BETERE OVERLEVINGSKANSEN BIJ KINDERKANKER

Bijgewerkt: 02-03-2021 , afdeling Corporate Communications

Betere overlevingskansen bij Kinderkanker door goede kwaliteitszorg

Internationale Kinderkankerdag wordt op 15 februari jaarlijks gevierd met als doel het bewustzijn te vergroten en steun te betuigen aan kinderen en jongeren met kanker, overlevenden en hun families.

Het Thema voor dit jaar is: "Betere overleving" is haalbaar; kinderkanker kan worden genezen en het welzijn van de overlevenden kan worden bereikt als alle belanghebbenden resoluut blijven samenwerken op belangrijke gebieden.

Elk jaar wordt bij ongeveer 300.000 kinderen kanker vastgesteld - een ziekte die talloze gezinnen en gemeenschappen in alle delen van de wereld treft. Met de toegang tot kwaliteitszorg kan meer dan 80% van de kinderen met kanker overleven en een volwaardig en gezond leven leiden. Veel kinderen in lage- en middeninkomenslanden krijgen echter geen of onvolledige zorg, en als gevolg daarvan vindt meer dan 90% van de sterfgevallen door kanker bij kinderen plaats in een omgeving met weinig middelen. Er is een wereldwijde actie nodig om elk kind de beste kans te geven om kankervrij te leven, de toegang tot medische zorg te verbeteren, beter te begrijpen waarom en waar kinderen met kanker worden gediagnosticeerd en de best mogelijke behandeling, palliatieve zorg en ondersteuning te bieden aan kinderen en hun gezinnen.

De Wereldgezondheidsorganisatie heeft het belang benadrukt van het vroeg diagnosticeren van kanker bij kinderen en het verbeteren van de toegang tot behandeling voor deze groep en adolescenten met kanker. Op International Childhood Cancer Day (Internationale Kinderkankerdag) wordt stil gestaan om de bijdragen van voorstanders (voorvechters) te erkennen en wordt de oproep gedaan tot hernieuwde wereldwijde samenwerking om voor kinderen met kanker te zorgen.

De term "kanker bij kinderen" wordt het meest gebruikt om kanker aan te duiden die ontstaat bij kinderen jonger 18 jaar. Kinderkanker is zeldzaam en vertegenwoordigt tussen 0,5% en 4,6% van alle kankers. De totale incidentie van kanker bij kinderen varieert van 50 tot 200 per miljoen kinderen over de hele wereld.

Het patroon van kanker bij kinderen verschilt aanzienlijk van dat bij (volwassenen) mensen van alle andere leeftijden. Over het algemeen vormt leukemie ongeveer een derde van alle kankers bij kinderen. De andere meest voorkomende maligniteiten zijn lymfomen en tumoren van het centrale zenuwstelsel. Er zijn verschillende tumortypen die bijna uitsluitend bij kinderen voorkomen, waaronder neuroblastoom, nefroblastoom, medulloblastoom en retinoblastoom. Kanker in de borst, longen, karteldarm of endeldarm, wat typisch is voor volwassenen, is juist uiterst zeldzaam bij kinderen.

Tot op heden zijn slechts een paar duidelijke risicofactoren voor kanker bij kinderen geïdentificeerd. Deze omvatten ioniserende straling en inname van het hormoon diethylstilbestrol tijdens de zwangerschap (een behandeling die trouwens niet meer wordt gebruikt). Een aantal kinderkankers wordt ook in verband gebracht met genetische factoren, zoals wordt gesuggereerd door de verschillen in incidentie van kinderkanker tussen etnisch uiteenlopende populaties. Individuele gevoeligheid op basis van genetica kan ook een rol spelen. Sommige onderzoeken hebben gesuggereerd dat virussen zoals Epstein-Barr, hepatitis B, menselijke herpes en hiv bij kinderen ook kunnen bijdragen aan een verhoogd risico op sommige vormen van kanker.

Het is moeilijk om wereldwijd een ​​alomvattend beeld te krijgen van deze ziekte bij kinderen, omdat kankerregistraties over het algemeen niet beschikbaar zijn in de meeste lage- en middeninkomenslanden. De meeste kankers bij kinderen vertonen aanvankelijk niet-specifieke tekenen en symptomen, die kunnen leiden tot late detectie. Omdat kinderen in landen met een hoog inkomen meestal worden onderworpen aan streng ouderlijk en medisch toezicht, is de kans groter dat kanker in een vroeg stadium wordt ontdekt. In die landen overleeft ongeveer 80% van de kinderen, na de diagnose, vijf jaar of langer. Deze verbeterende resultaten resulteren in een groeiende populatie van langdurige overlevenden die vervolgbehandeling en zorg nodig hebben.

De prognose is veel lager voor kinderen met kanker in lage- en middeninkomenslanden. Factoren die dit verklaren zijn onder meer:

  • de late diagnose van kanker als gevolg van weinig middelen die leidt tot een lagere effectieve behandeling;
  • slechte toegang tot gezondheidsdiensten en ontoereikende diagnostische faciliteiten;
  • andere ziekten die kinderen kunnen hebben;
  • een gebrek aan kennis over kanker bij eerstelijnszorgverleners en
  • de behandeling is simpelweg voor veel ouders (die over weing middelen beschikken)