Penopauze

Wat is Penopauze?

De penopauze – ook wel andropauze of mannelijke overgang genoemd – ontstaat bij mannen tussen het veertigste en vijftigste levensjaar. Deze periode is vergelijkbaar met de menopauze bij vrouwen, inclusief overgangsverschijnselen, zoals opvliegers. Kenmerkend voor de penopauze is een geleidelijke daling van het geslachtshormoon testosteron. Dit gaat samen met zowel geestelijke als lichamelijke veranderingen.

 

 

 

 

 

De penopauze heeft twee oorzaken:

  • Het ouder worden
  • Het afnemen van het geslachtshormoon testosteron

Testosteron is een belangrijk androgeen (mannelijk geslachtshormoon) dat voornamelijk geproduceerd wordt in de testikels en voor een klein gedeelte in de bijnieren. Hoe snel de testosteronspiegel afneemt verschilt per man. Een dalend testosterongehalte is een natuurlijk proces. De biologische noodzaak om zich voort te planten op oudere leeftijd is er niet meer en daarom maakt het lichaam minder testosteron aan.

De penopauze kan vervelende klachten met zich meebrengen. Daling van het testosterongehalte heeft zowel fysieke als mentale gevolgen.

Veel voorkomende mentale gevolgen zijn:

  • Verminderend libido
  • Stemmingswisselingen
  • Verdrietig, boos, somber, gefrustreerd of agressief gedrag
  • Meer behoefte aan drank of nicotine

Veel voorkomende fysieke gevolgen zijn:

  • Plasproblemen
  • Vermoeidheid
  • Opvliegers
  • Verminderde spierkracht
  • Erectieproblemen
  • Bloedarmoede
  • Slaapstoornissen

Een laag testosterongehalte wordt soms ook in verband gebracht met verschillende ouderdomskwalen, zoals:

  • Te hoog cholesterolgehalte
  • Te hoge bloeddruk
  • Overgewicht en een afwijkende bloedsuikerspiegel
  • Osteoporose (botontkalking)
  • Aderverkalking
  • Bloedarmoede

De diagnose penopauze stel je op basis van de hormoonbalans in het lichaam en de psychologische en fysieke gesteldheid. Meestal is de hormoonbalans die blijkt uit een bloedtest doorslaggevend. Een enkele keer is er nog verder onderzoek nodig.

De penopauze kun je helaas niet voorkomen. Behandeling bestaat uit symptoombestrijding door het testosterongehalte in het lichaam te normaliseren. Hiervoor bestaan verschillende behandelvormen:

Testosterongel

Testosterongel smeer je iedere ochtend op de huid. Aankleden mag na tien minuten. Het testosteron komt verspreid over de dag via de huid in de bloedbaan terecht. Dit zorgt ervoor dat het testosterongehalte in het lichaam nauwelijks schommelt. Een enkele keer levert dit een geïrriteerde huid op.

Testosteronpleisters

Net als bij de gel, wordt ook bij pleisters het testosteron via de huid opgenomen in een gereguleerde afgifte. Een testosteronpleister vervang je iedere 48 uur. Een voordeel is dat je de hormonen niet aan je vingers krijgt en verder niemand anders in contact kan komen met de hormonen, zoals kinderen. Om huidirritatie te voorkomen is het aan te raden om de pleister steeds op een andere plek te dragen.

Testosterontabletten

Testosterontabletten worden voorgeschreven door een arts. Het voordeel is dat de darmen testosteron snel opnemen en afbreken. Het nadeel is dat de testosteronspiegel hierdoor schommelt. Bovendien kunnen medicijnen in enkele gevallen een geïrriteerde maagwand als bijwerking hebben.

Testosteroninjecties

Een arts injecteert testosteron in de spier. Het voordeel is dat het lichaam testosteron direct opneemt, waardoor de testosteronspiegel snel stijgt. Helaas daalt na twee weken het testosteronniveau in het bloed ook snel weer. Een injectie moet dus op vaste momenten toegediend worden. Bovendien kan de behandeling pijnlijk zijn. Door de wisselende testosteronniveaus kan de man prikkelbaar, humeurig of emotioneel raken.

Je kunt ook zelf maatregelen nemen tegen de penopauze. Opvliegers kun je bijvoorbeeld verminderen met zelfhulpmiddelen. Verder helpt het om gezond en veelzijdig te eten en regelmatig te bewegen.