Lactose-intolerantie

Wat is lactose-intolerantie?

Bij lactose-intolerantie krijg je darmproblemen als je te veel van de stof lactose (melksuiker) binnenkrijgt. Lactose komt vooral voor in melk en melkproducten, maar ook in kant-en-klaarproducten waar melkbestanddelen in zitten.

Koemelkallergie

Lactose-intolerantie is niet hetzelfde als koemelkeiwit-allergie. In beide gevallen heb je klachten bij het drinken van melk, maar de oorzaak is verschillend. Bij lactose-intolerantie kan je lichaam de lactose die in melk zit niet voldoende verteren (lactose-allergie). Iemand met koemelkeiwit-allergie heeft een allergische reactie op de eiwitten die in melk voorkomen. Ook zit lactose niet in alle melkproducten en melkeiwit wel. Het dieet bij koemelkallergie is daarom strenger dan dat bij lactose-intolerantie.

 

Normaal gesproken maakt je lichaam in de dunne darmwand een stof aan om lactose te verteren: het enzym lactase. Als er te weinig lactase aangemaakt wordt kan de lactose niet goed verteerd worden. Je lichaam kan de onverteerde lactose dan niet opnemen of absorberen. Dit wordt ook wel “lactosemalabsorbtie” genoemd en is de oorzaak van lactose-intolerantie. Lactosemalabsorptie hoeft overigens nog niet te betekenen dat je ook klachten krijgt. Sommige mensen merken er niets van. Pas als je bij het gebruik van normale hoeveelheden melk(producten) klachten krijgt, spreek je van een lactose-intolerantie.

Je kunt ook op latere leeftijd een lactose-intolerantie ontwikkelen. Bij oudere mensen lijkt de productie van lactase geleidelijk af te nemen.

Er zijn verschillende oorzaken mogelijk voor het ontwikkelen van lactose-intolerantie:

Primaire lactose-intolerantie
Bij de geboorte heeft elke baby genoeg lactase om lactose in moedermelk of de zuigelingenvoeding goed te verteren. Een baby heeft daar veel van nodig, omdat hij alleen maar melk drinkt. Zodra de baby ook andere voedingsmiddelen krijgt wordt de behoefte aan lactase minder en neemt de productie af. Hierdoor ontstaan er problemen met de vertering van lactose. Dit is de meest voorkomende oorzaak van een lactose-intolerantie en heet primaire lactose-intolerantie.

Secundaire lactose-intolerantie
Als je een beschadiging hebt aan de darmwand, bijvoorbeeld door ziekte (na een periode met diarree) of een operatie, kan de productie van lactase in de darmwand (tijdelijk) sterk afnemen. Dit noemen we secundaire lactose-intolerantie.

Aangeboren lactose-intolerantie
Er bestaat ook een aangeboren vorm van lactose-intolerantie (congenitale lactose-intolerantie). Dit is een zeldzame erfelijke vorm van lactose-intolerantie. Kinderen met deze vorm verdragen ook geen moedermelk. Deze vorm van lactose-intolerantie gaat nooit meer over.

Bij lactose-intolerantie krijg je bij het eten van lactose bevattende producten last van darmklachten zoals buikpijn, een opgeblazen gevoel, winderigheid en diarree.

Voorafgaand aan de diagnose bestaan vaak al redelijke vermoedens van een lactose-intolerantie omdat er een heftige reactie is op het nuttigen van (grote hoeveelheden) melkproducten. Voor het stellen van de diagnose zijn drie mogelijkheden:

• Waterstof-ademtest
• Lactose Tolerantie Test (LTT)
• Eliminatie-Provocatietest

De behandeling van lactose intolerantie bestaat vooral uit aanpassen van je voeding. Je moet een lactosebeperkt dieet volgen. Dit houdt in dat je minder voedingsmiddelen mag gebruiken waarin veel lactose zit. Het gaat dan met name om producten als melk, karnemelk, yoghurt, vla, (slag)room en zachte kazen, zoals smeerkaas en brie. Soms is het nodig om echt alle lactose uit je voeding weg te laten. Dit kan tijdelijk zijn, bijvoorbeeld om je darmen de tijd te geven om te herstellen. Een lactosevrij dieet is alleen nodig als je ook bij heel kleine hoeveelheden lactose klachten hebt.

Toch de benodigde voedingstoffen binnenkrijgen
Je kunt niet zomaar alle melkproducten uit je voeding weglaten, want er zitten belangrijke voedingsstoffen in, zoals calcium en vitamine B. Er zijn verschillende manieren om toch alle benodigde voedingsstoffen binnen te krijgen:

Meer zure melkproducten gebruiken. Deze kun je vaak beter verdragen, omdat deze producten bacteriën bevatten die lactase in zich hebben.

Gewone melk kun je ook vervangen door sojamelk, eventueel aangevuld met vitamine- en/of kalktabletten.

Bij de apotheek zijn ook tabletten verkrijgbaar met lactase erin. Dit is handig als je geen dieet kan of wil volgen. Je kunt de klachten voorkomen door de tabletten tegelijk in te nemen met lactose-bevattende voedingsmiddelen.

Het is belangrijk dat je voeding, ondanks het weglaten van de lactose, volledig blijft en er geen tekorten ontstaan. Daarom is het goed om een voedingskundige of diëtist om hulp te vragen bij het samenstellen van je dieet bij lactose intolerantie.