Algeheel krachtverlies

Wat is algeheel krachtverlies?

Algeheel krachtsverlies is een omschrijving voor slapte en verlies van spierkracht in het gehele lichaam. Het is geen op zichzelf voorkomende aandoening, maar komt voor als symptoom bij veel aandoeningen. Vooral bij neurologische aandoeningen en spieraandoeningen komt algeheel krachtsverlies voor. Vaak ontstaat dit bij deze aandoeningen geleidelijk. Ook kan algeheel krachtverlies voorkomen na zware lichamelijke inspanning en als je bedlegerig of erg depressief bent. Meestal verdwijnen de klachten weer als de onderliggende aandoening geneest en de spieren weer gestimuleerd worden door middel van bewegen, sport en/of therapie.

Plaatselijk krachtverlies

Krachtverlies kan ook beperkt blijven tot één plek. Plaatselijk krachtverlies kan veroorzaakt worden door verschillende aandoeningen. Vaak hebben deze aandoeningen te maken met beknelde zenuwen of problemen met spieren en gewrichten.

Krachtverlies hand of vingers

Bij krachtverlies in je hand of vingers is er vaak een probleem in je hand, arm of schouder. Er kan bijvoorbeeld een zenuw bekneld zitten op één van deze plekken waardoor je krachtverlies in je hand krijgt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een beklemming van de elleboogzenuw en bij het carpaal tunnel syndroom. Andere aandoeningen waarbij krachtverlies in de hand kan ontstaan, zijn bijvoorbeeld artrose in de handen en een ski-duim.

Krachtverlies arm

Krachtsverlies in je arm kan door een beknelde of beschadigde zenuw veroorzaakt worden, zoals bij een nekhernia. Daarnaast komt het voor bij bijvoorbeeld een tennisarm, RSI, een beperkte nek/bovenrug en een gescheurde pees in de schouder.

Krachtverlies benen

Een beknelde of beschadigde zenuw kan zorgen voor krachtverlies in de benen. Een rughernia, stenose of ernstige slijtage zijn voorbeelden van aandoeningen waarbij dit gebeurt.

 

Er zijn veel verschillende aandoeningen die algeheel krachtverlies kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld:

  • Neurologische aandoeningen, zoals ALS en MS
  • Spieraandoeningen, zoals de ziekte van Duchenne en Becker spierdystrofie
  • Psychische aandoeningen, zoals depressie

Neurologische aandoeningen ontstaan als er in de hersenen iets fout gaat, waardoor de spieren niet goed meer worden aangestuurd. Ook kan er iets mis gaan in de zenuwen naar de spieren toe, waardoor signalen niet goed bij de spieren aankomen. Bij spieraandoeningen zijn de spieren zelf aangedaan, waardoor ze bijvoorbeeld niet goed meer kunnen samentrekken of afsterven. Bij psychische aandoeningen komt soms ook krachtverlies voor, hiervoor kan dan geen lichamelijk oorzaak gevonden worden. Het lichaam heeft te weinig ‘energie’ door de geestelijke overbelasting.

Bij neurologische aandoeningen of spieraandoeningen begint het krachtverlies vaak op één plek in het lichaam waarna het zich uitspreidt. Bij psychische aandoeningen begint het krachtsverlies meestal op meerdere plekken.

Verschillende andere oorzaken kunnen algeheel krachtverlies veroorzaken. Te weinig beweging van de spieren, zoals bij bedlegerigheid, zorgt ervoor dat de spiermassa afneemt omdat het niet gestimuleerd wordt, waardoor de spieren minder sterk worden. Overbelasting van de spieren zorgt voor tijdelijke uitputting van de spieren, waardoor de kracht minder wordt. Ook bijvoorbeeld te veel corticosteroïden of te weinig kalium in je bloed kan zorgen voor krachtverlies.

Het ligt aan de onderliggende aandoening hoe en door wie (algeheel) krachtverlies wordt behandeld. Bij neurologische aandoeningen behandelt de neuroloog of neurochirurg je. Je kunt soms medicijnen krijgen om de aandoening af te remmen. Soms kan een operatie een uitkomst bieden, bijvoorbeeld bij een hernia die niet over gaat. Als het krachtverlies is ontstaan na bedlegerigheid, moet je langzaam je spierkracht weer gaan opbouwen. Je kunt spierkracht versterken door oefeningen, al dan niet onder begeleiding van een fysiotherapeut. Bij beklemmingen van zenuwen en verschillende neurologische aandoeningen kan fysiotherapie ook helpen. Bij psychische aandoeningen kan een psycholoog of psychiater je behandelen met medicijnen of therapie, maar vaak wordt ook gestimuleerd om begeleid te gaan bewegen.