Osteochondrose (Ziekte van Osgood-Schlatter)

Wat is de ziekte van Osgood-Schlatter?

De ziekte van Osgood-Schlatter is een veelvoorkomende aandoening bij kinderen die sporten. De ziekte van Osgood-Schlatter heet ook wel osteochondrose en is een overbelasting van de knie en het scheenbeen. De aandoening dankt zijn naam aan zijn ontdekkers, dokter Osgood en dokter Schlatter.

De ziekte van Osgood-Schlatter komt voornamelijk voor bij kinderen die in hun groeispurt zitten. Dat betekent bij meisjes tussen de acht en dertien jaar en bij jongens van tien tot vijftien jaar oud. De aandoening komt meer voor bij jongens dan bij meisjes en de klachten verdwijnen meestal wanneer het kind ouder wordt.

 

 

 

De oorzaak van de ziekte van Osgood-Schlatter is de groei. In de botten van kinderen zitten groeischijven. Deze groeischijven, ook wel groeikernen genoemd, zijn van kraakbeen en worden langzaam omgezet in bot. De groeikern die net onder de knie zit, kan minder belasting verdragen omdat het zachter is dan het bot. Hierdoor raakt dit gedeelte van de knie snel overbelast. Daarnaast groeien de botten van kinderen sneller dan de spieren en de pezen. Deze komen dan meer op spanning te staan, voornamelijk tijdens het sporten. De spanning leidt ertoe dat de pezen en spieren overbelast en ontstoken raken.

Bij de ziekte van Osgood-Schlatter ontstaat er een zwelling net onder de knie. Dit is meestal op de plek waar de bovenbeenspier vastzit aan het kniegewricht. De ontstekingsreactie zorgt er soms voor dat er kleine stukjes bot afscheuren, dit heet een avulsiefractuur. Als dit herstelt kunnen er soms botuitsteeksels net onder de knie ontstaan.

De symptomen van de ziekte van Osgood-Schlatter zijn voornamelijk pijn en een opgezette, warme knie. Meestal is slechts één knie aangedaan, maar sommige kinderen hebben klachten aan beide knieën. Fietsen, hardlopen, hurken, traplopen en op de knieën zitten doet vaak pijn.

In een nog niet zo ver gevorderd stadium van de ziekte van Osgood-Schlatter voelt het kind alleen pijn tijdens het sporten, maar in een verder gevorderd stadium blijft de pijn constant aanhouden. De zwelling onder de knie voelt warm aan en is pijnlijk bij aanraking.

Voor de diagnose van de ziekte van Osgood-Schlatter kun je het beste naar de huisarts of de fysiotherapeut. Deze kijkt of de klachten passen bij de symptomen van de ziekte van Osgood-Schlatter. Daarnaast kan de arts op een röntgenfoto eventuele afwijkingen van het scheenbeen zien. Soms maakt de arts een echo van het scheenbeen/de knie om aan de hand van de beelden de diagnose van de ziekte van Osgood-Schlatter te stellen.

De behandeling van de ziekte van Osgood-Schlatter is voornamelijk gericht op rust houden. De klachten van de ziekte van Osgood-Schlatter verdwijnen meestal na enkele weken tot enkele maanden. In uitzonderlijke gevallen duren de klachten langer dan een jaar.

Probeer zware inspanning te vermijden en het is vooral erg belangrijk om te stoppen met de inspanning als je pijn voelt. Ga op zoek naar andere sporten om zo toch in goede conditie te blijven. Zwemmen is bijvoorbeeld een goede sport waarbij je de knieën niet te veel belast. Om de pijn te onderdrukken kun je pijnstillers nemen. Daarnaast kun je de knie koelen met ijs, met name na het sporten.

Neem contact op met de huisarts of fysiotherapeut als de klachten langer dan vier tot zes weken aanhouden. De fysiotherapeut geeft je oefeningen om de spieren en pezen in je bovenbeen langer te maken. Bij een zeer ernstige vorm van de ziekte van Osgood-Schlatter zijn er stukjes bot losgeraakt en elders weer vergroeit aan het bot waardoor er botuitsteeksels zijn. In sommige gevallen is het noodzakelijk om deze botuitsteeksels operatief te verwijderen.

Het geven van een corticosteroïdeninjectie om de pijn te verlichten is niet zinvol bij de ziekte van Osgood-Schlatter.

Om de ziekte van Osgood-Schlatter te voorkomen is het erg belangrijk om voor het sporten altijd een goede warming-up te doen. Zorg ervoor dat je de trainingen geleidelijk opbouwt, dus ga niet opeens erg intensief trainen.

Je kunt de ziekte van Osgood-Schlatter proberen te voorkomen door de pezen en spieren langer te maken. Dit kun je doen door rekoefeningen te doen. Houd de bovenkant van de voet vast en trek deze richting de bil. Belangrijk is om je knieën bij elkaar te houden en rechtop te blijven staan.

Probeer altijd op een zachte ondergrond te trainen zoals in het bos of op gras. Daarnaast verhoogt overwicht het risico op de ziekte van Osgood-Schlatter dus zorg voor een gezond gewicht.