Buikpijn bij kinderen

Wat is buikpijn bij kinderen?

Buikpijn kan op alle leeftijden voorkomen en kan allerlei oorzaken hebben, zowel lichamelijk als psychisch. Bij jonge zuigelingen komen met name darmkrampjes en ontlastingsproblemen voor.

Oorzaken

Oorzaak hiervoor kan de voeding van de moeder zijn bij borstvoeding, maar ook te snel en gulzig drinken, verkeerde bereiding van de flesjes, een allergie of een andere lichamelijke aandoening kan de oorzaak zijn. Bij peuters zijn verkeerde voeding, worminfecties, en andere lichamelijke aandoeningen vaak de oorzaak van buikpijn.

Peuters moeten voldoende drinken en goed gevarieerde voeding met veel vezels eten. Vaak hebben ze daar echter geen zin in, ze zijn te moe of lusten het voorgeschotelde eten niet. Peuters kunnen relatief makkelijk obstipatie (verstopping) krijgen waardoor buikpijn kan ontstaan. Hierdoor kan er een wisselwerking komen. Door de buikpijn drinken en eten ze minder, waardoor de ontlasting nog harder wordt. Veel drinken en veel vezels eten kunnen helpen. Psychisch ongemak wordt ook vaak geprojecteerd als buikpijn. Dit houdt in dat het kind buikpijn aangeeft maar eigenlijk gewoon niet lekker in zijn vel zit door bijvoorbeeld pesten. Deze buikpijn kan wisselend voorkomen maar ook bijvoorbeeld altijd in een bepaalde situatie.

Bij wat grotere kinderen wordt buikpijn vaak veroorzaakt door verkeerde voeding (vezelarm te weinig drinken), lichamelijke oorzaken of psychische stress.

Verschijnselen dat er mogelijk iets lichamelijks aan de hand is kunnen zijn: hangerigheid, bleekheid, bolle buik en geen eetlust. Indien hierbij (hoge) koorts, heftige pijn (bij hobbelen of lopen) of heftig braken voorkomt, is het verstandig om contact met de huisarts op te nemen. Braken en waterdunne ontlasting kunnen wijzen op een buikgriep of een besmettelijke infectie van het maagdarmstelsel. Deze kunnen op school zijn opgelopen. Geef het kind vaak kleine slokjes drinken.

Buikpijn bij kinderen voorkomen

Als preventie in het algemeen is een goede voeding het belangrijkste. Veel groente en fruit, vezelrijk brood en voldoende en gevarieerd drinken. Het liefste koolzuur arme (zonder prik) en suikervrije dranken.