Baarmoeder(hals)poliepen

Wat zijn baarmoederhalspoliepen?

In het kort:

  • Baarmoederhalspoliepen zijn doorgaans onschuldige woekeringen van slijmvlies. Ze kunnen tot enkele centimeters groot worden.
  • Poliepen van de baarmoeder komen vooral voor bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
  • Ze geven niet altijd klachten. Een symptoom is waterige, bloederige afscheiding uit de vagina.
  • Ongeveer 1 op de 20 baarmoederhalspoliepen kunnen kwaadaardig worden. Bij verdenking op baarmoederhalskanker wordt een uitstrijkje gemaakt.
  • De diagnose van baarmoederhalspoliepen gebeurt met een echo of hysteroscoop. Poliepen kunnen daarna verwijderd worden met een operatie.

Over baarmoederhalspoliepen

Een poliep is een over het algemeen onschuldige woekering van slijmvlies. Slijmvlies bekleedt inwendige lichaamsholten en komt op verschillende plaatsen in het lichaam voor, bijvoorbeeld in de neus, de blaas, de darmen en in de baarmoeder of baarmoederhals.

Poliepen verschillen in vorm en grootte. Vormen zijn bijvoorbeeld een bolletje, een knop, een paddestoel of plat als een schotel. De grootte varieert van zo klein als een speldenknop, tot enkele centimeters groot. Poliepen in de baarmoeder of baarmoederhals zijn druifvormig en kunnen een doorsnee van ongeveer 2 cm bereiken. Soms zijn er meerdere poliepen, maar meestal is het er maar eentje.

Baarmoederhalskanker

De meeste poliepen zijn goedaardig, maar de verschijnselen zijn niet van baarmoederhalskanker te onderscheiden. Bovendien kunnen ze in sommige gevallen (ongeveer 1 op de 20) toch kwaadaardig worden. Daarom is het goed om bij klachten geen risico nemen en je door een arts of gynaecoloog te laten onderzoeken. Deze zal een uitstrijkje maken, en eventueel een klein 'proefhapje' (biopsie) uit de poliep nemen voor onderzoek. Daarmee kan worden bepaald of het inderdaad om een onschuldige poliep gaat. Deze kan daarna worden verwijderd. Dit is een snelle, niet pijnlijke ingreep waar geen verdoving voor nodig is. Wanneer er een verdenking van kanker bestaat, wordt de poliep opgestuurd voor microscopisch onderzoek.

Poliepen worden meestal gevonden bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Na de overgang komen ze zelden meer voor. Een baarmoederpoliep lijkt op een vleesboom (ook een woekering in de baarmoeder), maar is toch iets anders. Een vleesboom bestaat namelijk uit spierweefsel, terwijl een poliep uit slijmvliesweefsel bestaat: zacht weefsel dat er een beetje glanzend uitziet.

Poliepen in de baarmoeder of baarmoederhals worden lang niet altijd opgemerkt, maar ze kunnen een oorzaak zijn van menstruatieklachten. Tussen de menstruaties in kunnen ze een waterige, bloederige afscheiding uit de vagina veroorzaken. De menstruatie zelf kan hierdoor zwaarder worden en voor veel bloedverlies zorgen. Extreem bloedverlies kan bloedarmoede veroorzaken.
Een poliep kan er ook voor zorgen dat de baarmoedermond makkelijk bloedt. Dit merk je dan bijvoorbeeld na het vrijen of tijdens een zwangerschap.

Diagnostische hysteroscopie

Om te kunnen bepalen of iemand een of meer poliepen in de baarmoeder heeft, is het nodig om in de baarmoeder te kijken. Dat gebeurt door een echo te maken, of met een inwendig onderzoek met een 'hysteroscoop'. Dit is een holle buis (de schacht) waarin zich een tweede buis van ± 5mm dikte bevindt met een kanaal waar een lichtbundel door heen gaat, lenzen en een ruimte om gas of vloeistof door te laten. De hysteroscoop is dus een kijkbuis waardoor de arts direct de binnenkant van de baarmoeder kan bekijken. De hysteroscoop kan worden aangesloten op een camera waardoor je op een televisie in de baarmoeder kan kijken. In dat laatste geval kun je zelf ook meekijken, als je dat wilt.
Dit onderzoek, een diagnostische hysteroscopie, vindt plaats in het ziekenhuis. Als het alleen om een onderzoek gaat, is narcose meestal niet noodzakelijk. Er wordt dan plaatselijke verdoving gegeven. Er is over het algemeen ook geen pijn na het onderzoek. Behandelingen gebeuren meestal wel onder algehele narcose.
Aanleiding voor een diagnostische hysteroscopie is meestal abnormaal bloedverlies, menstruatieproblemen, onvruchtbaarheid of miskramen.

Als de poliepen van de baarmoederhals via exisie (operatieve verwijdering) moeten worden behandeld, gebeurt dit op de dagbehandeling met een ruggenprik of algehele narcose.

Hysteroscopie

Via een hysteroscopie kunnen afwijkingen in de baarmoederholte worden behandeld. Poliepen kunnen op deze manier worden verwijderd. Je neemt plaats op een zelfde soort onderzoeksstoel als tijdens het gebruikelijke gynaecologische onderzoek. Dan volgt eerst een inwendig onderzoek (om de grootte en de stand van de baarmoeder te beoordelen). Daarna volgt het ontsmetten van de schaamlippen met niet-prikkende jodium. Tenslotte brengt de arts een eendenbek oftewel 'speculum' in. De arts pakt de baarmoederhals met een tangetje vast. In het geval van plaatselijke verdoving spuit de arts deze met een dun naaldje op een paar plaatsen in de baarmoederhals. De meeste vrouwen vinden dit niet of nauwelijks pijnlijk. Wel kan het een kleine bloeding veroorzaken. De arts brengt nu de hysteroscoop door het kanaal van de baarmoederhals in de baarmoederholte in.
De voor- en achterwand van de baarmoeder liggen tegen elkaar aan. Om goed zicht te krijgen wordt daarom wat vloeistof of koolzuur gas door de hysteroscoop in de baarmoederholte ingebracht. Dit uitzetten van de baarmoederholte kan menstruatiepijn veroorzaken. Het is mogelijk om langs, of door de hysteroscoop een tangetje in te brengen om kleine ingrepen te doen. Voorbeelden hiervan zijn:

• Het verwijderen van een spiraal, poliep of verkleving.
• Biopsie. Hierbij wordt een stukje weefsel gepakt voor nader onderzoek.
• Curettage. Na de hysteroscopie wordt met behulp van een dun buisje wat weefsel opgezogen voor microscopisch onderzoek. Dit kan pijnlijk zijn, maar het duurt korter dan tien seconden.