Postmenopauzaal bloedverlies (PMB)

Wat is postmenopauzaal bloedverlies?

Postmenopauzaal bloedverlies (PMB) is vaginaal bloedverlies een jaar na de menopauze. De menopauze is de laatste menstruatie in het leven van een vrouw. Wanneer je een jaar na de menopauze bloed verliest, is er sprake van postmenopauzaal bloedverlies. Bloedverlies door hormoontherapie tijdens de menopauze valt niet onder PMB.

PMB komt het meest voor in de leeftijdsgroep van 50 tot 59 jaar. In deze leeftijdsgroep krijgt namelijk zeven op de duizend vrouwen postmenopauzaal bloedverlies. Naarmate vrouwen ouder worden komt postmenopauzaal bloedverlies minder vaak voor.

 

 

 

Heb je postmenopauzaal bloedverlies? Ga dan voor de zekerheid langs de huisarts. Meestal is de oorzaak van postmenopauzaal bloedverlies onschuldig. Toch is het belangrijk dat een arts je onderzoekt, zodat hij de oorzaak van het bloedverlies vast kan stellen. Bij tien procent van de vrouwen wordt postmenopauzaal bloedverlies namelijk veroorzaakt door een mogelijk schadelijke aandoening van het geslachtsorgaan.

Een postmenopauzale bloeding kan veroorzaakt worden door de volgende aandoeningen:

  • Aandoening van de vagina of aan de binnenwand van de baarmoeder: bijvoorbeeld een chlamydia-infectie (seksueel overdraagbare aandoening) of postmenopauzale atrofie. Atrofie betekent letterlijk schrompeling van de vagina en ontstaat doordat de productie van het hormoon oestrogeen na de laatste menstruatie afneemt. Hierdoor wordt het slijmvlies van de vagina droog en stug en treden er sneller bloedingen op.
  • Verdikking van het baarmoederslijmvlies: dit ontstaat doordat cellen in het klierweefsel zich vermeerderen. Dit komt vaker voor bij vrouwen rond of na de menopauze doordat de productie van de hormonen oestrogeen en progesteron niet in evenwicht is. Meestal is de verdikking goedaardig.
  • Vleesboom (myoom): ontstaat door een goedaardige zwelling van spierweefsel in de baarmoeder. Na de menopauze is de kans op een vleesboom echter kleiner. Meestal verdwijnen ze na de menopauze. Lees meer over vleesbomen.
  • Baarmoederpoliep: dit is een onschuldige zwelling van het baarmoederslijmvlies. Na de overgang komen baarmoederhalspoliepen weinig voor.
  • Kanker van het baarmoederslijmvlies: baarmoederkanker of baarmoederhalskanker.

Postmenopauzaal bloedverlies kenmerkt zich door bloedverlies uit de vagina. De aard, duur en hoeveelheid bloedverlies kan verschillen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een lichte bloeding, waarbij je helderrood bloed verliest of een beetje bruine afscheiding hebt. Dit is een bekend symptoom van de postmenopauze. Ook kan postmenopauzaal bloedverlies acuut en heftig optreden. Het is belangrijk dat je heftig bloedverlies in de gaten houdt. Heb je binnen drie maanden na de eerste postmenopauzale bloeding weer bloedverlies? Ga dan langs de arts om te onderzoeken wat de oorzaak is.

Bij een postmenopauzale bloeding is het belangrijk dat de juiste diagnose gesteld wordt. Bespreek daarom je klachten met een arts. Aanvullend lichamelijk onderzoek kan de oorzaak van het bloedverlies uitwijzen. Lichamelijk onderzoek kan in de vorm van:

  • Een uitstrijkje: de arts neemt een uitstrijkje van de baarmoederhals, waarbij hij cellen van de baarmoederhals wegstrijkt. Vervolgens bekijkt de arts de cellen en stelt hij vast of er een afwijking van de cellen is.
  • Echografie of hysteroscopie: hiermee bekijkt de arts de vagina of baarmoeder. Met een echografie of hysteroscopie kan de arts bijvoorbeeld zien of er een verdikking of afwijking in de baarmoeder te zien is. Meestal neemt de arts bij een hysteroscopie ook weefsel af uit de baarmoeder.

De behandeling van postmenopauzaal bloedverlies is afhankelijk van de oorzaak. Wanneer de oorzaak van het bloedverlies een verdikking van het baarmoederslijmvlies is, word je meestal behandeld met medicijnen. Bij een poliep is operatieve verwijdering noodzakelijk. Bij postmenopauzaal bloedverlies als gevolg van een vleesboom, wordt de vleesboom meestal operatief verwijderd. Ook kan de arts ervoor kiezen om een bloedvat dicht te maken, waardoor de vleesboom afsterft. Wanneer er sprake is van een kwaadaardige aandoening zoals kanker, worden de baarmoeder en eierstokken vaak operatief verwijderd (hysterectomie).