GEZONDHEIDSENCYCLOPEDIE

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

60 resultaten gevonden

  • Duplicaat aanvragen
    Bent u uw SZF-kaart kwijt of is deze gestolen? Bij het hoofdkantoor aan de Frederik Derbystraat en de overige SZF-kantoren kunt u een duplicaat aanvragen.
    Lees verder
  • Dwangstoornis (Obsessieve compulsieve stoornis (OCS)
    Wat is een dwangstoornis? In het kort: Bij een dwangstoornis heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Bij dwangmatig gedrag heb je het gevoel dat wanneer je niet deze handelingen uitvoert, er iets ergs zal gebeuren. Een dwangstoornis wordt vaak veroorzaakt door stress, een ingrijpende gebeurtenis of erfelijke factoren. Symptomen van een dwangstoornis zijn het uitvoeren van vaste rituelen die veel tijd innemen in het dagelijkse leven. Bij de behandeling van een dwangneurose wordt vaak psychologische hulp ingezet. Ook medicatie kan helpen. Over een dwangstoornis Wanneer je een dwangstoornis hebt, kun je last hebben van zowel dwanggedachten (obsessies) als van dwanghandelingen (compulsies). Zowel dwanggedachten als dwanghandelingen ontstaan door je eigen gedachten of gevoelens. Een dwangstoornis wordt ook wel dwangneurose of obsessieve compulsieve stoornis (OCS) genoemd. Dwanggedachten Bij zowel dwanghandelingen als dwanggedachten weet je dat deze eigenlijk onzinnig en nutteloos zijn. Daarom schamen veel patiënten zich voor hun gedachten. Bij een dwanggedachte kun je zo door een gedachte in beslag genomen worden, dat je niet meer normaal kunt functioneren. Je bent bijvoorbeeld bang dat er iets ergs met jezelf of anderen gebeurt. Om deze angst bij de dwanggedachte weg te krijgen moet je van jezelf een aantal rituelen in je hoofd afwerken, of een dwanghandeling uitvoeren. Dit werkt op korte termijn, maar op lange termijn krijg je juist meer last van angsten omdat je met de rituelen de angstgedachte serieus neemt. Dwangmatige handelingen Bij dwangmatige handelingen voel je steeds de dwang bepaalde handelingen te verrichten, zoals het steeds controleren of de deur op slot zit. Andere voorbeelden zijn een handenwasritueel of het herhaaldelijk controleren of ramen en deuren goed dicht zijn. Veel mensen hebben bepaalde rituelen, bijvoorbeeld bij het afsluiten van de deur, maar dit hindert gewoonlijk niet je functioneren. Bij een dwangstoornis dit wel het geval. Dit moet vaak volgens een vaste routine, als dit niet lukt raak je in paniek. De dwangstoornis kost je vaak vele uren per dag.
    Lees verder
  • Dwerggroei (Nanisme)
    Dwerggroei (Nanisme) Dwerggroei (nanisme) kan verschillende oorzaken hebben. Bij een tekort aan groeihormoon van de hypofyse zijn de lichaamsverhoudingen meestal normaal, maar groeit de patiënt gewoon niet. Het gezicht blijft kinderlijk en bij de man blijft baardgroei uit. De geestelijke ontwikkeling is echter meestal normaal. Soms gaat dit gebrek aan groeihormoon samen met een te geringe productie van andere hormonen, wat tot een vertraagde seksuele ontwikkeling kan leiden. Bij een tekort aan schildklierhormoon kan cretinisme ontstaan; dit is een vorm van dwerggroei waarbij de patiënt een typisch uiterlijk heeft: brede neus, dikke lippen, korte benen en een grove huid. Deze aandoening gaat vaak samen met een verminderde verstandelijke ontwikkeling. Behandeling De behandeling van een tekort aan groeihormoon van de hypofyse bestaat uit het toedienen van menselijk groeihormoon in de vorm van injecties, die tweemaal per week tot aan het eind van de puberteit worden gegeven. De meeste kinderen reageren uitstekend op deze behandeling en groeien op tot normale volwassenen. Door al vroeg met de toediening van schildklierhormoon te beginnen, kan men proberen dit cretinisme te voorkomen. De ontwikkeling kan dan geheel normaal verlopen.
    Lees verder
  • Dyscalculie
    Wat is dyscalculie? Dyscalculie is een stoornis in het leren en snel toepassen van reken- en wiskundekennis. De letterlijke betekenis van het woord is 'niet kunnen berekenen'. Het is een probleem bij het aanleren van rekenen en wiskunde, dat niet veroorzaakt wordt door een te lage intelligentie. Dyscalculie komt vaak op kinderleeftijd aan het licht, maar je houdt de aandoening je gehele leven. Ook volwassenen kunnen dus dyscalculie hebben. Naar schatting heeft 3 tot 4% van de mensen dyscalculie. Dyscalculie moet niet verward worden met dyslexie. Mensen met dyslexie zijn ‘woordblind’. Zij hebben moeite met het verwerken van letters en klanken. Oorzaken De oorzaak van dyscalculie is onbekend, maar uit hersenonderzoek blijkt dat bepaalde hersengebieden er iets mee te maken hebben. Wat deze er dan mee te maken hebben is onduidelijk. Dyscalculie komt vaak in families voor, dus waarschijnlijk is ook een erfelijke factor in het spel. Symptomen Het belangrijkste symptoom van dyscalculie is moeite hebben met rekenen. Bij de meeste kinderen worden gemakkelijke sommen op den duur een automatisme. Een kind weet bijvoorbeeld wat drie plus vier is. Daarna leert hij snel wat dertien plus vier is, door van de eerder opgeslagen informatie gebruik te maken. Een kind met dyscalculie heeft hier meer moeite mee en moet hier langer over nadenken. Het duurt langer voordat de rekenvaardigheden aangeleerd worden. Kenmerken: Een kind blijft lang ‘op de vingers tellen’ Vaak getallen omdraaien of verkeerd plaatsen Moeite hebben met de stappen te doorlopen voor het oplossen van een som Geen som kunnen oplossen door een herinnering op te halen van een eerder opgeloste, soortgelijke som Trager rekenen dan andere kinderen Moeite met klokkijken Vaak is er ook een minder goed korte termijngeheugen. Vaak krijgen kinderen met een leerstoornis als dyscalculie ook faalangst, een gebrek aan zelfvertrouwen, gedragsproblemen of zelfs depressiviteit. Dyscalculie is een lastige stoornis, omdat je bijvoorbeeld moeite hebt met snel geld tellen bij het afrekenen van je boodschappen. En omdat je niet goed kunt klokkijken. Diagnose Een test voor dyscalculie bestaat niet. Er moet onderzoek gedaan worden naar hoe de betreffende persoon rekentaken uitvoert. En er moet ook worden nagetrokken of er wel voldoende onderwijs is geweest en of er geen sprake is van emotionele problemen. Ook het taalniveau moet worden onderzocht. Een orthopedagoog of een psycholoog kan het diagnostisch onderzoek naar dyscalculie uitvoeren. Behandeling Dyscalculie is niet met een behandeling te genezen. Wel kan het de leerlingen wat gemakkelijker gemaakt worden door extra hulp en aandacht. Gestructureerd onderwijs met veel herhaling en extra oefening is nodig. Verder is emotionele ondersteuning nodig, zodat het kind zijn zelfvertrouwen niet verliest. Hulp kan geboden worden door een zorgteam op school, een remedial teacher of een orthopedagoog.
    Lees verder