Schizofrenie

Wat is schizofrenie?

Schizofrenie is een aandoening die zowel voor de patiënt als zijn omgeving veel leed meebrengt. Het is een aandoening waarvan een stoornis in de hersenen waarschijnlijk de oorzaak is. Letterlijk betekent schizofrenie ‘gespleten geest’. Hierdoor denken veel mensen onterecht dat schizofrenie hetzelfde is als een meervoudige persoonlijkheidsstoornis - dit is echter niet het geval. Iemand met schizofrenie is in periodes van psychose het contact met de werkelijkheid kwijt. Deze periodes worden afgewisseld met stabiele(re) periodes.

Verschillende soorten

Bij schizofrenie kan onderscheid worden gemaakt tussen een aantal verschillende typen. Dit zijn:

  • Paranoïde schizofrenie, gekenmerkt door wanen of auditieve hallucinaties. Onsamenhangende spraak en afwijkende emoties komen minder voor.
  • Gedesorganiseerde of hebefrene schizofrenie, gekenmerkt door onsamenhangende spraak en gedrag en vervlakte of afwijkende emoties.
  • Katatone schizofrenie, gekenmerkt door lichamelijke verschijnselen zoals onbeweeglijkheid, buitensporig bewegen of het aannemen van vreemde houdingen.
  • Ongedifferentieerde schizofrenie, gekenmerkt door een mengeling van symptomen van de bovengenoemde typen

Wel of geen schizofrenie?

Schizofrenie wordt soms verward met andere aandoeningen. Ook bestaan er enkele aandoeningen waarbij iemand kenmerken van schizofrenie vertoont, maar niet voldoende voor een diagnose of in combinatie met symptomen die niet bij schizofrenie passen. Voorbeelden hiervan zijn een schizoaffectieve stoornis, een schizotypische persoonlijkheidsstoornis en een schizofrenivorme stoornis.

De ziekte kan bij iedereen voorkomen, elk karakter (druk of rustig, vrolijk of somber), elk sociaal milieu, elke intelligentie (van hoogbegaafd tot zwakzinnig). Meestal spreken we van schizofrenie als iemand zes maanden aaneengesloten psychotische verschijnselen heeft, waarvan er gedurende één maand actieve hallucinaties, onsamenhangende spraak en/of negatieve symptomen voorkomen. Schizofrenie is een chronische ziekte. Vaak beginnen de symptomen tussen het zestiende en vijfentwintigste levensjaar. Het komt bij mannen en vrouwen even vaak voor, maar openbaart zich bij vrouwen gemiddeld vier jaar later dan bij mannen.

Iemand met schizofrenie heeft zowel (redelijk) stabiele als psychotische periodes die elkaar afwisselen. Bij schizofrenie zijn in een psychotische periode het denken, gevoelsleven en gedrag ernstig verstoord en verward. Tijdens een psychose is het besef van de realiteit minder en is het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid moeilijk. Daardoor kan iemand waanbeelden (hallucinaties) krijgen. Hierdoor kan iemand denken iemand anders te zijn (bijvoorbeeld God), of denken dat zijn of haar gedachten van buitenaf bestuurd worden.

Zintuiglijke hallucinaties zorgen dat iemand dingen ziet, hoort of ruikt die er niet zijn – bijvoorbeeld stemmen horen in je hoofd. Iemand met schizofrenie kan moeilijk bereikbaar zijn en erg naar binnen gekeerd. Daardoor kan iemand heel passief worden. Zij zijn teruggetrokken en kunnen weinig prikkels verdragen. Tijdens een psychose treedt echter juist heel druk en onrustig gedrag op. Slapen lukt dan vaak niet meer en het dag- en nachtritme kunnen worden omgedraaid. Ook kunnen associatiestoornissen optreden, wat op anderen overkomt als ‘vreemde gedachtesprongen’. Het zorgt dat iemand een denkpatroon volgt dat door anderen niet te volgen is. De uitspraken van iemand in een psychose komen warrig en onbegrijpelijk over. In schizofrene periodes kan een verlammende besluiteloosheid optreden, waardoor iemand een keuze voor een eenvoudige handeling niet meer kan maken.

De oorzaak van schizofrenie is onduidelijk. Wel is bekend dat opvoeding of gezinsleven geen oorzaken zijn. Of schizofrenie erfelijk kan zijn is onduidelijk, maar er wordt wel gedacht dat dit, samen met omgevingsfactoren, een rol kan spelen.

Waarschijnlijk is een stoornis in de hersenen de oorzaak van schizofrenie. Er wordt onderzoek gedaan naar biologische, psychologische en sociale factoren. Vermoed wordt dat de combinatie van bepaalde biologische factoren (welke erfelijk kunnen zijn) leidt tot kwetsbaarheid voor stress (zoals onder- of overbelasting) en dit zou aanleiding zijn voor het uitbreken van de symptomen van schizofrenie: de psychose. Dit noemt men ook wel de kwetsbaarheid-stress-hypothese. Ook complicaties die optraden voor, tijdens of na de geboorte kunnen een rol spelen. Denk hierbij aan een influenza-infectie tijdens het tweede trimester van de zwangerschap, een zuurstoftekort tijdens de geboorte of een laag geboortegewicht. Dit betekent echter niet dat iedereen die dit heeft meegemaakt ook schizofrenie krijgt.

Bij schizofrenie worden drie soorten symptomen onderscheiden: positieve symptomen, negatieve symptomen en cognitieve verslechtering.

Positieve symptomen bij schizofrenie (Actieve symptomen)

Er wordt van positieve symptomen gesproken wanneer iemand met schizofrenie iets ervaart dat iemand zonder schizofrenie niet zou ervaren. Voorbeelden hiervan zijn:

Wanen

  • Achtervolgingswanen, het idee dat je wordt achtervolgd of bespioneerd
  • Betrekkingswanen, het idee dat passages uit boeken, songteksten of het nieuws speciaal voor jou bedoeld zijn en betrekking op jou hebben.
  • Gedachteonttrekking en gedachteinbreng, het idee dat anderen je gedachten kunnen lezen of dat je gedachten van buitenaf worden opgelegd.

Hallucinaties

  • Auditieve hallucinaties, het horen van stemmen die met elkaar praten, je bekritiseren en je soms zelfs opdrachten geven. Deze vorm komt het vaakst voor.
  • Hallucinaties op het gebied van andere zintuigen, zoals zicht, geur, gevoel of smaak.

Verwardheid

Tijdens een psychose verloopt het denken te langzaam of te chaotisch, met verwarde en onsamenhangende spraak, geratel of een onvermogen om gesprekken goed te volgen als gevolg.

Bizar gedrag

In extreme gevallen kan katatonie voorkomen, waardoor je in een verstijfde houding blijft staan of juist constant een bepaalde nutteloze beweging maakt, ondanks pogingen van anderen om je ermee op te laten houden.

Negatieve symptomen bij schizofrenie (Passieve symptomen)

Bij negatieve symptomen valt er iets weg wat er voorheen wel was. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Het afvlakken van emoties
  • Teruggetrokken gedrag
  • Spraakarmoede, een vermindering van gedachten waardoor je ook minder gaat praten
  • Athenodie, een afgenomen vermogen om fijne gevoelens te ervaren
  • Weinig belangstelling voor activiteiten waar je je vroeger mee bezig hield

Cognitieve verslechtering bij schizofrenie

Tot slot is er cognitieve verslechtering. Dit houdt in dat je last krijgt van concentratie- en geheugenproblemen. Activiteiten waarbij organisatie, planning en probleemoplossend vermogen zijn vereist, worden moeilijk tot onmogelijk. Beroepen waarbij deze dingen belangrijk zijn of waarbij beslissingen moeten worden genomen of moeilijke handelingen moeten worden uitgevoerd zijn dan ook niet haalbaar.

Er wordt gesproken van schizofrenie wanneer een aantal van eerdergenoemde verschijnselen gedurende minstens zes maanden aanhouden. Ook moeten de prestaties op het werk, school of andere gebieden duidelijk verslechteren. Eerst kijkt de arts of de verschijnselen door een andere aandoening of probleem veroorzaakt kunnen zijn, zoals een drugsverslaving, alcoholverslaving, hersentumor, epilepsie of bijwerkingen van medicijnen. Tijdens een MRI-scan of een CT-scan kunnen hersenafwijkingen worden aangetoond bij mensen met schizofrenie, maar deze zijn niet specifiek genoeg om de aandoening vast te stellen door alléén een scan.

Helaas is schizofrenie niet te genezen. Voor behandeling van schizofrenie is het van groot belang dat zo snel mogelijk de juiste diagnose gesteld kan worden. De behandeling is vervolgens gericht op het verminderen van de psychotische verschijnselen, en het verlagen van de intensiteit van deze verschijnselen. Ook richt de behandeling zich op het maximaliseren van het functioneren van iemand met schizofrenie, onder andere om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.

De behandeling voor schizofrenie bestaat uit drie verschillende elementen. Zo worden antipsychotica voorgeschreven om de positieve (voor de patiënt negatieve) symptomen te verminderen of te laten verdwijnen. Deze medicijnen hebben vaak vervelende bijwerkingen. Gelukkig worden er constant nieuwe antipsychotica ontwikkeld, waarbij minder bijwerkingen zullen optreden. Een andere vorm van behandeling is hulp bij het reïntegreren in de maatschappij. Hierbij wordt iemand met schizofrenie gecoacht en leert hij of zij vaardigheden aan die nodig zijn om in het dagelijks leven te kunnen functioneren. Tot slot kan psychotherapie nuttig zijn. Deze therapie helpt iemand met schizofrenie om de ziekte beter te kunnen begrijpen en om er beter mee om te gaan. Ook helpt psychotherapie bij het vormen van een samenwerking tussen iemand met schizofrenie, zijn of haar familie en de arts.

Behandelbaarheid

Schizofrenie is in een overgrote meerderheid van de gevallen redelijk behandelbaar, door behandeling met medicijnen, door rust, door een geschikte omgeving waarin over- en onderbelasting wordt voorkomen en door een evenwichtige dagindeling. Therapietrouw (met name het innemen van de voorgeschreven medicatie) is erg belangrijk bij het onder controle houden van schizofrenie. Bij ruim vier op de vijf mensen met schizofrenie keren de symptomen binnen een jaar terug wanneer zij stoppen met hun medicatie. Toch neemt ongeveer de helft van de mensen met schizofrenie hun voorgenomen medicijnen niet in. Redenen hiervoor zijn de bijwerkingen van de medicijnen, of de overtuiging dat ze niet ziek zijn en de medicijnen niet nodig hebben. Ook vergeetachtigheid kan een probleem vormen.

Bij problemen met medicatie is het belangrijk om een therapeut of psychiater te raadplegen. Deze kan bijvoorbeeld een andere soort medicatie voorschrijven waarbij de vervelende bijwerkingen niet of in mindere mate voorkomen.