Als er hartfalen is vastgesteld door een arts, dan kan er begonnen worden met de behandeling. Omdat hartfalen meestal chronisch is, richt de behandeling zich vooral op het verminderen van de klachten. De oorzaak wegnemen is soms mogelijk. De behandeling bestaat meestal uit de volgende onderdelen:
Levensstijl aanpassen
Als je hartfalen hebt, kun je het verloop van je ziekte voor een deel zelf in de hand houden. Door aanpassing van je levensstijl kun je de klachten verlichten. Dit betekent:
- Zorgen voor een gezond gewicht
- Stoppen met roken
- Minder zout eten
- Zorgen voor minder stress
- Gezond eten
- Voldoende bewegen, aangepast op de ernst van je klachten
- Alcoholgebruik wordt ontraden
Medicijnen
Bij hartfalen worden meestal twee typen medicijnen voorgeschreven: vochtafdrijvende medicijnen en medicijnen die de pompkracht vergroten en het hart zoveel mogelijk ontlasten. Als je eenmaal medicatie gebruikt, is het moeilijk om hier nog vanaf te komen. Je moet ze gedurende je hele leven blijven slikken. De volgende medicijnen kun je krijgen:
- ACE-remmers. Deze remmers verlagen de bloeddruk
- Bétablokkers. Deze medicijnen blokkeren bepaalde receptoren op je hartcellen waardoor stress minder invloed heeft op je hartslag
- Bij hartfalen heb je kans op het ontstaan van kleine bloedstolsels. Deze bloedstolsels kunnen gevaarlijk zijn. De bloedverdunners zorgen ervoor dat er minder kans is op bloedstolsels
- Dit zijn plaspillen die ervoor zorgen dat je minder vocht vasthoudt
Operatie
Als medicatie en een aanpassing van je levensstijl niet helpt om hartfalen onder controle te krijgen, kan een operatie nodig zijn. De volgende manieren van opereren zijn mogelijk:
- Cardiale resynchronisatietherapie (CRT) en implanteerbare cardioverter defibrilator (ICD). Deze worden vaak samen gebruikt. De CRT is een klein apparaatje dat stroomstootjes afgeeft. Deze stroomstootjes zorgen ervoor dat je hart beter samentrekt. Een ICD is een apparaatje dat je hartslag in de gaten houdt. Zodra je hart een slag overslaat of te snel slaat, grijpt dit apparaatje in en regelt het je hartslag.
- Subcutane implanteerbare cardioverter defibrillator (S-ICD). De S-ICD is een ICD-type waarbij de draad niet via een ader in het hart gaat, maar deze net onder de huid ligt (subcutaan). De aderen en het hart blijven hierdoor onaangetast en intact.
- Als het hartfalen komt door een probleem aan de hartklep, dan moet de hartklep geopereerd worden om het hartfalen te verbeteren. Als het hartfalen ernstig is, kan een harttransplantatie een uiterste mogelijkheid zijn.
Wanneer het probleem veroorzaakt wordt door de kransslagaders kan een bypass operatie of een dotterprocedure gedaan worden.