Hondsdolheid (Rabiës)

Wat is hondsdolheid?

Hondsdolheid (rabiës) is een ernstige, dodelijke virusziekte die wordt veroorzaakt door het rabiësvirus. Het rabiësvirus tast het centraal zenuwstelsel, bestaande uit je hersenen en ruggenmerg, aan. Hondsdolheid is een levensgevaarlijke aandoening die, wanneer er symptomen optreden, niet meer te behandelen is en tot de dood zal leiden.

Oorzaken

De oorzaak van hondsdolheid is het rabiësvirus. Het virus wordt meestal overgedragen via een beet of krab van een dier dat besmet is met het rabiësvirus, zoals honden, vleermuizen, katten of apen. Het kan ook worden overgedragen via:

  • Bloed-op-bloed contact
  • Slijmvliescontact
  • Deeltjes in de lucht
  • Orgaantransplantatie

De periode tussen de infectie met het rabiësvirus en de eerste symptomen ligt meestal tussen de twee tot twaalf weken, maar kan ook oplopen tot twee jaar. Als je eenmaal symptomen van hondsdolheid hebt, zal je binnen twee tot tien dagen komen te overlijden.

Symptomen

In het begin zijn de symptomen van hondsdolheid vaak aspecifiek. Zo kan je last hebben van:

  • Misselijkheid
  • Braken
  • Hoofdpijn
  • Lichte koorts
  • Verminderde eetlust
  • Zere keel

Later kan je last krijgen van meer neurologische klachten:

  • Hallucinaties
  • Depressieve gevoelens
  • Slapeloosheid
  • Paranoïde gedrag
  • Verhoogde prikkelbaarheid
  • Verhoogde spierspanning
  • Overgevoeligheid voor fel licht en harde geluiden
  • Overmatige productie van speeksel en tranen en niet meer kunnen praten of slikken. De kaak raakt verlamd waardoor je niet meer kan drinken.

Typerend voor hondsdolheid zijn de symptomen in het lichaamsdeel van de geïnfecteerde wond:

  • Pijn
  • Jeuk
  • Koud gevoel
  • Tintelingen
  • Spierkrampen
  • In het laatste stadium van hondsdolheid zal je verlammingsverschijnselen krijgen en in coma raken waarna je overlijdt, omdat je ophoudt met ademen.

Behandeling

Wanneer je eenmaal verschijnselen van hondsdolheid vertoont, is er geen behandeling meer mogelijk. Daarom is preventie zeer belangrijk, zoals het vermijden van direct contact met wilde dieren. Wanneer je toch gebeten wordt, moet je zo snel mogelijk de wond uitwassen met water en zeep en goed ontsmetten met alcohol of jodium. Raadpleeg hierna direct een arts om de mogelijkheid tot vaccinatie te bespreken. Het vaccin tegen hondsdolheid moet zo snel mogelijk, liefst binnen 24 uur, toegediend worden. Als je niet vooraf gevaccineerd bent, bestaat dit uit een serie hondsdolheidvaccins (5 stuks) en een vaccinatie met antiserum.

Preventieve vaccinatie hondsdolheid

Er kan worden aanbevolen je van te voren te laten vaccineren tegen het rabiësvirus, wanneer je:

  • Langer dan drie maanden naar een hoog risico gebied gaat.
  • Nauw contact verwacht met dieren op je reis.
  • Niet snel medische hulp kunt krijgen in het gebied waar je op reis gaat.
  • Reist met bijvoorbeeld kleine kinderen, deze kunnen niet vertellen of ze gekrabd zijn.

Deze vaccinatie tegen hondsdolheid beschermt je minimaal twee jaar. Na een actieve vaccinatie vooraf dient bij een beet nog wel twee keer gevaccineerd te worden.