Vroeggeboorte

Wat is vroeggeboorte?

Onder vroeggeboorte wordt de geboorte van een baby binnen 37 weken na bevruchting verstaan. De vroeggeboorte kan spontaan optreden of kunstmatig worden opgewekt. Een kunstmatig opgewekte vroeggeboorte vindt plaats wanneer de baby onvoldoende groeit in de baarmoeder of wanneer de moeder gevaar loopt door overmatig bloedverlies of zwangerschapsvergiftiging. Vaak is de vroeggeborene kwetsbaar omdat het lichaam nog niet geheel is volgroeid en nog niet op eigen kracht kan functioneren.

Oorzaken

Waarom een spontane vroeggeboorte op gang komt is meestal niet duidelijk aan te geven. Wel lijkt er een verband te zijn tussen een opstijgende vagina-ontsteking en een vroeggeboorte. Een ontsteking kan irritatie veroorzaken aan de vliezen en placenta. Deze ontsteking maakt stoffen vrij die een voortijdige ontsluiting, weeën en uiteindelijk een vroeggeboorte kunnen veroorzaken. Mogelijke oorzaken voor een vroeggeboorte zijn:

  • Een meerlingenzwangerschap
  • Een eerdere vroeggeboorte
  • Een verkorte baarmoedermond
  • Aanwezigheid van vleesbomen
  • Ontstekingen
  • Na een IVF-bevruchting is de kans op vroeggeboorte iets verhoogd
  • Te veel vruchtwater

Er is geen bewijs voor een verhoogd risico op vroeggeboorte door tillen of sporten. Integendeel: sporten vermindert de kans op vroeggeboorte.

Symptomen

Een aantal symptomen kunnen op een aankomende vroeggeboorte duiden. Zo volgt een vroeggeboorte vaak op een voortijdig breken van de vliezen of na vaginaal bloedverlies vanuit de placenta. Wanneer de vliezen breken, stijgt het risico op ontstekingen. Daarom zal een arts in dit geval niet altijd proberen de weeën te remmen.

Behandeling

Couveuse

Te vroeg geboren baby’s eisen voortdurend medisch toezicht. Meestal moet een vroeggeboren baby in een couveuse blijven. Een couveuse is een gespecialiseerde ruimte met optimale omgevingstemperatuur. Om de vroeggeborene in leven te houden, moeten de omstandigheden in de baarmoeder van de moeder zo goed mogelijk worden nagebootst. Bij goede begeleiding en verzorging van de vroeggeborene hoeven geen complicaties of stoornissen in het latere leven te ontstaan.