgens worden ze onderzocht op eventuele uitzaaiingen.

Borstreconstructie
Na een borstamputatie is een borstreconstructie mogelijk om de vorm van je borst te behouden. Een borstreconstructie kan in dezelfde operatie als de amputatie verricht worden of op een later tijdstip, afhankelijk van jouw voorkeur.

Bestraling
Bestraling wordt ook wel radiotherapie genoemd. Hierbij worden de kankercellen vernietigd door middel van röntgenstralingen. Kankercellen zijn gevoeliger voor radioactieve straling dan gezonde cellen en gaan daarom sneller dood. Bij bestraling zorgt een radiotherapeut ervoor dat de tumor de maximale dosis straling krijgt, maar dat het gezonde weefsel zoveel mogelijk gespaard blijft. Een borstbesparende operatie wordt altijd gecombineerd met bestraling om eventuele achtergebleven kankercellen te doden. Bestraling kan bijwerkingen geven zoals vermoeidheid en verkleuring of vervelling van de huid.

Chemotherapie
Bij chemotherapie krijg je medicijnen die de groei van cellen remmen of die de cellen doden. Ook hier is het zo dat kankercellen gevoeliger zijn dan gezonde cellen. Een chemokuur kun je in de vorm van tabletten, injecties of een infuus krijgen. Omdat gezonde cellen ook aangetast worden door de chemokuur, kun je enkele vervelende bijwerkingen ondervinden, zoals: haaruitval, misselijkheid, overgeven, darmproblemen en vermoeidheid.

Hormoontherapie
Sommige borsttumoren hebben vrouwelijke hormonen nodig om te kunnen overleven. Met hormoontherapie wordt de natuurlijke aanmaak van deze hormonen stilgelegd waardoor de kankercellen doodgaan. Er zijn verschillende manieren waarop de hormoonproductie stopgezet kan worden. Welke manier gekozen wordt, is onder andere afhankelijk van of je in de overgang bent en of je een kinderwens hebt.

Antilichaamtherapie
Sommige borsttumoren produceren grote hoeveelheden van een eiwit genaamd HER2. Dit eiwit zit op de buitenkant van de cel en als hij gestimuleerd wordt, stuurt hij een signaal de cel in dat deze mag gaan delen. Bij antilichaamtherapie krijg je antilichamen (afweerstoffen) toegediend die op het HER2-eiwit gaan zitten. Het HER2-eiwit kan dan niet meer gestimuleerd worden waardoor de cel niet meer kan delen en zal verzwakken. Hierdoor kan chemotherapie of hormoontherapie meer effect krijgen. Antilichaamtherapie kan griepachtige bijwerkingen hebben.
Na behandeling blijf je een aantal jaar onder controle om te zien of de borstkanker niet terugkomt. De overlevingskansen van borstkanker zijn over het algemeen gunstig. De overlevingskansen hangen af van verschillende factoren, zoals hoe snel de kanker ontdekt is en of er uitzaaiingen zijn. De behandelend arts zal met je bespreken wat de kansen voor jou zijn.

Hoe eerder borstkanker opgespoord wordt, hoe beter de prognose is. Daarom is het raadzaam om regelmatig je borsten te onderzoeken.

Borsten bekijken
Zelfonderzoek van je borsten kun je het beste ongeveer een week na je menstruatie doen. Je borsten zijn dan het minst gespannen. Bekijk je borsten in de spiegel. Eerst met je handen in je zij en vervolgens met je armen omhoog. Bekijk de vorm van je borsten en je tepel goed.

Borsten aftasten
• Tast je borst af met de middelste drie vingers. Je kunt dit liggend of staand doen, afhankelijk van wat je het prettigste vindt. Veel vrouwen vinden het prettig om het borstonderzoek te doen als ze onder de douche staan omdat de borst door het water en zeep zachter en gladder wordt.
• Verdeel je borst in een taart van twaalf stukken of zie je borst als een klok.
• Zet vervolgens je linkerhand ongeveer vijf centimeter onder het rechtersleutelbeen en zet je je rechterhand in je nek.
• Maak daarna met drie vingertoppen draaiende bewegingen met een lichte druk van de buitenkant richting de borst toe. Doe dit bij alle twaalf taartstukken. Onderzoek hierbij ook het gebied tussen de oksel en borst.
• Knijp zachtjes in je tepel en kijk of er vocht uit komt en hoe dit vocht eruitziet.
• Doe dit onderzoek ook bij de andere borst.
• Borsten leren kennen heeft tijd nodig

In het begin kan het zelfonderzoek een beetje onwennig zijn. Je borsten zijn van nature vaak een beetje bobbelig en het is dan lastig te weten wat normaal is. Na verloop van tijd leer je je borsten beter kennen. Ook kunnen je huisarts of kennissen die al langer zelfonderzoek doen je advies geven.

Als je veranderingen opmerkt ten opzichte van eerdere keren, is het verstandig om een afspraak met je huisarts te maken. Een verandering is echter geen reden tot paniek. In de meeste gevallen gaat het om een goedaardige aandoening, bijvoorbeeld een cyste.