SUNCT

Wat is SUNCT?

SUNCT staat voor "Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache attacks with Conjunctival infection and Tearing". In het Nederlands vertaald (ongeveer): "Kort durende, eenzijdige, neuralgische (zenuwen), hoofdpijnaanvallen met ooginfectie en tranen." Het is dus een kort durende hevige hoofdpijn, gelokaliseerd aan één kant van het hoofd die gepaard gaat met een rode, tranende ogen. Meestal komt de hoofdpijn in aanvallen van zware hevige steken. De aanvallen duren vaak niet langer dan een paar seconden tot minuten waarna de hevige steken weer weg trekken. SUNCT begint vaak rond het 50ste  levensjaar.

SUNCT behoort tot een groep van ziektebeelden die TAC (Trigeminal Autonomic Cephalalgia) genoemd worden. Clusterhoofdpijn en paroxysmale hemicrania behoren ook tot deze groep. SUNCT en clusterhoofdpijn worden vaak door elkaar gehaald. Beide gaan gepaard met hevige hoofdpijn, maar bij clusterhoofdpijn zijn de aanvallen minder frequent (drie tot vijf keer per dag), duurt een aanval veel langer (kan oplopen tot 3 uur) en gaat het niet gepaard met rode, tranende ogen.

De oorzaak van SUNCT is ‘primair’, wat inhoudt dat er geen aanwijsbare gebeurtenis of ziekte aan vooraf is gegaan. Je kan vaak wel een bepaalde trigger aanwijzen voor het begin van de hoofdpijn. Voorbeelden van triggers die een SUNCT-aanval kunnen uitlokken zijn:

  • Het aanraken van je gezicht (bijvoorbeeld scheren)
  • Kauwen
  • Je neus snuiten
  • Lachen
  • In het licht kijken

In sommige gevallen kan er wel een onderliggende oorzaak voor de SUNCT worden aangewezen. Hierna mag je het geen SUNCT meer noemen, omdat dit alleen de primaire ziekte aanduidt. De hypofyse (een onderdeel van je hersenen) kan aangetast zijn door bijvoorbeeld een tumor of vaatprobleem en pijnklachten geven. Ook andere ziektebeelden die de achterste schedelgroeve betrekken in het ziekteproces kunnen leiden tot klachten die lijken op SUNCT. Om deze reden wordt er altijd eerst een MRI van het hoofd gemaakt, om dit uit te sluiten.

Het belangrijkste symptoom van SUNCT zijn de hevige hoofdpijnaanvallen. Er wordt pas gesproken van SUNCT als je tenminste 20 van zulke aanvallen hebt meegemaakt en er geen aanwijzingen zijn voor een andere onderliggende oorzaak. Het aantal aanvallen kan variëren van 3 tot 200 per dag en gaan vaak gepaard met de volgende klachten:

  • Korte hevige steken gedurende 5 tot 240 seconden
  • Hoofdpijn gelokaliseerd aan één kant van het hoofd
  • Rood oog, aan dezelfde kant als de hoofdpijn
  • Tranend oog, aan dezelfde kant als de hoofdpijn
  • Verstopte neus
  • Gezwollen ooglid, aan dezelfde kant als de hoofdpijn
  • Zweten in het gezicht
  • Blozen

De helft van de SUNCT-patiënten is tussen de aanvallen door niet geheel pijn vrij. In sommige gevallen is er geen sprake van een rood of tranend oog. Dan wordt de aandoening SUNA (Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache attacks with cranial Autonomic symptoms) genoemd.

Bij de behandeling van SUNCT wordt een onderscheid gemaakt tussen de behandeling van de hoofdpijn op het moment van een aanval en de preventieve behandeling. Omdat de SUNCT-aanvallen zo kort duren is er te weinig tijd om deze direct te behandelen. Tegen de tijd dat je de pijnstiller hebt geslikt is de pijn vaak alweer weggezakt. Preventieve behandeling richt zich op het voorkomen van een nieuwe hoofdpijnaanval. Dit kan met een aantal medicijnen dat ook vaak worden gebruikt bij epilepsie.

Eén van de karakteristieke kenmerken voor de diagnose SUNCT is dat de hoofdpijn niet verbetert met de pijnstiller 'indometacine'. Dit is een ontstekingsremmende pijnstiller, ook wel bekend als NSAID, en wordt gebruikt bij andere vormen van eenzijdige hoofdpijn zoals paroxismale hemicrania.