Slokdarmkanker

Wat is slokdarmkanker?

Bij slokdarmkanker ontstaat er ergens in het slijmvlies van de slokdarm een kwaadaardige tumor. Het meest bij mannen van 60 jaar en ouder, maar ook vrouwen en jongere mensen kunnen deze ziekte krijgen. Slokdarmkanker is alleen te genezen indien er geen uitzaaiingen zijn op grote afstand van de slokdarm en als de tumor niet vastgegroeid zit aan een ander orgaan, bijvoorbeeld de grote lichaamsslagader of het hart. Als dit beide niet het geval is, dan is er een kans op genezing. Er zijn grofweg twee soorten slokdarmkanker te herkennen:

Plaveiselcelcarcinoom

Dit is een vorm van slokdarmkanker die meestal in het slijmvlies bovenin de slokdarm ontstaat. De tumor ontstaat dan uit platte cellen die ‘plaveiselcellen’ heten.

Adenocarcinoom

Dit is een vorm van slokdarmkanker die meestal in het slijmvlies onderin de slokdarm ontstaat. De tumor ontstaat dan uit cellen die buisjes vormen.

De precieze oorzaak van slokdarmkanker is niet bekend. Factoren die een rol spelen in het ontstaan van slokdarmkanker zijn:

  • Roken
  • Alcoholgebruik
  • Overgewicht

Een chronische ontsteking van de slokdarm. Dit kan ontstaan door het langdurig en regelmatig terugstromen van maagzuur in de slokdarm (reflux). Het slijmvlies van de slokdarm kan hierdoor veranderen en beschadigd raken waardoor u een verhoogde kans heeft op het krijgen van slokdarmkanker.

In de beginfase geeft slokdarmkanker meestal geen symptomen en klachten. Na verloop van tijd kunnen bij een slokdarmtumor de volgende symptomen ontstaan:

  • Bloedarmoede
  • Niet te verklaren gewichtsverlies
  • Dit is het gevoel dat je eten niet naar beneden gaat, maar achter het borstbeen blijft steken.
  • Minder eetlust
  • Langdurige hikklachten
  • Een pijnlijk en vol gevoel in de buurt van het borstbeen
  • Braken van bloed
  • Een teerachtige pikzwarte ontlasting die kan duiden op bloedverlies uit de slokdarm

Het is belangrijk te beseffen dat deze verschijnselen of klachten niet altijd veroorzaakt worden door slokdarmkanker. De klachten kunnen ook onschuldig zijn of veroorzaakt worden door een andere ziekte.

Bij de aanwezigheid van bovenstaande symptomen, laat de huisarts meestal eerst een bloedonderzoek doen. Dit geeft inzicht in de algemene conditie en de eventuele aanwezigheid van bloedarmoede. Het kan geen slokdarmkanker aantonen. Hiervoor is een onderzoek (gastroscopie) in het ziekenhuis nodig. Tijdens dit onderzoek kan een stukje weefsel weggenomen worden. Dit stukje weefsel wordt in het laboratorium onderzocht. Als blijkt dat het om slokdarmkanker gaat, dan is verder onderzoek nodig om te kijken hoe ver de ziekte al ontwikkeld is en of er uitzaaiingen zijn. Dit kan met de volgende onderzoeken:

  • CT-scan. Dit onderzoek maakt gebruik van röntgenstraling om de tumor en eventuele uitzaaiingen in beeld brengen.
  • Endo-echografie. Dit onderzoek gebeurt meestal met een roesje. Tijdens dit onderzoek kan met een speciale endoscoop (waarop zich een klein echo apparaatje bevindt) de tumor in beeld gebracht worden. De arts kan dan zien hoe ver de tumor de diepte ingroeit. Tevens kijkt hij naar eventuele uitzaaiingen in lymfklieren en kan hieruit, indien nodig, ook weefsel worden weggenomen voor onderzoek.
  • PET-scan. De PET-scan koppelt weinig gevaarlijke radioactieve stoffen aan suikergroepen. Een eventuele tumor en uitzaaiingen hebben veel suiker nodig voor groei en opbouw. Door de suikergroepen te volgen kunnen eventuele tumoren en uitzaaiingen gevonden worden.

De behandeling van slokdarmkanker is afhankelijk van onder andere:

  • Je persoonlijke situatie (conditie, leeftijd etc)
  • De grootte van de tumor
  • In hoeverre de tumor doorgroeit in omringend weefsel
  • De aanwezigheid van uitzaaiingen

Vaak wordt slokdarmkanker pas in een latere fase ontdekt. Dit komt vooral omdat de symptomen pas later in het ziekteproces optreden. Late ontdekking van de slokdarmkanker kan ervoor zorgen dat behandeling en genezing niet meer mogelijk is. De behandelingsmethoden kunnen dan alleen nog zogenaamd palliatief gebruikt worden. Dit betekent dat de behandelingen alleen nog ingezet worden om de verschijnselen en klachten te verminderen en de levensduur te verlengen, maar niet meer met genezing als doel (een curatieve behandeling). Een curatieve behandeling kan alleen in een vroege fase.

Veel toegepaste behandelingen bij slokdarmkanker zijn:

  • Hierbij wordt het grootste deel van de slokdarm verwijderd en wordt van de maag een nieuwe slokdarm gemaakt (buismaag). Vaak neemt de arts zowel de tumor als het omliggend gezond weefsel weg om zo de kans op succes te vergroten. Meestal krijg je voorafgaand aan de operatie een combinatie van chemotherapie en bestraling (radiotherapie).
  • Deze behandeling probeert de kankercellen te vernietigen met straling. Het is hierbij belangrijk om vanuit verschillende posities te bestralen om het omliggende gezonde weefsel nog een kans op overleving te geven. Bestraling kan zowel uitwendig als inwendig gebeuren. Inwendige bestraling gebeurt in het kader van een palliatieve behandeling.
  • Plaatsen van een voedingsbuis (stent). Deze behandeling is puur palliatief. De arts plaatst een metalen buis door de tumor in de slokdarm waardoor het eten weer kan passeren.
  • Dit is een behandeling met celdelingremmende medicijnen. Chemotherapie kan op verschillende manieren toegediend worden, namelijk via een infuus, injecties en/of tabletten.

Prognose

Slokdarmkanker is een ernstige ziekte. Omdat de ziekte vaak pas laat wordt ontdekt, zijn de overlevingskansen beperkt. Over het algemeen is er bij slokdarmkanker een kans van ongeveer 15% om de eerste vijf jaar na diagnose te overleven. Toch is het niet mogelijk om deze algemene cijfers direct op je eigen situatie te betrekken. Voor persoonlijke informatie en een persoonlijke prognose is het belangrijk dat je contact opneemt met je eigen arts of specialist.