Baarmoederhalskanker

Wat is baarmoederhalskanker?

In het kort:

  • Baarmoederhalskanker ontstaat in het slijmvlies van de baarmoederhals.
  • Factoren die het risico op baarmoederhalskanker vergroten zijn het Humaan Papiloma Virus (HPV), roken, het gebruik van de anticonceptiepil en het medicijn DES.
  • Voor vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker krijgen vrouwen tussen de dertig en zestig jaar een uitnodiging om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek.
  • Sinds 2009 wordt het HPV-vaccin aangeboden aan meisjes van dertien jaar om ontwikkeling van baarmoederhalskanker te beperken.
  • In het begin zijn er bij baarmoederhalskanker vaak geen klachten.
  • Symptomen bij baarmoederhalskanker kunnen zich uiten door vaginale bloedingen.
  • De diagnose van baarmoederhalskanker volgt na een uitstrijkje, inwendig onderzoek (hysteroscopie) en/of een colposcopie.
  • Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij baarmoederhalskanker, zoals een operatie, chemotherapie of lasertherapie.

Over baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom)

Een ander woord voor baarmoederhalskanker is ook wel cervixcarcinoom. Baarmoederhalskanker komt vooral voor bij vrouwen tussen de 35 en 45 jaar. Baarmoederhalskanker en baarmoederkanker zijn twee vormen van kanker die beiden ontstaan in de baarmoeder. Toch zijn de ziekten erg verschillend. Baarmoederhalskanker ontstaat in het slijmvlies van de baarmoederhals, baarmoederkanker ontstaat in de cellen van de baarmoeder boven de baarmoederhals. In het voorstadium van baarmoederhalskanker bevinden zich afwijkende cellen in de baarmoederhals. Deze kunnen spontaan verdwijnen of verwijderd worden.

Baarmoederhalskanker wordt net als andere vormen van kanker veroorzaakt door een ontregeling van de deling van cellen. Toch zijn er een aantal risicofactoren bekend die je kans op baarmoederhalskanker vergroten.

• Het Humaan Papiloma Virus (HPV) speelt een rol bij baarmoederhalskanker. Dit virus wordt bij geslachtsgemeenschap overgebracht. Onderzoek laat zien dat baarmoederhalskanker vaker voorkomt bij vrouwen die besmet zijn met HPV.
• Roken: Baarmoederhalskanker komt vaker voor bij vrouwen die roken.
• Pil: Gebruik van de pil zou eventueel de kans kunnen vergroten op baarmoederhalskanker. Waarschijnlijk komt dit niet doordat de pil ‘foute’ stoffen bevat, maar omdat pilgebruikers niet altijd condooms gebruiken en dus meer kans hebben op besmetting met HPV.
• DES: Dochters van vrouwen die tijdens de zwangerschap het DES-hormoon hebben gekregen, hebben meer kans op kanker in de baarmoederhals. DES was een medicijn waarvan werd beweerd dat het de kans op een miskraam zou verkleinen.

In het begin van baarmoederhalskanker zijn er alleen veranderingen aan de cellen van de baarmoederhals en zullen er weinig symptomen zijn. Een bloeding is meestal het eerste merkbare verschijnsel. Deze bloeding kan ontstaan:
• Vlak na geslachtsgemeenschap
• Tussen twee menstruaties
• Na de overgang. Dit wordt niet altijd herkend, omdat vrouwen denken dat dit een plotseling terugkerende menstruatie is. Toch is de kans klein dat de menstruatie terugkeert als deze al een jaar afwezig is.
Als je één of meerdere van deze verschijnselen herkent, is het belangrijk om contact op te nemen met je huisarts.

Baarmoederhals-onderzoek

Bij baarmoederhals-onderzoek wordt een uitstrijkje gemaakt. Bij het uitstrijkje worden cellen van de baarmoederhalsslijmvlies afgenomen. Dit wordt in het laboratorium onderzocht op aanwezigheid van HPV. Is dit het geval? Dan worden de cellen beoordeeld op afwijkingen. Pas als er afwijkende cellen gevonden worden wordt je doorverwezen naar een gynaecoloog voor aanvullend onderzoek.

Zelf met klachten naar de huisarts?

Als de huisarts vermoedt dat er sprake is van baarmoederhalskanker zal hij in eerste instantie een uitstrijkje laten maken. Met inwendig onderzoek kijkt hij naar de vagina en de baarmoedermond. Hij brengt een speculum in, beter bekend als eendenbek. Vervolgens brengt de arts twee vingers in de vagina en legt hij de andere hand op de buik. Zo krijgt hij een goede indruk van de ligging en de grootte van de organen in de buik.

Het kan zijn dat de huisarts aanvullend onderzoek wil om de beeldvorming compleet te krijgen. Dan zal hij je doorsturen naar de gynaecoloog.

Colposcopie

Als er afwijkende cellen zijn gevonden, zal je gynaecoloog nader onderzoek doen. Met behulp van en colposcoop (een vergrotende loep) kan hij nauwkeuriger kijken naar de baarmoedermond. Als er afwijkende cellen worden gevonden kan hij een stukje weefsel wegnemen om de cellen nader te kunnen onderzoeken.

Hysteroscopie

Door een dunne buis (hysteroscoop) die in de vagina wordt gebracht, kijkt de gynaecoloog naar de binnenkant van de baarmoeder. De hysteroscopie gebeurt bij voorkeur als je niet ongesteld bent, maar als bloedverlies de klacht is waarmee je naar de huisarts bent gegaan is dit soms niet te vermijden. Dit onderzoek gebeurt onder plaatselijke verdoving of soms zonder verdoving.

Als er baarmoederhalskanker is vastgesteld, kunnen nog enkele onderzoeken volgen. Deze onderzoeken zijn erop gericht om te ontdekken of de kanker zich tot je baarmoederhals heeft beperkt of niet. Als de kanker zich al verder heeft verspreid, is het belangrijk om te weten waarheen. De onderzoeken die gedaan kunnen worden:

  • Inwendig onderzoek: meestal wordt het inwendig onderzoek herhaald. Wel zal het onderzoek uitgebreider en vervelender zijn.
  • Röntgenonderzoek: Vaak wordt er een röntgenfoto gemaakt. Deze foto moet uitsluiten dat de kanker is uitgezaaid naar de longen.
  • Echografie: afhankelijk van de grootte en plaats van de tumor kunnen er problemen met de urineleider ontstaan. De urinewegen worden gecontroleerd met een echografie.

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij baarmoederhalskanker. Ook wordt er een vaccinatie ingezet om baarmoederhalskanker te voorkomen.

HPV-vaccinatie

De HPV-vaccinatie bestaat uit drie prikken die op verschillende momenten worden gegeven. Met de HPV-vaccinatie heb je 70 procent minder kans om baarmoederhalskanker te krijgen.

Cryotherapie of lasertherapie

In sommige stadia kan de baarmoedermond behandeld worden met bevriezing of lasertherapie. De kwaadaardige cellen worden zo weggehaald.

Operatie

Afhankelijk van de verspreiding van de kanker kan een deel van de baarmoederhals of de gehele baarmoeder weggehaald worden. Eventueel kunnen de eierstokken, eileiders en lymfeklieren verwijderd worden. Dit is afhankelijk van je persoonlijke situatie.

Bestraling

Met behulp van straling wordt geprobeerd om de zieke cellen te doden, terwijl de gezonde cellen zo min mogelijk worden aangetast.

Chemotherapie

Chemotherapie (celdodende en celdelingremmende medicijnen) wordt in het geval van baarmoederhalskanker vaak gecombineerd met bestraling. Het effect van de bestraling wordt vergroot door gelijktijdig chemotherapie te geven.

Warmtebehandeling (hyperthermie)

Tijdens de warmtebehandeling wordt een bepaald deel van je lichaam verwarmd tot 42 graden Celcius. Vervolgens wordt deze temperatuur voor 60 tot 90 minuten aangehouden. Gezonde cellen hebben geen moeite met deze temperaturen, maar kankercellen wel. Een deel van de kankercellen zullen afsterven, een deel wordt extra gevoelig voor andere behandelingen. Warmtebehandeling zal daarom alleen plaatsvinden in combinatie met andere therapieën.