Wat is een frozen shoulder?
‘Frozen shoulder’, letterlijk vertaald ‘bevroren schouder’, is een algemene term voor bewegingsverlies in de schouder. Als je last hebt van een frozen shoulder, kun je je schouder en arm slecht gebruiken. Vaak beginnen de klachten met een pijnlijke en stijve schouder. Plotseling kan er een hevige pijn in de schouder optreden, waardoor je je arm niet of nauwelijks kunt bewegen. Je kunt de arm dan niet goed heffen en draaien door een tekort aan bewegingsruimte in het gewricht.
De schouder is een kogelgewricht. De bolvormige kop van de bovenarm (humerus) past in een ondiepe kom van het schouderblad (scapula). Het kapsel, dat bestaat uit stug verbindingsweefsel, omgeeft het gewricht en speelt een belangrijke rol bij de bewegingsmogelijkheden van het gewricht.
Ontstoken kapsel
Als een frozen shoulder ontstaat, raakt het kapsel ontstoken en stijf. De ontsteking veroorzaakt verklevingen in het kapsel dat zich rond het gewricht bevindt. Hierdoor worden de bewegingsmogelijkheden van het schoudergewricht beperkt. In sommige gevallen worden daardoor zelfs alledaagse activiteiten, zoals het kammen van je haar of het aantrekken van een hemd of blouse, moeilijk of onmogelijk. De aandoening komt het meest voor bij vrouwen tussen de veertig en zeventig jaar.
Drie stadia van frozen shoulder
Doorgaans zijn er bij een frozen shoulder drie stadia met ieder zijn eigen symptomen te herkennen:
• In het eerste stadium, dat ongeveer één tot negen maanden kan duren, is de pijn het hevigst, met een neiging tot hevige spierspasmen. Beweging van het gewricht is alleen beperkt mogelijk.
• In het tweede stadium treedt er stijfheid op en is het bewegingsverlies het grootst. De pijn blijft aanwezig, maar is vaak minder hevig. Dit stadium varieert van twee tot twaalf maanden.
• In het laatste stadium, de herstelfase, verbetert de schouderfunctie zich weer. Dit kan tevens twee tot twaalf maanden in beslag nemen. Geleidelijk aan verdwijnt de stijfheid en de pijn vanzelf.