Parkinson dementie

Wat is Parkinson dementie?

De ziekte van Parkinson is een neurologische aandoening. Door de ziekte krijg je moeite met je motoriek (bewegen). Kenmerkend zijn hevig bevende handen in rust, een vlakke gezichtsuitdrukking en een stijve lichaamshouding. Als je de ziekte van Parkinson hebt, is er een kans van 35 tot 55 procent dat je ook dementie krijgt. Dit wordt Parkinson dementie genoemd.

Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan. Parkinson dementie ontstaat in het gebied van de hersenen dat ook door de ziekte van Parkinson is aangetast. Deze vorm van dementie begint meestal tien tot vijftien jaar na het begin van de ziekte van Parkinson. Mannen hebben meer kans op Parkinson dementie dan vrouwen.

 

De ziekte van Parkinson ontstaat door het afsterven van cellen in de ‘substantia nigra’, het deel in de middenhersenen dat de bewegingen van het lichaam aanstuurt. Bij Parkinson dementie zijn daarnaast vaak zogenaamde Lewy-lichaampjes, eiwitopstapelingen in de hersenen, aanwezig. Deze komen ook voor bij Lewy Body Dementie. De oorzaken hiervan zijn nog onbekend. Parkinson dementie is meestal niet erfelijk, maar het kan wel vaker voorkomen in een familie.

De meeste mensen met Parkinson dementie krijgen problemen met het ophalen van informatie. Ook ga je vaak trager denken en spreken en neemt het vermogen tot abstract denken af.

In het beginstadium van Parkinson dementie is het lastig onderscheid te maken tussen de ziekte van Parkinson en Parkinson dementie. Dit komt doordat enkele mogelijke symptomen van de ziekte van Parkinson en Parkinson dementie (zoals depressies, slecht concentreren en hallucinaties) overlappen.

Daarnaast wordt Parkinson dementie vaak verward met Lewy Body dementie. Het grote verschil is dat je bij Parkinson dementie geleidelijk steeds meer symptomen gaat vertonen, terwijl bij Lewy Body dementie in het beginstadium de symptomen per dag kunnen verschillen.

  • Je kunt last hebben van visuele hallucinaties. Dat wil zeggen dat je iets ziet wat er niet echt is.
  • Je hebt last van parkinsonisme. Dit zijn de verschijnselen die bij de ziekte van Parkinson optreden, zoals trillen, stijfheid, langzame bewegingen, een gebogen houding en een schuifelende manier van lopen.
  • Je reageert slecht op bepaalde medicijnen die bij hallucinaties of onrust gegeven worden (antipsychotica).

  • Trager denken en spreken
  • Geheugenproblemen, vooral bij het ophalen van herinneren
  • Problemen met het afremmen of opstarten van bewegingen
  • Verminderd vermogen om abstract te denken
  • Problemen met plannen, multi-tasken, problemen oplossen en concentreren
  • Verminderd vermogen om te improviseren en te handelen bij onverwachte gebeurtenissen

Bij sommige mensen met Parkinson dementie lijkt het verloop van de dementie op die van de ziekte van Alzheimer.

De diagnose Parkinson dementie wordt meestal gesteld door de neuroloog waar je al onder behandeling bent voor de ziekte van Parkinson.

Als naast de ziekte van Parkinson ook dementie vermoed wordt, zal de arts beginnen met een gesprek (anamnese) en een paar aanvullende tests om de ernst van de mogelijke dementie te bepalen.

Aanvullend onderzoek

Als je neuroloog vermoedt dat je Parkinson dementie hebt, voert hij of zij ook een bloedonderzoek en lichamelijk onderzoek uit. Dit is om uit te sluiten dat er een andere oorzaak is voor je verminderde hersenfuncties. Andere mogelijke oorzaken zijn bijvoorbeeld:

  • Een nieraandoening
  • Een psychiatrische aandoening
  • Alcoholisme
  • Vitamine deficiënties
  • Doorbloedingsstoornissen
  • Behandeling van parkinson dementie

Parkinson dementie is niet te genezen, maar er zijn wel medicijnen om symptomen zoals depressie of hallucinaties te onderdrukken. Hierbij moet wel opgelet worden, omdat mensen met de ziekte van Parkinson doorgaans meer en ernstigere bijwerkingen vertonen bij het gebruik van antipsychotica.

Als medicatie niet helpt of zorgt voor te veel bijwerkingen, kan hersenstimulatie helpen. Hierbij worden de ziekteverschijnselen onderdrukt door middel van elektrische pulsen.

De verdere behandeling van Parkinson dementie is erop gericht je zo lang mogelijk in een zo goed mogelijke conditie te houden, zowel lichamelijk als geestelijk. Voldoende beweging en goede en voldoende voeding en verzorging zijn hierbij erg belangrijk.

Samen met een arts wordt bekeken óf en hoeveel hulp je nodig hebt. Als je al langer de ziekte van Parkinson hebt, heb je vaak al hulp bij de dagelijkse verzorging. Afhankelijk van de situatie kun je met Parkinson dementie nog een hele tijd thuis blijven wonen met de juiste zorg en begeleiding. Mantelzorgers kunnen je partner, je kinderen, vrienden, maar ook je buren zijn.

De ziekte van Parkinson brengt veel lichamelijke beperkingen met zich mee. Daarbij heb je ook meer kans op depressies en hallucinaties. Als je Parkinson dementie krijgt, kan het erg moeilijk zijn om te merken dat je zowel fysiek als geestelijk langzaam achteruitgaat. Een rustige, vertrouwde omgeving met niet te veel prikkels zorgt vaak voor meer rust.

Parkinson dementie vraagt ook veel van de mensen in je directe omgeving. Voor hen kan het lastig zijn om te merken dat je verandert. Zeker van mantelzorgers wordt veel gevraagd. Voor hen is het belangrijk om niet overbelast te raken.