Wat zijn gewrichtsklachten?
Een gewricht is een verbinding tussen botten en zorgt ervoor dat we kunnen bewegen. Er zijn verschillende soorten gewrichten:
- Kogelgewricht: deze kan in alle richtingen bewegen. Voorbeelden hiervan zijn je schouder en je heup.
- Zadelgewricht: deze kan in twee richtingen bewegen. Bij de overgang van je hand naar je duim zit een zadelgewricht. Daarom kan je duim ook in meer richtingen bewegen dan je andere vingers.
- Eivorming gewricht: ook deze kan maar in twee richtingen bewegen, net als het zadelgewricht. Je pols is een voorbeeld van een eivormig gewricht.
- Scharniergewricht: deze kan maar in een richting bewegen. Je vingers en knieën bestaan uit scharniergewrichten.
- Rolgewricht: deze kan, net als het scharniergewricht, maar in een richting bewegen. De twee botten in je onderarm (spaakbeen en ellepijp) vormen samen een rolgewricht.
Een gewricht bestaat dus uit twee botten die samen komen. De uiteinden van deze botten zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Om de botten goed bij elkaar te houden, zit er een kapsel en stevige banden om het gewricht heen. De binnenste laag van het kapsel maakt een vloeistof die samen met het kraakbeen dient als smeermiddel voor het gewricht. Zo kun je dus soepel blijven bewegen. Als er iets mis is in het gewricht, kunnen gewrichtsklachten ontstaan.