Overactieve blaas

Wat is een overactieve blaas?

Wanneer je last hebt van een overactieve blaas moet je vaak kleine beetjes plassen en heb je moeite om de urine op te houden bij aandrang (drang of urge-incontinentie). Het is een aandoening die zowel bij mannen als vrouwen voorkomt. Een overactieve blaas kan ook voorkomen bij kinderen.

 

 

 

 

 

De urineblaas geeft bij een overactieve blaas regelmatig het sein dat de blaas vol is. Deze seintjes worden gegeven terwijl de blaas nog helemaal niet vol is. Je noemt een overactieve blaas hierdoor ook wel een geprikkelde blaas.

Oorzaken van een overactieve blaas zijn:

  • Afwijkingen aan de blaas, zoals blaasstenen, blaasontsteking of een dikke blaaswand door obstructie van de prostaat. Hierdoor wordt de druk in de urineblaas snel vergroot wat de drang tot urineren kan veroorzaken.
  • Problemen in de bekkenbodem, zoals een verzakking van de blaasbodem, endeldarm of baarmoeder.
  • Afwijkingen in de zenuwbaan, waardoor je niet optijd aandrang voelt.
  • Verslavende middelen, zoals alcohol, cafeïne en drugs kunnen ervoor zorgen dat je blaas extra geprikkeld wordt. Ook plaspillen – met als gevolg een sterk geconcentreerde urine of een hoge urineproductie – kunnen hiervoor zorgen.
  • Psychische factoren, zoals zindelijkheidstraining of negatieve seksuele ervaringen waardoor de bekkenbodem te vaak aangespannen wordt.

Normaal gesproken ga je per 24 uur ongeveer 6 tot 8 keer naar het toilet. Wanneer je vaker naar het toilet moet, zou dit kunnen wijzen op een overactieve blaas. Hiernaast kun je last hebben van de volgende symptomen:

  • ‘s Nachts plassen (nycturie)
  • Plotselinge aandrang om te moeten plassen
  • Je plast vaak kleine beetjes

Een groot probleem bij een overactieve blaas, is het feit dat je niet altijd op tijd een waarschuwing krijgt. Je hebt dan te weinig tijd tussen het signaal dat je blaas vol zit en de tijd om naar het toilet te gaan. Het komt dan voor dat je plas niet meer op kunt houden of de wc niet redt. Het resultaat mag duidelijk zijn: een natte broek, schaamte en een gevoel van onmacht omdat je de controle over je blaas kwijt bent.

Vaak kan een overactieve blaas goed behandeld en verholpen worden. Het is daarom belangrijk contact op te nemen met je huisarts wanneer je vermoedt dat je een overactieve blaas hebt. De arts zal de oorzaak hiervan proberen op te sporen. Vaak wordt een urineonderzoek uitgevoerd om te bekijken of het om een blaasontsteking gaat. Ook zal een lichamelijk onderzoek gedaan worden om je algemene gezondheid te bepalen. Eventueel zal je een plasdagboek moeten bijhouden. Aan de hand van de oorzaak voor een overactieve blaas zal de arts een behandeling starten. Dit kan één van de volgende behandelingen zijn:

Blaastraining

Met een zogenaamde blaastraining leer je om niet direct toe te geven aan de aandrang om te plassen en naar het toilet te lopen. Je leert dus als het ware je plas uit te stellen. Je leert om steeds iets langer te wachten voordat je gaat plassen. Uiteindelijk zal het lukken om 3 tot 4 uur te wachten voordat je weer naar het toilet gaat. Je blaas raakt op deze manier getraind om steeds voller te kunnen zitten. Het uiteindelijke resultaat is dat je kunt gaan plassen wanneer jij dat wilt, en niet wanneer je blaas dat wilt! Vaak wordt bij de blaastraining gebruikgemaakt van een plasdagboek. Hierin zet je wanneer je naar het toilet gaat en wanneer je ongewild urine verloren hebt.

Bekkenbodemoefeningen

Een behandeling die vaak bij vrouwen wordt gedaan, is het beter leren controleren van de bekkenbodemspieren door middel van bekkenbodemoefeningen. Dit helpt een beter gevoel te krijgen in de bekkenbodemspieren zodat je ze leert aanspannen en ontspannen. Doordat je deze spieren leert aan- en ontspannen zal je een betere controle hebben over je blaas.

Medicijnen

De meeste medicijnen tegen een overactieve blaas zorgen ervoor dat de blaasspier zich ontspant. Hierdoor trekt de blaas zich minder vaak samen en kan er meer urine in de blaas vastgehouden worden. Doordat er meer urine in de blaas kan, hoef je minder vaak naar de wc en wordt de kans kleiner dat je ongewild urineverlies hebt. Voorbeelden van medicijnen bij een overactieve blaas zijn oxybutynine (Dridase®), tolterodine (Detrusitol®)en solifenacine (Vesiscare®). Soms wordt botulinetoxine gebruikt bij incontinentie door een overactieve blaasspier. Dit verlamt de zenuw die de blaasspier aanstuurt, waardoor deze minder samentrekt.

Vaak worden medicijnen gebruikt in combinatie met blaastraining. De medicijnen zorgen ervoor dat de symptomen bestreden worden. De blaastraining wordt dan gebruikt om de controle over je blaas weer terug te krijgen.

PTNS behandeling

Wanneer trainen en medicijnen onvoldoende helpen, kan een PTNS behandeling de oplossing zijn. Hierbij wordt met een dunne naald de zenuw die naar de blaas loopt geprikkeld. Hierdoor gaan minder prikkels naar de blaas en reageert deze minder overactief.

Een gezonde blaas voorkomt een hoop problemen. Op sommige dingen heb je geen grip, maar je kunt zeker zelf ook dingen doen, die je blaas in goede conditie houden. Hieronder geven we je een aantal tips waarmee je helpt je blaas in gezond en in goede conditie te houden.

  • Drink ongeveer 1,5 liter vocht per dag. Bij warm weer of inspanning ligt dit op 2 liter per dag
  • Ga niet persen om je blaas te legen, dus oefen geen druk uit!
  • Als je plast, probeer dan heel je blaas te legen
  • Een juiste houding is belangrijk, ga recht zitten als je plast
  • Gebruik toiletpapier altijd van voor naar achteren
  • Eet voldoende vezels en eet gevarieerd. Hierdoor krijg je minder snel last van obstipatie
  • Drink niet te veel cafeïne en alcohol en vermijd overmatig roken
  • Houd je lichaam goed op gewicht, zodat je bekkenbodem en blaas niet te veel belast wordt
  • Let op signalen. Als je aandrang voelt, ga dan naar het toilet
  • Als je langere tijd klachten hebt, ga dan naar de huisarts