GEZONDHEIDSENCYCLOPEDIE

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Zoeken op: Voeding en slaap

52 resultaten gevonden

  • Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten
    Wat zijn Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK)? Somatisch Onvoldoende verklaarde Klachten (SOLK) zijn lichamelijke klachten die langer dan zes maanden duren en waarvoor geen medische verklaring te vinden is. Somatisch is een synoniem voor lichamelijk. Somatische klachten betekenen dus letterlijk lichamelijke klachten. Er zijn situaties waarbij er wél een ziekte of lichamelijke afwijking wordt gevonden, maar de klachten met een onverklaarbare reden langer aanhouden dan van de aandoening wordt verwacht. Nieuwe definitie: somatisch-symptoomstoornis SOLK hangen sterk samen met somatoforme stoornissen. Hierbij worden psychische klachten zoals stress omgezet in lichamelijke klachten. Hierover lees je meer in het artikel somatoforme stoornis. In de vijfde editie van het psychiatrisch handboek, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, bestaan beide categorieën overigens niet meer. In de DSM-5 is hier een nieuwe overkoepelende categorie voor in de plaats gekomen: somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen. Het grootste verschil is dat in de nieuwe definitie somatische klachten niet altijd onverklaard hoeven te blijven. Belangrijker is de impact van de klachten.
    Lees verder
  • Tandaandoeningen
    Wat zijn tandaandoeningen? Tanden en kiezen ontwikkelen zich na de geboorte. Eerst het melkgebit en daarna het definitief gebit. Tanden kunnen 'in aanleg' afwijken in vorm, doorbraakplaats en doorbraaktijdstip. Problemen hiervan komen regelmatig voor. De tandarts en orthodontist kunnen beoordelen welke behandelingen mogelijk zijn. Als tanden en kiezen in de mondholte doorgebroken zijn worden ze belaagd door verschillende gevaren. De bekendste is 'cariës'. Door combinatie van bacteriën en suiker ontstaat er zuur, dat werkt in op tandglazuur en er kunnen gaatjes ontstaan. Er zijn ook bacteriën die het tandvlees en kaakbot afbreken. Dat leidt tot ontsteking en verlies van steunweefsel, 'parodontitis'. Een belangrijk ander gevaar is 'tandtrauma'. Eén op de 5 kinderen beschadigt de voortanden tijdens sport of spel. In de laatste jaren zien tandartsen veel 'tanderosie'. Door het drinken van vruchtensappen en frisdranken (met en zonder koolzuur) wordt het tandglazuur aangetast. Hoe kan ik tandaandoeningen voorkomen? De beste preventie voor tandcariës: tweemaal daags tandenpoetsen met een fluoride tandpasta en een tandenborstel van maximaal 3 maanden oud. Beperk ook het gebruik van suiker en eet en drink maximaal 6x op een dag! Voor parodontitis: nauwkeurig poetsen en reinigen tussen de tanden en kiezen met flos, tandenstokers en/of ragers. Uw tandarts of mondhygiënist kan meten of het goed gaat en met u een individueel plan voor de reiniging maken. Voor tandtrauma: gebruik bij contactsporten maar ook bij alle teamsporten een gebitsbeschermer. Een maatgemaakte beschermer heeft pas zin na doorbraak van de hoektanden. Veel verzekeringen vergoeden de kosten voor een beschermer op maat. Doe voorzichtig met rennen en duiken in het zwembad. Voor tanderosie: Gebruik het idee van maximaal 6x daags eten of drinken, en denk vaker aan water of melk. Beperk het drinken van vruchtensappen en frisdranken. Hou dranken zeker niet lang in de mond. En poets niet direct na het drinken, dan is het glazuur oppervlakkig verzwakt. Door regelmatig bezoek aan de tandarts kunnen risicopatiënten voor cariës, parodontitis en tanderosie vroegtijdig worden herkend en op tijd worden behandeld.
    Lees verder
  • Verlamming
    Wat is verlamming? Je hebt last van een verlamming als je spieren niet goed meer werken. Het kan zijn dat ze minder goed werken, maar het kan ook zijn dat je spieren het helemaal niet meer doen. Een verlamming wordt veroorzaakt door het uitvallen van een deel van het zenuwstelsel. Waar de verlamming in je lichaam optreedt, is afhankelijk van welke zenuw er is aangedaan. Er zijn verschillende soorten van verlamming. Zo kun je volledig verlamd zijn. Volledige verlamming wordt ook wel eens paralyse of plegie genoemd. Je spieren zijn dan slap en je kunt ze niet meer aanspannen. Ook kun je onvolledig verlamd zijn. Dan werken je spieren nog een beetje en heb je geen volledig krachtsverlies. Dat wordt ook wel parese genoemd. Verder kan het ook zijn dat niet je kracht verminderd is, maar dat het moeilijker is om je bewegingen onder controle te hebben. Dit kan zich uiten in onwillekeurige bewegingen of het moeilijker kunnen controleren van je beweging. Spastische verlamming komt meestal voor na een beschadiging van de hersenen. Eenzijdige en totale verlamming Er wordt onderscheid gemaakt tussen eenzijdige en totale verlamming. Eenzijdige verlamming wordt ook wel hemiplegie genoemd. Als je eenzijdig verlamd bent, bevindt de verlamming zich maar aan één kant van je lichaam. Dit komt voor als je een zenuw beschadigt die naar één kant van je lichaam loopt. Ook als de verlamming veroorzaakt wordt door een probleem in de hersenen, is het meestal zo dat maar een kant van je lichaam verlamd is. Een voorbeeld van halfzijdige verlamming is paralyse van Bell (aangezichtsverlamming). Meestal is deze verlamming slechts tijdelijk. Naast een eenzijdige verlamming is er ook de totale verlamming. Dan bevindt de verlamming zich aan beide kanten van je lichaam. Dat gebeurt in het geval van een dwarslaesie: daarbij wordt je ruggenmerg beschadigd. Een dwarslaesie heeft bijna altijd een volledige verlamming van de benen tot gevolg. Naarmate de beschadiging van het ruggenmerg hoger zit, zal je romp verder verlamd en gevoelloos zijn.
    Lees verder
  • Verlatingsangst
    Wat is verlatingsangst? Verlatingsangst is een psychische aandoening die men ook wel separatieangst of separatieangststoornis noemt. Verlatingsangst valt volgens de DMS-5 onder de ontwikkelingsstoornissen. DSM staat voor Diagnostic and Statistical manual of Mental disorders en is een Amerikaans handboek dat de meeste landen als standaard zien bij de diagnostiek van psychische stoornissen. Iemand met verlatingsangst is zeer bang om verlaten te worden door bepaalde hechtingsfiguren. Denk hierbij aan hun ouders, vrienden, partner of kinderen. Deze mensen piekeren op voorhand over eventuele verlating, bijvoorbeeld in de vorm van verlies of bedrog. Verlatingsangst komt voornamelijk bij kinderen voor, maar er zijn toch ook veel volwassenen die last hebben van verlatingsangst. Verlatingsangst ontwikkelt zich bij kinderen meestal in de hechtingsfase, bij volwassenen kan het zich ontwikkelen na een ingrijpende gebeurtenis. Bijvoorbeeld wanneer iemand wordt bedrogen door zijn of haar partner. Statistisch gezien heeft 6,6 procent van de volwassenen kans op het krijgen van verlatingsangst. Daarvan is merendeel van het vrouwelijke geslacht. Het is niet bewezen dat verlatingsangst erfelijk is, maar wel is het zo dat kinderen waarvan één van de ouders last heeft van verlatingsangst, zelf ook vaker last hebben van verlatingsangst. Kortom, verlatingsangst is zeker niet altijd erfelijk. Ook aangeleerd gedrag en omgevingsfactoren spelen een rol.
    Lees verder