Slaapstoornissen

Wat zijn slaapstoornissen?

Mensen hebben slaap nodig om te functioneren. Tijdens het slapen verwerken de hersenen de dag. Bovendien rusten de spieren uit van de inspanning en worden herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Bij slaapstoornissen slaapt iemand te veel, te weinig of heeft iemand opvallend gedrag tijdens het slapen.

Volwassenen hebben gemiddeld tussen de zeven en negen uur slaap nodig. Toch zijn de verschillen in de behoefte aan slaap groot. Sommige mensen hebben aan zes uur slaap per nacht voldoende, terwijl anderen na een nacht van negen uur slaap overdag nog moe zijn. Dit zijn normale variaties. Je spreekt vaak pas van een slaapstoornis als je door je slaappatroon problemen ervaart of als je abnormaal gedrag vertoont tijdens je slaap.

 

 

Er zijn ongeveer tachtig verschillende slaapstoornissen. Deze zijn ingedeeld in verschillende categorieën. Hieronder komen de verschillende categorieën aan bod, met een aantal specifieke slaapstoornissen die daaronder vallen.

Hypersomnieën
Hypersomnieën zijn slaapstoornissen waarbij je overdag abnormaal moe bent. Je spreekt pas van hypersomnie als deze moeheid een andere oorzaak heeft dan te weinig slaap of een verstoord slaap-waakritme. Voorbeelden van hypersomnieën zijn:

  • Mensen met narcolepsie hebben slaapaanvallen bij alledaagse gebeurtenissen of bij opwinding. Deze aanvallen duren vaak ongeveer een half uur. Ook kun je last hebben van spierverslappingen, waardoor je soms ineens neervalt tijdens bepaalde emoties.
  • Kleine-Levin syndroom. Hierbij heb je in aanvallen last van onder andere extreme vermoeidheid, gedragsveranderingen en stemmingsklachten. Mensen met Kleine-Levin syndroom slapen een groot deel van de dag. Tussen de aanvallen door zijn er geen symptomen. Vaak gaat dit syndroom binnen een paar jaar vanzelf weer over. De oorzaak is niet bekend.

Parasomnie
Bij parasomnie vertoont iemand opvallend gedrag of heeft iemand opvallende ervaringen tijdens het slapen. Vaak ontwaakt iemand met parasomnie deels uit zijn slaap. Voorbeelden van parasomnie zijn:

  • Paniekaanvallen tijdens het slapen. Tijdens deze paniekaanvallen lijkt iemand doodsbang. Iemand kan schreeuwen en uit bed schieten en soms zelfs om zich heen slaan.
  • Praten in je slaap. Dit komt vaak voor en hoeft vaak niet verder onderzocht te worden.
  • Slaapwandelen
  • Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen

Bij deze vorm van slaapstoornis ademt iemand abnormaal tijdens zijn slaap. Hierdoor ontstaat vermoeidheid overdag. Voorbeelden zijn:

  • Bij hypoventilatie adem je niet vaak genoeg per minuut of adem je niet diep genoeg. Hierdoor wordt koolstofdioxide niet goed uit het bloed verwijderd. Hypoventilatie is het tegenovergestelde van hyperventilatie, waarbij iemand te vaak ademhaalt.
  • Mensen met slaapapneu stoppen periodes met ademen. Bij obstructieve slaapapneu is de doorgang in de luchtwegen versperd, waardoor de lucht niet meer goed kan stromen. Slaapapneu ontstaat ook als de hersenen geen signalen geven voor het ademhalen. Dit heet centrale slaapapneu.

Slapeloosheid
Slapeloosheid is de slaapstoornis die het meeste voorkomt. Bij slapeloosheid kun je niet goed inslapen, word je vaak wakker of word je vroeg wakker. Door het slechte slapen kan iemand zijn dagelijkse taken minder goed uitvoeren. Slapeloosheid kan kortdurend of langdurend zijn. Als iemand minimaal drie dagen per week slecht slaapt en dit langer heeft dan drie weken, noemen we dit langdurige slapeloosheid. Er wordt gesproken van chronische slapeloosheid, als je minimaal drie keer per week gedurende drie maanden last hebt van slapeloosheid.

Circadiane ritmeslaapstoornissen
De biologische klok heeft veel invloed op het slaapritme. Bij circadiane ritmeslaapstoornissen heeft iemand moeite om in slaap te vallen of is iemand juist moe op ongewenste tijdstippen, omdat de biologische klok verstoord is.

Het bekendste voorbeeld waarbij de biologische klok verstoord is, is de jetlag. De biologische klok staat ingesteld op het dag-nachtritme in een bepaald gebied. Wanneer je naar een ander gebied reist, klopt dit ritme niet meer en word je slaperig. Dit duurt een paar dagen, omdat de biologische klok moet ‘resetten’. Ook het werken in ploegendienst kan de biologische klok ontregelen, omdat je afwisselend overdag en ’s nachts werkt.

Slaapgerelateerde bewegingsstoornissen
Slaapgerelateerde bewegingsstoornissen zijn slaapstoornissen waarbij iemand onbewust simpele bewegingen maakt in zijn slaap. Hierdoor kan iemand erg vermoeid zijn. Voorbeelden zijn:

  • Ritmische bewegingsstoornis. Hierbij maakt iemand ritmische bewegingen tijdens het slapen, zoals het bonken van het hoofd. Deze stoornis komt vaak voor bij kinderen.
  • Rusteloze benen. Iemand met rusteloze benen heeft een vervelend gevoel in zijn benen. Alleen bewegen met de benen verlicht het gevoel.
  • Tandenknarsen

De verschillende slaapstoornissen hebben hun eigen oorzaken en bij veel zijn de oorzaken nog onbekend. De (normale) behoefte aan slaap kan veranderen door verschillende factoren. Een onregelmatig leefpatroon, het licht van apparaten, activerende en stimulerende middelen (koffie, thee, alcohol, drugs), piekeren, depressiviteit, en een ongunstige slaapomgeving hebben invloed op de slaap. Door al deze factoren kan de behoefte aan slaap of het slaapgevoel afnemen of toenemen.

De behandeling van slaapstoornissen hangt af van de soort slaapstoornis, de ernst van de klachten en de duur van de klachten. Je kunt zelf proberen iets te doen aan slecht slapen: 

  • Neem geen opwekkende middelen zoals koffie, alcohol of drugs, vooral niet voor het slapen gaan
  • Probeer regelmaat te vinden in je leven
  • Zorg voor een rustige slaapomgeving
  • Regelmatig sporten kan helpen slaapproblemen te verminderen
  • Vermijd licht van bijvoorbeeld je smartphone voor het slapengaan

Als deze tips niet (voldoende) helpen, kan een specialist misschien uitkomst bieden. Specialisten die kunnen helpen zijn een psycholoog, (slaap)oefentherapeut of KNO-arts. Ook bestaan er gespecialiseerde slaap-waakcentra. Voorbeelden van behandelingen bij slaapstoornissen zijn:

  • Cognitieve gedragstherapie. Dit helpt bij bepaalde stoornissen die geen lichamelijke oorzaak lijken te hebben.
  • Ademhalingsondersteunende apparatuur. Als slaapapneu niet door een aanpassing in je leefstijl verholpen kan worden, krijg je soms een apparaat dat je ’s nachts helpt met ademen.
  • Deze therapie krijg je soms als je een circadiane ritmeslaapstoornis hebt. Via licht wordt geprobeerd de biologische klok weer in ritme te krijgen.
  • Bij bijvoorbeeld narcolepsie en rusteloze benen kunnen medicijnen helpen.