Verslaving

Wat is een verslaving?

Een verslaving is een overweldigende behoefte aan en afhankelijkheid om een bepaald middel te gebruiken. Meestal is dit een middel zoals drugs, alcohol of nicotine. Men kan ook verslaafd zijn aan eten, geneesmiddelen, koffie, gamen of snoep.

Een verslaving is psychisch en/of lichamelijk. Bij een lichamelijke verslaving is de manier waarop het lichaam functioneert veranderd door langdurig gebruik van een middel. In dergelijke gevallen krijgt de verslaafde zonder de betreffende substantie lichamelijke 'ontwenningsverschijnselen'. Het beeld van de verslaving hangt voor een groot deel af van het soort middel, omdat men verslaafd is aan de werking ervan. Daarom spreekt men ook wel van afhankelijkheid in plaats van een verslaving.

 

 

Er zijn vaak verschillende oorzaken voor het ontwikkelen van een verslaving. Zo kunnen er psychische, erfelijke en omgevingsoorzaken zijn. Een psychische oorzaak van een verslaving is bijvoorbeeld een depressie. Door de depressie kan iemand grijpen naar verslavende middelen zoals alcohol en/of drugs. Ook stress, verveling of angst zijn vaak psychische oorzaken van een verslaving. Vaak is verslaving het gevolg van een gebrek aan gezonde manieren om met psychische pijn om te gaan.

Sommige mensen hebben genetisch meer kans om verslaafd te raken. Zo hebben kinderen waarvan hun ouders verslaafd zijn/waren meer kans om zelf ook een verslaving te ontwikkelen. Daarnaast is door middel van onderzoek onder tweelingen aangetoond dat er bepaalde genen zijn die de kans op een verslaving vergroten. Over het algemeen geldt ook dat mannen meer kans hebben op het ontwikkelen van een verslaving.

Naast psychische en erfelijke factoren hebben omgevingsfactoren vaak ook een grote invloed op het ontwikkelen van een verslaving. Denk hierbij aan de gezinssituatie, woonomgeving en vrienden.

Bij het gebruiken van een genotsmiddel of bij het uitvoeren van bepaald gedrag zoals gamen, komt er een stofje in je lichaam vrij dat je een gevoel van beloning en plezier geeft. Dit stofje komt normaal ook vrij bij bepaald belonend gedrag, zoals bijvoorbeeld eten of seks. Bij middelengebruik komt dit stofje echter in veel grotere hoeveelheden vrij. Dit stofje heet dopamine. De dopamine zorgt ervoor dat de verslaafde zich goed voelt bij het nemen van het verslavende middel en gaat het steeds vaker op zoek naar dit gevoel. Omdat dit gevoel veel sterker is dan het gevoel dat je krijgt bij ander gedrag raakt een verslaafde helemaal in de ban van het verkrijgen of gebruiken van dit middel en uiteindelijk hebben je hersenen steeds meer van het verslavende middel nodig om hetzelfde genotgevoel te creëren. Daarnaast gaat je lichaam hunkeren naar het middel, waardoor je afhankelijk wordt en zelfs niet meer kan functioneren zonder. Met als gevolg een verslaving. Naast dopamine spelen nog andere stofjes in de hersenen een rol, zoals glutamaat.

De symptomen van een verslaving zijn:

  • Verlies van controle over gebruik van de drug of andere substantie
  • Stemmingswisselingen en irrationeel gedrag
  • Bij drugsverslaving: pijnlijke of rode ogen met verwijde of vernauwde pupillen; onregelmatige ademhaling; trillende handen; jeukende of lopende neus; misselijkheid
  • Tot ontwenningsverschijnselen bij drugs horen onder andere hunkering, depressie, rusteloosheid, gapen, zweten en kippenvel.
  • Iemand heeft steeds meer nodig van een middel om hetzelfde effect te krijgen (tolerantie)
  • Wanneer iemand direct stopt treden er, afhankelijk van het middel, lichamelijke ontwenningsklachten op. De soort- en ernst van ontwenningsklachten zijn afhankelijk van het middel
  • Mensen gebruiken langer of meer dan ze vooraf gepland hadden
  • Het lukt iemand niet om te stoppen of minderen, ondanks pogingen hiertoe en de wetenschap dat het middel of gedrag meer nadelen dan voordelen heeft. Bijvoorbeeld doorgaan met alcohol drinken ondanks lever problemen die door de alcohol veroorzaakt worden
  • Het gebruik van het middel zorgt ervoor dat iemand niet meer functioneert op sociaal of werkvlak, of ernstig lijdt aan de bijwerkingen of gevolgen ervan (bijvoorbeeld depressieve gevoelens)

Er zijn verschillende behandelingen om van een verslaving af te komen. De behandeling is deels afhankelijk van het type verslaving. Iemand die wil afrekenen met zijn verslaving gaat meestal eerst naar de huisarts. De huisarts bekijkt de opties en bereidt je voor op wat je kunt verwachten. Wanneer je stopt met het gebruiken of je je verslavingsgedrag wil veranderen, je verslaving, krijgen mensen meestal last van afkickverschijnselen, of ontstaan er klachten die onderdrukt worden met het gebruik (bijvoorbeeld de depressieve gevoelens worden beter gevoeld, als iemand alcohol drinkt tegen een depressie). Het is goed om je hier vooraf goed op voor te bereiden. Lees hier meer over wat je kunt verwachten bij afkickverschijnselen.

Wanneer naar de huisarts?

Als je merkt dat je afhankelijk wordt van een middel, schaam je dan niet en neem (liefst via de huisarts) contact op met een bureau waar ervaren mensen je graag aanhoren en helpen. Lees verder over de verschillende soorten verslaving:

  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen
  • Roken

Behandelcentrum

De Polikliniek Verslavingszorg (het voormalige Bureau Alcohol & Drugs Suriname) kan helpen bij het stoppen van de verslaving. Een veel voorkomende behandeling bij verslaving is cognitieve gedragstherapie. Er zijn ook behandelingen waar je samen met lotgenoten in groepsverband de strijd aan gaat met de verslaving. Ook voor de omgeving is het mogelijk om hulp te krijgen. Ze leren dan hoe ze de verslaafde kunnen bijstaan bij het afkicken.

Medicatie

Om de ontwenningsklachten of complicaties bij de behandeling van een verslaving tegen te gaan kan medicatie worden gebruikt. Deze medicatie wordt vooral tijdens de eerste fase van het stoppen gebruikt. Het is soms nodig om, zoals bijvoorbeeld bij grote hoeveelheden alcohol, dit met ondersteuning van medicatie te doen. Als iemand in een keer stopt na een lange tijd van zwaar gebruik kan er namelijk sprake zijn van complicaties, zoals verwardheid of epileptische aanvallen.

Er bestaan ook medicijnen die het verlangen naar het middel remt, het gevoel van het middel iets vervangt (omdat het te moeilijk is om af te kicken, methadon bijvoorbeeld) of ervoor zorgt dat de drug minder euforie veroorzaakt, waardoor mensen het minder gebruiken. Er bestaan ook aversie middelen, dit zijn medicijnen die mensen moeten nemen, waarbij er een heel vervelend gevoel ontstaat als er toch alcohol wordt gebruikt. De werkzaamheid van deze medicijnen is nog beperkt en psychotherapie blijft daarom belangrijk bij het behandelen van een verslaving.