Depressie

Wat is een depressie?

In het kort:


• Een depressie is ernstige neerslachtigheid en somberheid gedurende minimaal twee weken.
• Er is een duidelijke afname van plezier of interesse in activiteiten of een depressieve stemming. Soms treden ook veranderingen op in slaap- en eetgewoontes.
• Jaarlijks krijgt een op de twintig volwassen Nederlanders een depressie.
• Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen.
• Er zijn verschillende soorten depressie die variëren in aard en duur van de klachten en het moment van optreden.
• Vaak ontstaat een depressie door een combinatie van bijvoorbeeld erfelijke-, sociale- en chemische factoren.
• De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van medicijnen en therapie. Ook een gezonde en regelmatige leefstijl is belangrijk.

Over depressie

Een depressie is een abnormale neerslachtigheid die langer dan twee weken duurt en niet vanzelf verdwijnt. Er zijn vele soorten depressies, variërend van licht tot ernstig. In het algemeen geldt dat de ernst van de symptomen toeneemt met de ernst van de depressie. Depressies komen zeer veel voor. Over het algemeen hebben vrouwen vaker last van depressies dan mannen. Een depressie kan kort duren – een paar weken – maar ook maanden of zelfs jaren. We spreken van een chronische depressie als de duur minstens twee jaar is.

Soorten depressie

Er zijn verschillende soorten depressies. Een gewone depressie wordt ook wel een unipolaire depressie genoemd. Als je manisch depressief bent of een ernstige depressie hebt, spreken we van een bipolaire stoornis. Een depressie die meer dan twee jaar duurt, maar minder hevige verschijnselen heeft, wordt een chronische depressie genoemd. Er bestaan daarnaast verschillende bijzondere soorten depressies, waaronder:
Manisch-depressieve stoornis: bij mensen die manisch-depressief zijn, worden periodes van somberheid en lusteloosheid (depressie) afgewisseld door periodes van abnormale vrolijkheid (manie). Ook overdreven gevoelens van zelfvertrouwen, overmoed of sterke geprikkeldheid en ontvlambaarheid kunnen hierbij horen.
Postnatale depressie (postpartum depressie). Postnataal of postpartum betekent ‘na de geboorte’. Een postnatale depressie is een depressie die een vrouw kan krijgen na een bevalling, miskraam of abortus. De grote veranderingen die deze gebeurtenis heeft op het leven van een vrouw en de sterk veranderende hormoonspiegels spelen een rol bij het ontstaan van de depressieve gevoelens.

Waardoor wordt een depressie veroorzaakt? Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Wat wel duidelijk is, is dat de stofwisseling in de hersenen een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van een depressie. Normaal gesproken vindt tussen verschillende delen van de hersenen een voortdurende uitwisseling plaats van chemische stoffen. Deze stoffen worden neurotransmitters genoemd. Bij een depressie raakt het normale evenwicht tussen deze stoffen verstoord. Hoe dat precies in zijn werk gaat, is niet geheel duidelijk. De verstoring in de hersenen bij depressieve mensen heeft op haar beurt weer andere achterliggende oorzaken. Meestal spelen een aantal factoren een rol:

Erfelijke aanleg: kinderen van ouders met een depressie hebben bijna drie keer zoveel kans om zelf een depressie te krijgen. Een erfelijke aanleg voor depressie betekent niet altijd dat je ook echt een depressie krijgt.
Sociale en omgevingsfactoren: een verlies of een andere traumatische gebeurtenis kan leiden tot een depressie. Wanneer sociale steun wegvalt of wanneer je te maken krijgt met sociale afwijzingen, kan je in een sociaal isolement terechtkomen. Door sociaal niet actief te zijn, kan de depressie uitbreiden en uiteindelijk standhouden.
Chemische ontregeling: bepaalde stoffen in de hersengebieden, zoals serotonine en noradrenaline, komen bij depressieve mensen minder voor. Antidepressiva pakken de chemische ontregeling in de hersenen aan en zijn bedoeld om de stemming positief te beïnvloeden.
Negatieve ervaringen in je jeugd: deze kunnen je vatbaarder maken voor depressie. Hierdoor is er een kans dat je negatieve overtuigingen over jezelf ontwikkelt. Vervelende situaties op latere leeftijd kunnen deze overtuigingen opnieuw aanwakkeren. Deze negatieve kijk kan uitmonden in hopeloosheid, lusteloosheid, onverschilligheid en uiteindelijk in een depressie.
Hormonale ontregeling: sommige mensen met depressies hebben in het bloed een verhoogde dosis van het stresshormoon cortisol. Wie meer cortisol aanmaakt, reageert meestal heftiger op stressvolle gebeurtenissen of situaties.

Iemand met een erfelijk bepaalde kwetsbaarheid hoeft niet noodzakelijk een depressie te ontwikkelen. Bijvoorbeeld omdat de sociale en emotionele omstandigheden bij deze persoon toereikend zijn, waardoor er een evenwicht is. Andersom kan het zo zijn dat iemand met diezelfde kwetsbaarheid en met minder problemen wél depressief wordt, omdat deze persoon erg geïsoleerd leeft en over minder beschermende vaardigheden beschikt. Het is vaak een combinatie van factoren die uiteindelijk bepaalt of een depressie zich ontwikkelt.

Iedereen heeft weleens sombere gevoelens, die vanzelf weer overgaan. Je spreekt dan niet van een depressie. Anders is het wanneer de sombere gevoelens veroorzaakt worden door een depressie. Bij depressie kan een sombere stemming en het verlies van interesse en plezier steeds erger worden en kunnen de negatieve gevoelens langdurig aanhouden.

Volwassenen hebben een depressie als zij minstens vijf van de volgende symptomen hebben. Deze symptomen houden bovendien ten minste twee weken aan en ten minste één van de symptomen is vermindering van interesse en plezier (1) of een depressieve stemming (2). Daarnaast zijn nog minstens drie van de overige symptomen aanwezig:

• Een duidelijke afname van interesse in bijna alle activiteiten, gedurende bijna de gehele dag, zo goed als dagelijks.
• De depressieve gevoelens duren bijna de gehele dag, en komen zo goed als dagelijks terug.
• Besluiteloosheid, verminderd vermogen om na te denken of te concentreren.
• Gevoelens van waardeloosheid of ernstige, onterechte schuldgevoelens.
• Niet expres duidelijk afvallen of niet expres aankomen of meer of minder eetlust.
• Vermoeidheid of minder energie, bijna dagelijks.
• Slaapproblemen: niet (voldoende) kunnen slapen, te veel willen slapen, bijna dagelijks.
• Gejaagde, onopzettelijke bewegingen of geremdheid, bijna dagelijks.
• Gevoelens van wanhoop, fantasieën over zelfmoord zonder echt plan, zelfmoordgedachten, een zelfmoordpoging of een echt plan voor zelfmoord. Niet alleen de angst om dood te gaan.

Bovenstaande symptomen wijzen op veranderingen ten opzichte van hoe je eerder functioneerde. De symptomen van een depressie zien er bij kinderen meestal anders uit dan bij volwassenen. Ook bij vrouwen zijn de symptomen van een depressie vaak anders dan bij mannen. Lees hier meer over op de linkspagina.

 

Bij een depressie zijn verschillende behandelingen mogelijk.

Antidepressiva

Wanneer je langdurig last hebt van een ernstige depressie, kun je baat hebben bij antidepressiva. Antidepressiva zijn medicijnen tegen depressie, die invloed hebben op neurotransmitters in de hersenen. Neurotransmitters zijn stoffen in de hersenen die uiteenlopende stemmingen en gevoelens kunnen veroorzaken. Wanneer je een depressie hebt, is de werking van de neurotransmitters ontregeld. Antidepressiva kunnen helpen om de werking van de neurotransmitters te herstellen.

Antidepressiva slaan meestal na twee tot zes weken aan. Huisartsen of psychiaters schrijven antidepressiva voor wanneer de diagnose depressie is vastgesteld. Dit betekent dat iemand de twee voornaamste symptomen van depressie vertoont en minimaal drie bijverschijnselen. Bij een beginnende depressie wordt in principe geen medicatie voorgeschreven. De keuze om over te gaan op antidepressiva is onder andere afhankelijk van de patiënt en zijn omgeving. In het begin van een lichte depressie kunnen alternatieve middelen helpen. Zo kun je in plaats van antidepressiva soms Sint-Janskruid gebruiken. Gebruik dit kruid alleen in overleg met je arts, want het kan de werking van andere medicatie verminderen. Bij een winterdepressie kan lichttherapie soms uitkomst bieden.

Soorten antidepressiva

De antidepressiva die momenteel op de markt zijn, kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: de klassieke en moderne soorten. Klassieke antidepressiva bestaan vanaf het einde van de jaren vijftig. Op basis van wat bekend was over de effectiviteit van de klassieke antidepressiva zijn de moderne antidepressiva ontwikkeld. De klassieke antidepressiva kennen ten opzichte van de moderne antidepressiva enkele voor- en nadelen. Voordeel van de klassieke antidepressiva is dat ze bij ernstige depressies en bij depressies met psychotische kenmerken waarschijnlijk effectiever zijn dan de moderne antidepressiva. Een nadeel van de klassieke antidepressiva is dat ze meer bijwerkingen hebben. Moderne antidepressiva kennen minder bijwerkingen, maar kunnen soms veranderingen in het hartritme veroorzaken. Vooral in combinatie met alcohol kunnen moderne antidepressiva risico’s opleveren.

Bijwerkingen

Klassieke antidepressiva kennen bij sommige mensen bijwerkingen als: een droge mond, sufheid, verstopping, verwardheid en afvlakking van positieve gevoelens. Deze bijwerkingen zijn meestal hinderlijk en kunnen gevaarlijk zijn bij overdosering. Moderne antidepressiva geven over het algemeen minder vervelende bijwerkingen, ook bij een hoge dosering. Voorbeelden van bijwerkingen bij moderne antidepressiva zijn diarree, hoofdpijn, misselijkheid en slapeloosheid. Het nadeel van deze middelen is dat de klachten er in eerste instantie door kunnen verergeren en dat ze pas na twee tot zes weken hun diensten gaan bewijzen. Eventuele bijwerkingen treden echter meestal in de eerste weken op en verdwijnen later weer.

De meeste mensen die antidepressiva gebruiken ondervinden geen persoonlijkheidsveranderingen door de medicatie. Twee op de drie mensen heeft er baat bij en ze zijn niet verslavend. Sommige mensen krijgen bijwerkingen, anderen niet. Dat verschilt per persoon. Als de depressieve klachten minder worden, is het af te raden om zelf de medicatie af te bouwen. Dit kan er namelijk niet alleen voor zorgen dat de klachten terugkeren, maar ook dat er ontwenningsverschijnselen ontstaan. Betrek bij het afbouwen van antidepressiva in ieder geval de behandelend arts.

Therapie

Er zijn verschillende therapieën mogelijk bij een depressie, waaronder:

Cognitieve gedragstherapie (CTG). Deze is erop gericht een einde te maken aan hulpeloos en hopeloos makende denkgewoonten. Bij mildere of matige vormen van een (unipolaire) depressie is het een effectieve behandelmethode. Er zijn ook aanwijzingen dat cognitieve gedragstherapie je beter bestand maakt tegen een eventuele terugval. Gespannen of problematische relaties met anderen dragen bij tot het ontstaan en voortbestaan van depressies.

Interpersoonlijke- of relatietherapie. Dit zijn vormen van psychotherapie die specifiek gericht zijn op depressies. Ze kunnen zowel in groepsvorm als individueel plaatsvinden en helpen om nieuwe denk- en gedragspatronen aan te leren. De therapieën zijn vooral geschikt gebleken bij unipolaire depressies, eventueel in combinatie met medicatie.

Lichttherapie. Deze vorm kan effectief zijn bij het behandelen van seizoengebonden depressies, met name bij winterdepressies. Speciale lichttherapielampen thuis of op de werkplek kunnen ook een gunstig effect hebben op deze depressievorm, net als een zonnebankkuur of een wintertrip naar een zonnige vakantiebestemming.

Psychotherapie. Er vinden dan gesprekken plaats tussen jou en de psychotherapeut. De psychiater helpt je bijvoorbeeld bij het anders omgaan met je gevoelens, het veranderen van je gedrag, anders denken en/of het anders omgaan met anderen.

Looptherapie. De naam zegt het al: bij deze therapie moet je hardlopen of wandelen. Tijdens het lopen komt de stof ‘endorfine’ vrij. Endorfine zorgt ervoor dat je je sneller gelukkig voelt. Daarnaast bouw je een conditie op en voel je je fitter. Ook zorgt het voor bijvoorbeeld minder angsten, een betere nachtrust, een meer uitgerust gevoel en een beter zelfbeeld. Looptherapie werkt niet bij ernstige depressies.

Mindfulness. Deze aandachtstraining is gebaseerd op oosterse meditatie. Je leert je lichaam en geest te ontspannen, minder te piekeren en bewust keuzes te maken in plaats van automatisch te reageren. Een goede mindfulness-training is een bewezen effectieve behandeling tegen depressies.

Voor diegenen die langdurig en ernstig last hebben van depressies en bij wie medicatie en psychotherapie niet helpen, zijn neurologische ingrepen mogelijk. Deze vinden meestal plaats in een academisch ziekenhuis. Voorbeelden van deze neurologische ingrepen zijn:

  • Elektroshocktherapie (ECT). Hoewel de precieze werking van ECT tot nu toe onbekend is, blijkt het een effectieve behandeling te zijn bij ernstige depressieve of manische periodes. Kleine stroomstoten in het hoofd wekken een soort epilepsieaanval op, waardoor klachten afnemen of geheel verdwijnen. Deze epileptische aanvallen kunnen na een aantal herhalingen helpen om de negatieve gedachtenspiraal te doorbreken ofwel te ‘resetten’. De behandeling bestaat uit minimaal twee sessies per week met in totaal zes tot twaalf behandelingen. Voor de lange termijn is dit geen geschikte behandeling.
  • (Repetitieve) Transcraniële Magnetische Stimulatie: TMS of rTMS. Deze behandelvorm vermindert depressieve klachten door korte magnetische pulsen naar de hersenen te sturen. De effectiviteit van de behandeling wordt nog onderzocht.
  • Nervus Vagus Stimulatie (NVS). Een nieuwe behandeling tegen depressie vindt plaats via de nervus vagus: de twee zenuwen die vanuit de hersenen naar de organen in de borstkas en de buik lopen. Een klein apparaat in de borst zendt elektrische signalen naar de hersenen. Deze signalen beïnvloeden de stemmingsgebieden in de hersenen. Van deze behandeling is de effectiviteit nog niet vastgesteld.
  • Deep Brain Stimulation of Diepe HersenStimulatie (DBS). Bij deze behandeling is een chirurgische ingreep in de hersenen nodig. Een electrode wordt via een klein gat in de schedel in de hersenen gebracht. Deze electrode geeft stroomimpulsen af. Er zijn aanwijzingen dat DBS gunstige effecten heeft bij mensen met een zeer zware depressie, die alle alternatieve mogelijkheden tevergeefs hebben geprobeerd. DBS is als behandeling nog in ontwikkeling.

Voor de mildere vormen van depressies geldt dat je zelf een aantal dingen kunt doen om je depressieve klachten te helpen verminderen of voorkomen. Hier volgt een aantal tips:

• Eet gezond met genoeg groeten en fruit, vette vis en voldoende vitamine D en B12.
• Bewegen is belangrijk. Doe dit bij voorkeur buiten. Daglicht, buitenlucht en beweging dragen bij aan een positief gevoel en een betere conditie. Kies bijvoorbeeld uit: zwemmen, joggen, fietsen, aerobics, fitness of gewoon regelmatig wandelen.
• Verminder of stop het gebruik van alcohol en drugs. Op korte termijn geven deze middelen wellicht een goed gevoel, maar op de lange duur kunnen ze mede de veroorzaker zijn van een depressie.
• Zoek contact met mensen met wie je kunt praten of leuke dingen doen, ook al kost dat veel moeite.
• Houd vast aan een dag- en nachtritme. Sta op vaste tijden op en ga op een vaste tijd naar bed. Plan je maaltijden en je activiteiten daar tussenin. Het is belangrijk om overdag zoveel mogelijk bezig te blijven.

Als je een partner hebt, kan hij of zij ook veel voor je betekenen. Een paar tips voor hem of haar:

• Zorg dat je kennis hebt van depressies en realiseer je dat een depressie die wat langer duurt, meestal niet vanzelf verdwijnt
• Bagatelliseer de depressie niet
• Probeer je partner niet geforceerd op te vrolijken
• Toon begrip en geduld
• Zorg dat je altijd bereid bent om te luisteren; blijf betrokken
• Geef niet op; schakel professionele hulp in
• Ga samen ‘gewone’ dingen doen. Bijvoorbeeld wandelen, naar de bioscoop of winkelen.

Vergeet jezelf niet; praat ook eens met een ander over je eigen gevoelens