Stotteren bij kinderen
In vier op de vijf gevallen gaat stotteren bij peuters vanzelf over. Toch is het belangrijk om op tijd in te grijpen bij stotteren. Hoe eerder er begonnen wordt met therapie, hoe groter de kans is dat het stotteren verholpen kan worden. Als je als ouder je zorgen maakt over het stotteren van je kind of als je merkt dat je kind het zelf vervelend vindt, is het verstandig om naar een arts te gaan.
Stotteren wordt behandeld met behulp van logopedie of stottertherapie. Een logopedist of stottertherapeut zal eerst spelenderwijs kijken hoe je kind spreekt en aan de hand daarvan een behandelplan opstellen.
Stotteren bij (jong)volwassenen
Ook als jongere of volwassene kan logopedie goed helpen om met stotteren om te gaan.
Wanneer het stotteren op latere leeftijd is ontstaan door een traumatische gebeurtenis, wordt er vooral psychologische hulp geboden om de gebeurtenis te verwerken. Het stotteren gaat na verwerking meestal weg.
Luisteren naar een stotteraar
Als luisteraar kun je een stotteraar ook goed helpen. Hieronder vind je een paar tips:
- Blijf geduldig. Laat merken dat je rustig wacht tot de stotteraar klaar is met praten en dat je het niet vervelend vindt. Op die manier voelt de stotteraar zich meer op zijn gemak en gaat praten vaak makkelijker.
- Blijf oogcontact houden. Zo laat je merken dat je je aandacht nog steeds bij het verhaal hebt. Maar ga niet staren, want dat kan de spanning bij de stotteraar alleen maar vergroten waardoor hij of zij meer gaat stotteren.
- Veel stotteraars vinden het vervelend als iemand anders hun zinnen afmaakt. Laat ze het dan ook zelf doen. Misschien denk jij wel iets heel anders dan diegene wil zeggen. Er zijn ook stotteraars die een beetje hulp juist fijn vinden. Zeker als je iemand redelijk goed kent, kun je vragen of ze het fijn vinden als je zinnen afmaakt of niet.
- Probeer zelf rustig te praten. Als je zelf rustig praat, merkt de stotteraar dat er geen tijdsdruk is en wordt die ook rustiger. Vaak helpt dat om gemakkelijker te praten.