Schizotypische Persoonlijkheidsstoornis

Wat is een schizotypische persoonlijkheidsstoornis?

Iemand met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis is vaak achterdochtig en angstig. Schizotypische mensen zijn wantrouwend en vinden het daardoor lastig om zich ‘normaal’ te gedragen in gezelschap. Mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis houden er vaak vreemde overtuigingen op na. De buitenwereld bestempelt dit gedrag doorgaans als vreemd en eigenaardig.

 

 

 

 

 

Aannemelijk is dat een schizotypische persoonlijkheidsstoornis ontstaat door erfelijke aanleg in combinatie met psychologische- en omgevingsfactoren. Zaken zoals de opvoeding en de omgeving waarin iemand zich ontwikkelt zijn bijvoorbeeld van invloed op de ontwikkeling van deze persoonlijkheidsstoornis. Er wordt weinig onderzoek gedaan naar schizotypische persoonlijkheidsstoornissen, deels omdat personen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis te bang en wantrouwend zijn om hulp te zoeken en om mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek. Er zijn aanwijzingen vanuit genetisch onderzoek dat een schizotypische persoonlijkheidsstoornis een lichte vorm is van schizofrenie.

De symptomen van deze persoonlijkheidsstoornis kennen veel gelijkenissen met schizofrenie. Het verschil is dat mensen met schizofrenie in een psychose verkeren en mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis niet. Schizotypische personen hebben moeite met intieme relaties en om emoties te linken aan een situatie. Dit resulteert vaak tot ongemakkelijke situaties waarin hij of zij bijvoorbeeld lacht om een situatie die droevig is. Ze lijken daarom vaak harteloos, kil of ongeïnteresseerd. Communicatie is voor iemand met deze persoonlijkheidsstoornis dan ook lastig. De verhalen die hij of zij vertelt zijn vaak een beetje raar en erg gedetailleerd waardoor de ander zijn interesse verliest of niet weet wat hij terug moet zeggen. Meer dan de helft van de mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis trouwt dan ook nooit.

Kenmerkend is ook zogenoemd magisch denken, bijvoorbeeld het hebben van ongebruikelijke ideeën zoals anderen kwaad kunnen doen door boze gedachtes. Iemand met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis is erg angstig, wat het inschakelen van hulp lastig maakt. Mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis zijn vaak niet in staat om te werken. Alcohol- en drugsmisbruik komen vaak voor en ze zijn vaak erg somber/depressief.

De diagnose schizotypische persoonlijkheidsstoornis stel je aan de hand van de DSM 5. DSM staat voor Diagnostic and Statistical manual of Mental disorders en is een Amerikaans handboek die de meeste landen als standaard zien bij de diagnostiek van psychische stoornissen. In de DSM 5 zijn een aantal criteria gesteld. Een aantal van deze criteria is:

  • Achterdochtigheid
  • Ongewone perceptuele waarnemingen
  • Eigenaardige overtuigingen of magisch denken
  • Buitensporige sociale angst
  • Geen intieme vrienden naast eerstegraads familieleden

Door middel van een interview/gesprek gaat men na of de persoon voldoet aan de criteria. Dit is de meest betrouwbare methode om een schizotypische persoonlijkheidsstoornis vast te stellen.

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar effectieve behandelingen van een schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Reden hiervoor is dat weinig mensen met deze persoonlijkheidsstoornis hulp zoeken waardoor onderzoek doen lastig is.

Psychotherapie

Recent onderzoek wijst wel uit dat het doen van psychotherapie de kwaliteit van leven voor iemand met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis soms verbetert. Tijdens deze therapie is respect en vertrouwen erg belangrijk. Een schizotypisch persoon is vaak erg kwetsbaar en van zichzelf al erg angstig. De therapeut moet erg voorzichtig met mogelijke waanideeën omgaan en de persoon in zijn waarde laten.

Antipsychotica

Er wordt ook voorzichtig gezegd dat medicatie zoals antipsychotica helpt om zo de waanideeën te onderdrukken. Verdere onderzoeken moeten deze resultaten bewijzen.