Darmkanker

Wat is darmkanker?

In het kort:

  • Darmkanker komt voornamelijk voor in de dikke darm of in de endeldarm, het laatste deel van de dikke darm.
  • Er wordt daarom ook gesproken over dikkedarmkanker en endeldarmkanker.
  • Jaarlijks wordt bij 12.000 mensen dikkedarmkanker vastgesteld.
  • Risicofactoren voor darmkanker zijn onder andere erfelijkheid, poliepen, dieet en roken.
  • Symptomen van darmkanker zijn afhankelijk van waar de tumor zich bevindt in de dikke darm: aan het begin van de dikke darm of aan het einde van de dikke darm.
  • Symptomen van darmkanker kunnen onder andere zijn: buikpijn, bloed en/of slijm in de ontlasting, vermoeidheid, duizeligheid, bleekheid en hartkloppingen.
  • Ook kunnen mensen met darmkanker last hebben van verstopping of diarree, en aandrang om naar het toilet te gaan terwijl je niet moet.
  • Darmkanker kan worden vastgesteld door middel van een endoscopie en röntgenonderzoek.
  • Darmkanker kan worden behandeld met bestraling, chemotherapie of een operatie en doelgerichte therapie.

Over darmkanker

Darmkanker komt vooral voor in de dikke darm en wordt dan dikkedarmkanker genoemd. De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm, vlak voor de anus. Na prostaatkanker en longkanker is dikkedarmkanker de meest voorkomende soort kanker bij mannen. Bij vrouwen is dikkedarmkanker na borstkanker de meest voorkomende vorm van kanker. Darmkanker komt vooral voor op oudere leeftijd (vanaf 60 jaar), maar het kan ook voorkomen op jongere leeftijd.

Bij kanker is het proces van celdeling verstoord. Cellen blijven zich in snel tempo delen, terwijl er geen behoefte is om verouderde cellen te vervangen. Na verloop van tijd ontstaat er een opeenhoping van kwaadaardige cellen: een kwaadaardige tumor. Als het om cellen gaat die aan de binnenkant van je darmwand liggen (epitheelcellen) spreekt men ook wel van een carcinoom van de darmen.

Hoe kankercellen in de darmen ontstaan is niet duidelijk, maar bepaalde factoren kunnen de kans op kanker verhogen:

Darmpoliepen

Darmpoliepen zijn gezwellen die ontstaan in het slijmvlies van de dikke darm. In principe zijn deze gezwellen goedaardig, maar ze kunnen kwaadaardig worden. Regelmatig onderzoek van de dikke darm, bijvoorbeeld door middel van een endoscopie waarbij de dikke darm van binnen wordt bekeken, is dus belangrijk omdat hiermee de poliep opgespoord en indien nodig verwijderd kan worden.

Erfelijkheid en darmkanker

Darmkanker is erfelijk. Ouders, broers, zussen en kinderen van iemand met darmkanker hebben een grotere kans om de ziekte ook te krijgen. Zeker als deze persoon darmkanker ontwikkelde voor zijn vijftigste levensjaar.

HNPCC (Lynch syndroom) is de meest voorkomende erfelijke vorm van dikkedarmkanker. Bij ongeveer vijf procent van alle patiënten wordt dikkedarmkanker veroorzaakt door HNPCC. Dikkedarmkanker ontstaat bij HNPCC-patiënten vaak voor het 50ste levensjaar. Dit is een belangrijk verschil met niet-erfelijke vormen van dikkedarmkanker, die meestal pas op latere leeftijd ontstaan.

Ongezond dieet

Een ongezond dieet is een belangrijke risicofactor bij het ontstaan van dikkedarmkanker. Vermijd het eten van veel dierlijke producten (zoals rood vlees) en verbrand of verkoold vlees want deze lijken het risico op darmkanker te verhogen. Onderzoek laat zien dat voedingsvezels het risico op darmkanker verlagen.

Roken

Rokers hebben een grotere kans op darmkanker dan niet-rokers.

Fysieke activiteit

Gebrek aan lichaamsbeweging, wat gepaard kan gaan met overgewicht, verhoogt waarschijnlijk de kans op darmkanker.

De klachten bij darmkanker zijn afhankelijk van de plaats waar de kanker zich bevindt: aan het begin of aan het einde van de dikke darm. Over het algemeen verliezen alle patiënten met dikkedarmkanker gewicht. Wanneer de tumor zich aan het einde van de dikke darm bevindt kunnen de volgende klachten optreden:

• Veranderingen in je ontlastingspatroon: verstopping of juist diarree
• Bloed en/of slijm in de ontlasting
• Aandrang om naar het toilet te gaan terwijl je niet moet
Wanneer de tumor zich aan het begin van de dikke darm bevindt, ontstaan de klachten pas veel later dan wanneer de tumor zich aan het einde van de dikke darm bevindt. Er kunnen symptomen ontstaan zoals:
• Vermoeidheid
• Duizeligheid
• Bleekheid
• Hartkloppingen

Dit zijn de symptomen van bloedarmoede. Hier hebben veel mensen met dikkedarmkanker last van.

Daarnaast kun je last krijgen van:

• Vage buikpijn
• Een gevoelige plek in je buik

Als de bovenstaande klachten langer dan twee weken aanhouden is het verstandig om langs de huisarts te gaan.

Om je darmen heen zit een uitgebreid lymfestelsel. Wanneer de tumor groter wordt, groeit deze door de verschillende lagen van je darmwand heen en wordt de kans steeds groter dat er tumorcellen loslaten. De tumorcellen verspreiden zich dan via het lymfestelsel door je lichaam naar bijvoorbeeld de lever of de longen. Deze verspreidingen noem je uitzaaiingen. Via je bloedbaan kunnen er ook uitzaaiingen ontstaan.

Als darmkanker in een vroeg stadium ontdekt wordt, is de kans op genezing groot. De huisarts kan aan de hand van je klachten, samen met een lichamelijk onderzoek en een rectaal onderzoek, vermoeden dat er sprake is van dikkedarmkanker. Hij zal je dan doorsturen naar een specialist. Dit kan een internist, chirurg of maag-darm-leverarts zijn. De specialist zal het lichamelijk onderzoek en het rectaal onderzoek herhalen. Als hij dezelfde vermoedens heeft als de huisarts, zullen de volgende onderzoeken volgen:

Endoscopie

Bij een endoscopie bekijkt de specialist de darm via een dunne buis of slang waaraan een kleine camera is bevestigd. Als een arts uitsluitend de dikke darm bekijkt, spreekt men van een colonoscopie. Tijdens de endoscopie kan er verdacht weefsel weggenomen worden voor microscopisch onderzoek. Door middel van dit microscopisch onderzoek kan de diagnose dikkedarmkanker gesteld worden.

Röntgenonderzoek

Door middel van röntgenonderzoek kunnen afwijkingen aan de dikke darm, zoals een tumor, aangetoond worden. Voor dit onderzoek moeten je darmen goed leeg zijn. Je krijgt daarom van tevoren instructies over je voeding en je moet de dag van tevoren laxeermiddelen nemen. Bij het röntgenonderzoek worden röntgenfoto’s gemaakt van je darmen. Om je darmen goed zichtbaar te maken op de foto’s krijg je contrastvloeistof en lucht toegediend. Hier kun je darmkrampen van krijgen. Het onderzoek is vervelend, maar niet pijnlijk of belastend. Op basis van de röntgenfoto’s kan de diagnose dikkedarmkanker gesteld worden. Omdat darmkanker een langdurig voorstadium heeft kun je lange tijd geen klachten hebben. Met het bevolkingsonderzoek kan darmkanker eerder opgespoord worden, wat de overlevingskansen verbetert.

Als vastgesteld is dat je dikkedarmkanker hebt, wordt er een CT-scan, MRI-scan of echo gemaakt. Dit wordt gedaan om vast te stellen wat het stadium van de ziekte is en welke behandeling het meest geschikt is.

Het kan even duren voordat alle noodzakelijke onderzoeken gedaan zijn en je hier de uitslagen van krijgt. Dit kan voor veel spanning en onzekerheid zorgen. Het helpt als je weet wat er precies bij de onderzoeken gaat gebeuren. Als dit niet verteld wordt, vraag hier dan gerust naar op de afdeling waar de onderzoeken plaatsvinden of vraag het aan je specialist.

Het doel bij de behandeling van dikkedarmkanker kan zowel genezing (curatieve behandeling) als vermindering van klachten of remmen van de ziekte (palliatieve behandeling) zijn. De meest toegepaste behandelingen bij dikkedarmkanker zijn een operatie, bestraling of chemotherapie, of een combinatie van deze behandelingen.

Operatie (chirurgie)

Tijdens een operatie wordt geprobeerd de tumor volledig te verwijderen. Vaak wordt ook een deel van het weefsel om de tumor heen verwijderd. De operatie heeft geen gevolgen voor de darmfunctie. Het kan zijn dat de aanleg van een tijdelijk of blijvend stoma (uitgang van de darm op de buik) nodig is.

Bestraling (radiotherapie)

Bestraling wordt vooral toegepast bij patiënten die een tumor in de endeldarm hebben. Bestraling is een plaatselijke behandeling met als doel de kankercellen te vernietigen, terwijl de gezonde cellen zoveel mogelijk gespaard blijven.

SIRT inwendige bestraling bij uitgezaaide darmkanker

Vergevorderde darmkanker geeft soms uitzaaiingen naar de lever. Voor uitgezaaide darmkanker naar de lever is selectieve internet radiatie (SIRT) mogelijk. Dit is een manier van inwendige bestraling tegen uitgezaaide darmkanker met tumoren in de lever. Bij de SIRT-behandeling worden miljoenen kleine radioactieve bolletjes (SIR-Spheres genaamd) direct aan de levertumoren afgegeven. De interventieradioloog maakt een klein sneetje in de liesslagader en leidt een katheter (een flexibel buisje) door de slagader heen tot in de lever. De SIR-Spheres dienen ze via deze katheter toe. De bestraling wordt nu direct aan de levertumoren afgegeven. De bolletjes laten de tumoren krimpen en verlengen de overleving van de patiënten met behoud van kwaliteit van leven. De SIRT-behandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving en na een nacht in het ziekenhuis kun je weer naar huis.

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling van kanker met celdodende of celdelingremmende medicijnen: cytostatica. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen werking. De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend: per infuus, per injectie of als tablet. Via het bloed verspreiden de medicijnen zich door je lichaam en kunnen bijna overal de kankercellen bereiken. Vaak worden er combinaties van verschillende medicijnen gegeven. Chemotherapie bij dikkedarmkanker neemt één of meerdere dagen in beslag. Hierna heb je een rustperiode van drie of vier weken. Zo'n periode is dan één kuur. Op dezelfde manier volgt nog een aantal kuren. Meestal krijg je zes tot acht kuren.

Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie bestaat uit het toedienen van medicijnen die zich bij het bestrijden specifiek richten tegen kankercellen met bepaalde eigenschappen. Daarmee werkt doelgerichte therapie specifieker dan chemotherapie, waarmee doelgerichte therapie vaak wordt gecombineerd. Voorbeelden van doelgerichte medicijnen zijn bevacizumab, cetuximab en panitumumab. De arts kan je vertellen of je in aanmerking komt voor doelgerichte therapie.

Het kan wel tien jaar duren voordat een gezonde cel uiteindelijk een kankercel wordt in de dikke darm. Bij vroegtijdige opsporing is dikkedarmkanker over het algemeen goed te behandelen. In een vergevorderd stadium van dikkedarmkanker zijn de vooruitzichten veel minder gunstig. De kans op genezing en overlevingskans zijn dan kleiner.