GEZONDHEIDSENCYCLOPEDIE

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

86 resultaten gevonden

  • Postgastrectomiesyndroom
    Wat is het postgastrectomiesyndroom? Het postgastrectomiesyndroom is een moeilijk woord voor klachten die kunnen ontstaan na een operatie waarbij de maag geheel of gedeeltelijk is verwijderd. Gastrectomie betekent maagverwijdering, dit wordt ook wel maagresectie genoemd. Zo'n operatie kan bijvoorbeeld nodig zijn bij een ernstige maagzweer of bij een kwaadaardige aandoening. Na de operatie wordt het eventueel resterende deel van de maag weer verbonden aan de rest van het spijsverteringskanaal. Als de maag geheel is verwijderd wordt de slokdarm direct verbonden met het begin van de dunne darm. Omdat de maag kleiner is geworden of geheel weggenomen, zal de spijsvertering anders verlopen dan voor de operatie. Zo kan het zijn dat het gedeelte van de maag wat over is minder voedsel tegelijk kan verdragen. Je zult dan vaker kleinere porties moeten nemen dan je gewend was. Symptomen De patiënt kan zich zwak of duizelig voelen, dit wordt veroorzaakt door een lage bloedsuikerspiegel doordat voedsel en vloeistoffen sneller de maag passeren dan normaal het geval is. Ook kan verwijdering van (een deel van) de maag leiden tot tekorten aan bepaalde voedingsstoffen. Melkproducten worden soms minder goed verdragen. Ook stuwing van gal in een deel van de darm kan problemen geven. Vaak vallen patiënten na een dergelijke operatie een flink aantal kilo's af. Een diëtiste kan adviseren hoe je je voeding het beste kunt afstemmen op de veranderde omstandigheden.
    Lees verder
  • Postmenopauzaal bloedverlies (PMB)
    Wat is postmenopauzaal bloedverlies? Postmenopauzaal bloedverlies (PMB) is vaginaal bloedverlies een jaar na de menopauze. De menopauze is de laatste menstruatie in het leven van een vrouw. Wanneer je een jaar na de menopauze bloed verliest, is er sprake van postmenopauzaal bloedverlies. Bloedverlies door hormoontherapie tijdens de menopauze valt niet onder PMB. PMB komt het meest voor in de leeftijdsgroep van 50 tot 59 jaar. In deze leeftijdsgroep krijgt namelijk zeven op de duizend vrouwen postmenopauzaal bloedverlies. Naarmate vrouwen ouder worden komt postmenopauzaal bloedverlies minder vaak voor.      
    Lees verder
  • Postnatale problemen
    Postnatale problemen Wat betreft inspanning is een bevalling het beste te vergelijken met het lopen van een marathon. Het is dan ook niet vreemd dat een moeder na het bevallen lichamelijke en/of emotionele problemen kan hebben. De meeste vrouwen hebben wel een aantal klachten. Wat je zoal kunt verwachten na de bevalling: Tijdens de zwangerschap of tijdens de bevalling (door het persen) kun je aambeien krijgen: gezwollen bloedvaten aan de buiten- of binnenkant van de anus. Ga niet je ontlasting ophouden, omdat het zeer doet als je naar de wc gaat, want dan wordt de ontlasting alleen nog maar dikker en harder en dus pijnlijker. Spoel je goed schoon als je naar de wc bent geweest en gebruik hiervoor gewoon water. Je kunt een nat maandverband in de vriezer doen en daarna op de pijnlijke plaats doen. Masseren, olie en zalf helpen ook en je kunt zo de aambei proberen terug naar binnen te duwen. Bekkenpijn en pijn bij je schaamstreek. Pijn aan je schaambeen verdwijnt met voldoende rust. Lig 's nachts in bed op je zij (zo ligt je bekken stabiel) met een kussen tussen je benen zodat deze evenwijdig aan elkaar liggen. Buig je kniëen. Als je liezen zeer doen, ga dan juist op je rug liggen met een kussen onder je bovenbenen. Eventueel kan fysiotherapie ondersteunen. Dit kan worden veroorzaakt door bloedverlies bij de bevalling. Problemen met de borstvoeding, bijvoorbeeld tepelkloven of borstontsteking (lees hier meer over borstvoeding). Vooral bij een keizersnede kan de buik wel 12 weken pijnlijk blijven. Gezwollen schaamlippen. Overgevoeligheid rond je geslachtsdelen, door hechtingen na inscheuring of episiotomie (inknippen), kan een paar dagen duren. Eventueel kun je ijspakkingen gewikkeld in een luier of washand tegen je schaamlippen leggen. Na de bevalling kun je een zere rug hebben vanwege het persen tijdens de bevalling. Een bevalling betekent dat je je uren lang moet inspannen, dus waarschijnlijk heb je daarna overal spierpijn. Moeilijke stoelgang. Bij het persen tijdens de bevalling verlies je veel ontlasting. Het kan daarom zijn dat je pas een dag of drie of vier na de bevalling voor het eerst weer aandrang tot ontlasting hebt. Het persen kan eng zijn, vooral als je hechtingen hebt. Maar er kan niets gebeuren. Blijf gewoon rustig en blijf net zo lang op de wc zitten als nodig is. Je kunt je stoelgang verder bevorderen door vezelrijke en gevarieerde voeding. Door de bevalling ben je waarschijnlijk al uitgeput en doordat je baby steeds huilt krijg je niet de kans bij te slapen. Tijdens de zwangerschap produceert het lichaam grote hoeveelheden oestrogenen, die de haaruitval remmen. Na de bevalling vallen deze hoge spiegels van oestrogenen weg, waardoor bijna alle vrouwen tijdelijk last van haaruitval krijgen. Dit is een normale hormonale verandering waar je je geen zorgen over hoeft te maken. Vooral vrouwen die een ruggenprik hebben gehad, kunnen zware hoofdpijn hebben die tot 48 uur na de geboorte kan duren. Postnatale depressie De laatste weken van je zwangerschap heb je veel vocht vastgehouden, wat je lichaam na de bevalling weer kwijt wil. Daardoor ga je veel urineren en veel transpireren. Vooral 's ochtends word je bezweet en klam wakker. Maar je hormonen helpen zo wel om de zwellingen in je enkels te verminderen. Wanneer de spieren van de bekkenbodem te slap blijven kan de baarmoeder verzakken. De bekkenbodemspieren hebben ongeveer zeven weken nodig om te herstellen, terwijl de buikspieren pas na een paar maanden weer sterker worden. Het is belangrijk om beide spiergroepen te versterken door middel van oefeningen.
    Lees verder
  • Postpartum depressie (postnatale depressie)
    Wat is een postnatale of postpartum depressie? In het kort: Een postnatale of postpartum depressie is een depressie die na de bevalling ontstaat. Er is geen exacte oorzaak bekend van een postpartum depressie. Er zijn wel risicofactoren die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een postpartum depressie zoals een erfelijke factor, lichamelijke factoren zoals vitaminentekort of schildklierproblemen, maar ook psychische en sociale factoren zoals de thuissituatie of het stellen van te hogen eisen aan jezelf. Symptomen van een postpartum depressie zijn vergelijkbaar met de symptomen die niet na een zwangerschap is ontstaan. Het inschakelen van hulp bij een postpartum depressie is erg belangrijk. Behandeling van een postpartum depressie is meestal een combinatie van medicamenteuze therapie en psychologische begeleiding. Over een postnatale of postpartum depressie Een postnatale of postpartum depressie is een depressie die na de bevalling ontstaat. Een postpartum depressie duurt over het algemeen enkele maanden, maar er zijn ook vrouwen die zich pas na een jaar weer helemaal goed voelen. Een postpartum depressie komt bij ongeveer tien procent van de vrouwen die bevallen zijn voor. Ook tijdens de zwangerschap komt bij ongeveer tien procent van de vrouwen een depressie voor. Bij twee procent van de vrouwen ontstaat er een depressie in het jaar na een bevalling. Postnatale depressie of postpartum depressie Een postnatale depressie betekent letterlijk een depressie na de geboorte. Een postpartum depressie betekent een depressie na de bevalling. Met deze twee termen wordt vaak hetzelfde bedoeld. De term postnatale depressie wordt tegenwoordig steeds minder gebruikt omdat ‘na de geboorte’ de indruk wekt dat de baby depressief is en niet de moeder. Baby blues De baby blues komen bijna bij alle kersverse moeders voor. Baby blues zijn ‘huildagen’ of neerslachtige gevoelens in de eerste dagen na de geboorte. De klachten zijn met twee weken vaak verdwenen. Wanneer de klachten blijven aanhouden en juist erger worden, kan er sprake zijn van een postpartum depressie.
    Lees verder