Slokdarmvernauwing (Oesofagusstenose)

Wat is een slokdarmvernauwing?

Een slokdarmvernauwing houdt in dat de slokdarm (of wel de verbinding tussen de mond en de maag) vernauwd is. Hierdoor kan voedsel niet meer worden doorgeslikt. Een slokdarmvernauwing is zeldzaam. Als het zich voordoet, dan is dat meestal bij ouderen of kinderen. Een vernauwing van de slokdarm wordt ook wel eens oesofagusstenose genoemd.

Oorzaken

Een slokdarmvernauwing ontstaat door een beschadiging van de slokdarm. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

  • Een ontsteking. Ook als gevolg van het littenweefsel dat na een ontsteking ontstaat kunnen klachten ontstaan.
  • Langdurige irritatie door maagzuur of een tumor
  • Aangeboren afwijking
  • Bepaalde aandoeningen zoals sclerodermie of slokdarmkanker
  • Verbranding van de slokdarm (door etsende vloeistof)
  • Bepaalde behandelingen, zoals bestraling, sclerotherapie of slokdarmcorrectie

Symptomen

Er zijn verschillende symptomen die duiden op een slokdarmvernauwing. Dit zijn:

Moeilijkheden bij het slikken van voornamelijk vast voedsel. Dit is het belangrijkste symptoom en gaat vaak gepaard met pijn achter het borstbeen, overgeven, benauwdheid en misselijkheid.

  • Een slechte adem
  • Gebrek aan eetlust
  • Moelijkheden bij het slikken van vloeistoffen. Dit is alleen het geval bij een ernstige vernauwing.
  • Ernstige benauwdheid. Dit kan bijvoorbeeld optreden wanneer een kind een groot voorwerp heeft ingeslikt. Een vernauwde slokdarm geeft niet mee en hierdoor raakt het kind ernstig benauwd.

Diagnose

De diagnose van slokdarmvernauwing wordt gedaan aan de hand van de symptomen in combinatie met aanvullend onderzoek. Zo kan er bijvoorbeeld een röntgenfoto of een scan gemaakt worden.

Behandeling

De behandeling van slokdarmvernauwing kan op verschillende manieren. Vaak wordt er eerst een kijkoperatie (oesofagoscopie) gedaan om te bepalen wat er precies aan de hand is. De veroorzaker bepaalt welke behandeling het beste past. De mogelijke behandelingen zijn:

  • Plaatsen van stent in slokdarm. Hiermee wordt de slokdarm open gehouden.
  • Oprekken van de slokdarm. Dit kan tijdens het kijkonderzoek al gedaan worden.
  • Gedeeltelijke verwijdering van de slokdarm. Dit is slechts in sommige gevallen noodzakelijk.

Daarnaast is het zaak om de veroorzaker ook te behandelen. Zo is bijvoorbeeld in het geval van een infectie een antibioticakuur of behandeling met antischimmelmiddelen nodig. Terwijl een tumor in overleg tussen internist, chirurg en radiotherapeut met chemo- of radiotherapie behandeld wordt.