Postpolio

Postpolio

Het postpolio syndroom, ook wel PPS, komt voor bij mensen die jaren geleden polio hebben gehad. "Post" betekent dus niks anders dan, "na" de polio. Het poliovirus heeft ervoor gezorgd dat er zenuwcellen in het ruggenmerg dood zijn gegaan. Na het poliovirus moeten er dus veel minder zenuwcellen dezelfde arbeid verrichten. Omdat dit een erg grote belasting is, kan het zijn dat deze cellen het na vele jaren niet meer aankunnen. Dit zorgt voor nieuwe verschijnselen, zoals:

  • spierzwakte
  • verminderd uithoudingsvermogen
  • ongewone en snelle vermoeidheid
  • spier- en/of gewrichtspijn
  • problemen met slikken, kauwen en spreken (dit slechts in enkele gevallen)
  • slecht verdragen van kou
  • kortademigheid

Behandeling

Als het postpolio syndroom is vastgesteld is het belangrijk grote lichamelijke inspanning te vermijden en rust te nemen bij optredende vermoeidheid. Wel is het goed niet-inspannende oefeningen te doen onder leiding van een fysiotherapeut maar u mag hierbij uw vermoeidheidsgrens niet overschrijden. Zo worden de spieren onderhouden, maar niet overbelast.

Overbelasting kan er juist voor zorgen dat er nog meer functieverlies optreed. Neem dus voldoende rust. Hulpmiddelen zodat u energie spaart kunnen u hier bij helpen, Denk bijvoorbeeld aan douchezitjes, rolstoel voor lange afstanden en een woning zonder trappen. Uw neuroloog kan u samen met een ergotherapeut adviseren.