Doofheid

Wat is doofheid?

Als je last van doofheid hebt, dan kun je niets meer of niet meer genoeg horen om via geluid te communiceren. Ook hoortoestellen helpen niet om het gehoor te herstellen. Hierdoor moet communicatie via één of meerdere van de andere zintuigen verlopen. Denk bijvoorbeeld aan gebarentaal.

Afhankelijk van de leeftijd waarop de doofheid ontstaat, kun je prelinguaal of postlinguaal doven onderscheiden. Prelinguaal doven zijn óf doof geboren óf voor hun derde jaar doof geworden. Deze mensen hebben vaak ook moeite met praten omdat hun spraak zich niet goed heeft kunnen ontwikkelen. Postlinguaal doven zijn pas na hun derde jaar doof geworden en hebben dus wel een normale taalontwikkeling gehad.

Slechthorendheid

Doofheid moet overigens niet verward worden met slechthorendheid. Je bent slechthorend als je gehoorvermogen is verminderd, maar communicatie via het gehoor (eventueel met hoortoestellen of een cochleair implantaat) nog wel mogelijk is.

Doofheid kan vele verschillende oorzaken hebben. Zo kan prelinguale doofheid aangeboren zijn. In dit geval kan de doofheid veroorzaakt zijn door een fout in de ontwikkeling van de oren of onderdeel zijn van een uitgebreider ziektebeeld. Prelinguale en postlinguale doven die pas na de geboorte doof worden, kunnen bijvoorbeeld permanent doof worden door:

• Hoofdletsel waarbij het binnenoor beschadigd raakt
• Plotselinge drukverandering, zoals bij duiken en vliegen
• Infecties zoals een hersenvliesontsteking of middenoorontsteking
• Otosclerose of verbening van delen van het binnenoor en middenoor
• Gestoorde afweerreacties
• Doorbloedingsproblemen van je oren
• De ziekte van Ménière
• Ouderdom

Doofheid is over het algemeen permanent, maar soms kan het ook tijdelijk zijn en plotseling optreden. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij extreme drukverschillen, verkoudheid of een oorontsteking. Het kan zijn dat de plotselinge doofheid zich beperkt tot één oor. Het gehoor zal zich uiteindelijk vanzelf herstellen.

Het belangrijkste symptoom van doofheid is dat je niet kunt horen. Als doofheid aangeboren is, wordt dit vaak in de eerste weken of maanden al ontdekt doordat de kleine niet reageert op harde geluiden en geen kenmerkende babygeluidjes gaat maken. Als de doofheid op latere leeftijd ontstaat, kun je dit zelf aangeven.
Naast het niet kunnen horen, kan praten erg moeilijk voor je zijn. Met name als de doofheid is ontstaan voordat de spraak is ontwikkeld.

Doofheid kan niet genezen worden. Als er sprake is van slechthorendheid, kan er vaak wel gezorgd worden dat het gehoor beter wordt. Bij jonge kinderen kan wel gebruik gemaakt worden van een oorimplantaat om horen mogelijk te maken of gemakkelijker te maken.

Cochleair implant of slakkenhuisimplantaat

Een cochleair implantaat kan operatief worden ingebracht en prikkelt de gehoorzenuw. Hierdoor is het mogelijk om geluiden te horen. Het implantaat bestaat uit een ontvanger, omvormer en elektroden. De omvormer zet geluidssignalen van buiten het oor om in een soort radiosignaal. Dit radiosignaal kan vervolgens door de ontvanger ontvangen worden. De ontvanger geeft vervolgens via de elektroden een signaal aan de gehoorzenuwen. Een implantaat werkt niet bij iedereen. Als je nog geluiden hoort, is het daarom verstandiger om een gehoorapparaat te gebruiken.