Eetstoornissen

We spreken van een eetstoornis wanneer eten een obsessie voor je is. Er zijn verschillende soorten eetstoornissen, lees meer over:

  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa
  • Binge eating disorder
  • Pica

Behandeling

De hulp kan bestaan uit individuele gesprekstherapie, gedragstherapie, groepstherapie of gezinstherapie. Soms wordt ook gekozen voor een combinatie van verschillende behandelingen. Dwingende therapieën zijn niet doeltreffend. 

Herstel van het gewicht

Soms worden bij anorexia kalmeringsmiddelen in combinatie met psychotherapie voorgeschreven om de spanningen te verminderen. Bij boulimia kunnen antidepressiva soms ondersteunend werken. Ze nemen echter de achterliggende problemen niet weg. Voor welke behandeling ook wordt gekozen, in eerste instantie bestaat de behandeling uit herstel van het gewicht. Daarnaast zijn gunstige veranderingen in het zelfbeeld, lichaamsbeleving en sociale relaties van belang.

Therapie

Een gedragstherapeutische behandeling is vrij gebruikelijk bij eetstoornissen. Daarbij wordt stapsgewijs geleerd om te gaan met stijgend gewicht door patiënten bloot te stellen aan voor hen angstige situaties totdat ze er vertrouwd mee raken. Cognitieve therapie, ook een psychotherapeutische behandeling, heeft als doel het veranderen van de verkeerde opvattingen over het eigen lichaam en gewicht. Groepstherapie heeft als voordeel dat er contact is met lotgenoten.

Behandeling

Soms heeft ambulante behandeling echter de voorkeur (overdag in behandeling en ‘s avonds naar huis). Een 24-uurs behandeling in het Psychiatrisch Centrum Suriname kan nodig zijn bij ernstige lichamelijke problemen of als er risico voor zelfdoding bestaat. (Bijkomende) psychische stoornissen of een ernstig verstoorde thuissituatie kan opname ook wenselijk maken.

Wat kan ik zelf doen?

Een eetstoornis is een ernstige aandoening, dus zoek hulp. De weg naar genezing is vaak lang, maar psychologische hulp is nodig om je negatief zelfbeeld te veranderen. Contact met lotgenoten kan ook belangrijk zijn. Neem daarom contact op met je huisarts (die je kan doorverwijzen).