COPD

Wat is COPD?

COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is een chronische aandoening aan de longen. Onder de noemer COPD vallen twee chronische aandoeningen: longemfyseem en chronische bronchitis. Bij COPD werken de longen niet meer volledig, doordat ze constant ontstoken zijn (chronische bronchitis) of omdat er longblaasjes verloren gaan (longemfyseem). Je krijgt hierdoor minder zuurstof binnen, wat zorgt voor een benauwd gevoel, zelfs als je je bijna niet inspant. Hierdoor heb je dan ook vaak adem tekort. COPD ontstaat meestal pas op oudere leeftijd.

Verzamelnaam COPD
Vroeger gebruikte men de term CARA als verzamelnaam voor de chronische longaandoeningen chronische bronchitis, longemfyseem en astma. Tegenwoordig gebruiken we echter COPD als overkoepelende term. Astma wordt hier niet meer bij gerekend, omdat astma een andere oorzaak dan longemfyseem en chronische bronchitis heeft. De naam COPD wordt tegenwoordig vaker gebruikt dan de namen van de afzonderlijke aandoeningen chronische bronchitis en longemfyseem.

In ongeveer tachtig procent van de gevallen wordt COPD veroorzaakt door roken. Roken zorgt ervoor dat je longen continu geprikkeld worden, waardoor ze ontstoken raken. Je hoeft niet per se een actieve roker te zijn om COPD te krijgen. Ook als je al jaren geleden gestopt bent met roken, heb je alsnog een verhoogde kans op het ontwikkelen van COPD. Langdurig meeroken met anderen kan ook zieke longen veroorzaken. Andere oorzaken van COPD kunnen zijn:

• Langdurig werken of gewerkt hebben in een ruimte waar veel (giftige) stofdeeltjes voorkomen, bijvoorbeeld: houtstofdeeltjes, chemische stoffen of uitlaatgassen.
• Een (erfelijke) ziekte. Bij de erfelijke aandoening Alpha-1 maakt het lichaam een bepaald eiwit niet aan dat moet voorkomen dat longweefsel afgebroken wordt.

COPD kan ook ontstaan als je heel vaak een longontsteking hebt. Ook slecht behandelde astma kan tot COPD leiden.

De meest voorkomende symptomen van COPD zijn benauwdheid, hoesten, kortademigheid en vermoeidheid. Hieronder worden de symptomen kort toegelicht.

Benauwdheid
Benauwdheid is een van de bekendste symptomen van COPD. Doordat je longen niet meer goed werken, heb je constant het gevoel dat je adem tekortkomt. In sommige gevallen kan de benauwdheid zo ernstig zijn, dat je extra zuurstof nodig hebt.

Hoesten
Hoest is ook een veelvoorkomend symptoom van COPD. Vaak zit er veel slijm in je longen als je COPD hebt. Je hoest om dit slijm uit je longen te verwijderen. Bij beginnende COPD wordt het hoesten soms ‘rokershoest’ genoemd.

Kortademigheid
Vaak gaat kortademigheid gepaard met de symptomen benauwdheid en hoest. Naarmate de longschade toeneemt, raak je ook steeds sneller buiten adem. Redelijk eenvoudige dingen zoals traplopen worden dan een zware opgave. Ook kun je een piepende ademhaling krijgen.

Weinig energie

Doordat je moeite hebt met ademhalen, kun je je ook snel futloos voelen en vermindert de spierkracht. Veel van je energie is nodig voor ademhalen en hoesten.

 

Soms verergeren de COPD-klachten plotseling (binnen één dag of enkele dagen) heel erg. Dit wordt een longaanval of exacerbatie genoemd. Een longaanval wordt vaak uitgelokt door een luchtweginfectie of prikkels zoals fijnstof. Je krijgt hierbij soms dusdanig veel last van kortademigheid en hoesten dat je in het ziekenhuis opgenomen moet worden.

COPD verloopt in verschillende stadia: van mild tot matig, ernstig en zeer ernstig. Het begint met extra slijm in de luchtwegen, waardoor je meer moet hoesten. Uiteindelijk sterven door ontstekingen de wanden tussen de longblaasjes af. Hierdoor kunnen de longen minder zuurstof opnemen en vermindert de elasticiteit (‘de rek’) van de longen.

Aan de hand van de uitkomsten van een longfunctieonderzoek kan bepaald worden om welk stadium van COPD het gaat. Met dit onderzoek wordt gemeten hoeveel lucht je uitademt en wat dus de inhoud van je longen is. De patiënt ademt zo snel en krachtig mogelijk in een spirometer. Een longfunctietest wordt ook wel spirometrie genoemd. Het resultaat van de test wordt vergeleken met wat de normale capaciteit van je longen zou moeten zijn. Hoe lager je scoort ten opzichte van een normale longcapaciteit, hoe ernstiger de COPD:

Ernst Longcapaciteit
Mild >80%
Matig 50-80%
Ernstig 30-50%
Zeer ernstig <30% met chronisch ademhalingsfalen

 

Soms is naast een longfunctieonderzoek ook een CT-scan van de longen nodig om definitief de diagnose COPD te stellen. Bij een CT-scan wordt aan de hand van röntgenstraling gekeken of er afwijkingen aan de longen en het longweefsel zijn. Sowieso is het voor artsen lastig om COPD vast te stellen op basis van de symptomen. Dit komt doordat COPD-klachten veel lijken op symptomen van andere aandoeningen, zoals astma en hartfalen.

COPD is helaas niet te genezen. Wel is er medicatie beschikbaar die de klachten voor een deel kunnen wegnemen. Er zijn twee verschillende soorten medicijnen die je voorgeschreven kunt krijgen:

• Luchtwegverwijders. Deze medicijnen zorgen ervoor dat de spieren rond je luchtwegen zich ontspannen. Luchtwegverwijders werken snel: binnen tien tot dertig minuten kun je al verbetering opmerken.
• Ontstekingsremmers. Deze medicijnen zorgen ervoor dat de ontsteking in je longen minder wordt. De wand van je longen is dan minder opgezet en je produceert minder slijm. Het duurt een paar dagen voordat ontstekingsremmers werken en het is belangrijk dat je de medicijnen blijft innemen. Als je zeer veel klachten hebt, kun je een prednisonkuur krijgen. Dit zijn sterke ontstekingsremmers die je dan één of twee weken moet innemen.

Bovenstaande medicijnen adem je in met behulp van een inhalator (puffer). Op die manier komen de medicijnen gelijk op de plek waar ze moeten werken: je longen. Voor een optimaal effect is een goede inhalatietechniek essentieel. De huisarts of apotheker kan je hierover een goede uitleg geven.Als je COPD hebt, ben je extra gevoelig voor de griep. Daarom is het raadzaam om ieder jaar de griepprik te halen.

Blijf bewegen
Iedereen met COPD-klachten heeft baat bij gezond eten en goede lichaamsbeweging. Bij beweging hoef je niet meteen te denken aan allerlei zware inspannende oefeningen, maar juist aan bewegen op je eigen niveau. Dat kan zijn: traplopen, wandelen of boodschappen doen.

Je kunt op eenvoudige wijze veel beweging in je dagelijkse leven inbouwen. Het is daarbij belangrijk om per week duidelijke en haalbare doelstellingen voor jezelf te stellen. Het is effectiever om regelmatig te oefenen dan af en toe langdurig te bewegen. Daarnaast is het belangrijk om je medicijnen volgens doktersvoorschrift te inhaleren. Dit heeft een positief effect op je ademhaling en daardoor ook op je bewegingsmogelijkheden.

In het begin zijn de activiteiten misschien moeilijk. Probeer de oefening goed vol te houden. Na enkele weken oefenen merk je meestal dat het beter gaat. Daardoor kan je de activiteiten langer volhouden. In alle gevallen is het uitgangspunt dat je rekening moet houden met je grenzen.