Trichotillomanie (Trichomanie)

Wat is trichotillomanie?

Trichotillomanie (ook trichomanie) is een psychische aandoening waarbij iemand dwangmatig het eigen haar uittrekt, waardoor kale plekken ontstaan. Trichotillomanie behoort tot de obsessieve-compulsieve stoornissen, waar bijvoorbeeld ook smetvrees en dwangmatig nagelbijten onder vallen. Volwassenen met trichotillomanie hebben vaker dan gemiddeld ook last van andere psychische problemen, zoals depressieve gevoelens of paniekaanvallen.

Trichotillomanie komt vaker voor bij meisjes en vrouwen dan bij jongens en mannen. Ook komt de aandoening veel vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen. Bij kinderen en jongvolwassenen gaat de aandoening vaak vanzelf weer over. Bij pubers kan het haar uittrekken wel een aantal maanden tot jaren aanhouden. Bij volwassenen is het heel moeilijk om van trichotillomanie af te komen; permanent herstel komt weinig voor.

 

Zoals voor veel andere psychische stoornissen is er niet één oorzaak aan te wijzen voor trichotillomanie. Haar uittrekken kan chronisch voorkomen, waarbij je je vaak niet bewust bent van je gedrag. De aandoening kan echter ook aanvalsgewijs voorkomen. Enkele dingen die een trichotillomanie-aanval kunnen veroorzaken of de aandoening in stand houden zijn:

  • Traumatische gebeurtenissen (bij kinderen kan dit bijvoorbeeld de geboorte zijn van een jonger broertje of zusje)
  • Stressvolle situaties
  • Angsten
  • Genetische aanleg voor dwangstoornissen

Naast hoofdharen trekken mensen met trichotillomanie soms ook de haren elders op het lichaam uit, zoals de wimpers of wenkbrauwen. Het uittrekken van haren kan samengaan met nagelbijten, krabben of het bijten op de haren. Soms eet iemand met trichotillomanie de uitgetrokken haren op (trichofagie). Het opeten van haar kan leiden tot een zogenoemde trychobezoar (haarbal) in de maag of darmen. Een haarbal kan niet goed worden verteerd en kan daarom leiden tot een blokkade in de darmen. Vaak moet een haarbal operatief worden verwijderd.

Verder kan trichotillomanie leiden tot sociale beperkingen. Doordat mensen met trichotillomanie zich schamen voor hun kale plekken begeven zij zich minder in het openbaar. Ook durven ze niet naar medische specialisten (zoals de huisarts en tandarts) te gaan voor medische behandelingen, uit angst dat het haar uittrekken ontdekt wordt.

Trichotillomanie kan het beste behandeld worden met een psychologische aanpak. Er zijn verschillende therapievormen die (samen) kunnen helpen:

  • Cognitieve gedragstherapie. Deze therapievorm wordt het meest gebruikt om trichotillomanie te verhelpen. Hierbij leer je zowel je gedrag als de onderliggende gedachten en gevoelens kennen en veranderen.
  • Gewoonte-omkeringstherapie. Hierbij leer je je gewoonten kennen en om te draaien in verschillende situaties.
  • Hierbij observeer en evalueer je je gewoontes en wanneer deze voorkomen.
  • Ontspanningstherapie. Hierbij leer je door oefeningen omgaan met spanning.
  • Psychotherapie. Hierbij praat je met een psycholoog, psychiater, of psychotherapeut over je gedrag en onderliggende angsten of problemen.

Bij de behandeling van kinderen is het belangrijk om de ouders/verzorgers/naaste familie ook te betrekken bij de therapie.

Onderzoek wijst erop dat alternatieve behandelingen mogelijk ook helpen bij trichotillomanie, bijvoorbeeld:

Onder hypnose sta je meer open voor suggesties om je gedrag te veranderen.

Hierbij worden er door middel van naalden blokkades in het lichaam opgeheven en kan energie weer gelijkmatiger rondgaan.

Dit zijn echter geen officieel geregistreerde behandelingen voor trichotillomanie; er is geen officieel erkend en overtuigend bewijs geleverd dat de behandeling effectief is. Gebruik deze behandelingen bij voorkeur ondersteunend en niet als vervanging van therapie of medicijnen.